Hout versus goud

Ongebreidelde houtkap, voor commerciële doeleinden of voor het creëren van landbouwgrond, is de belangrijkste oorzaak van de ontbossing in het Amazonegebied. Maar volgens deskundigen moet de negatieve rol van, al dan niet illegale, goudzoekers ook niet worden onderschat. Ieder jaar verdwijnen vele tienduizenden hectare bos in de jacht op goud. Met desastreuze gevolgen voor het milieu. Én een fikse schadepost voor houtexploitanten, die vaak machteloos moeten toekijken hoe hun handel wordt vernietigd. De huidige financiële wereldcrisis doet die situatie ook geen goed.
Het regenwoud van de Amazonelanden wordt beschouwd als het longstelsel van de wereld. Maar deze longen staan onder druk. Opmerkelijk genoeg komt de dreiging steeds minder nadrukkelijk uit de hoek van de houtexploitanten. De niet te stuiten goudkoorts slaat letterlijk steeds grotere gaten in het ongerepte tropenbos. Bij de goudwinning, die vele honderdduizenden mensen werk verschaft, wordt bovendien zoveel kwik gebruikt dat het ecologisch evenwicht serieus wordt bedreigd en het milieu onherstelbare schade wordt toegebracht. In de loop der jaren zijn tal van verontrustende rapporten geschreven over kwikvervuiling in het Amazonegebied, zoals recentelijk in het Surinaamse indianendorp Apetina aan de Tapanahonyrivier.
Los van de menselijke en ecologische drama’s heeft de ongecontroleerde goudhonger ook verstrekkende economische gevolgen. Waar naar goud wordt gezocht, is houtwinning vrijwel onmogelijk. Gavin Failey, houtexploitant in Guyana, heeft het aan den lijve ondervonden. Zijn concessiegebied van 80.000 hectare, nabij het grensgebied met Suriname, is volgens hem inmiddels onbruikbaar. “Ruim tien jaar hebben we daar op verantwoorde wijze aan houtkap gedaan, waarbij we een systeem hanteerden dat het bos gelegenheid gaf tot herstel. Maar drie jaar geleden kwamen de eerste goudzoekers uit Brazilië. Die hebben grote delen van het gebied gewoon ingenomen, zonder concessie, vergunning of toestemming van wie dan ook.”
Failey schat dat verspreid in zijn concessie inmiddels minimaal duizend hectare bos met de grond gelijk is gemaakt. Tot overmaat van ramp is het gebied te gevaarlijk om nog te betreden. “Er lopen daar zwaarbewapende veiligheidsmensen rond, die hebben ook mij bedreigd en teruggestuurd. Ze lachen mij uit als ik zeg dat ik de rechtmatige concessiehouder ben. Ik ben bij de politie en de ministeries geweest maar die zeggen niets te kunnen doen. Ze zijn niet opgewassen tegen die lui en zijn bang dat het tot een slachtpartij komt als ze optreden. Ik heb mijn mensen inmiddels uit het gebied moeten terugtrekken, het zware materieel, machines en een complete zagerij heb ik moeten achterlaten. Waarschijnlijk is nu alles al gestolen.”
De Braziliaanse biologe Barbara Silva spreekt van een trieste ontwikkeling in de bossector. “In de afgelopen decennia is door de Amazonelanden, met Brazilië voorop, enorm veel gedaan om het bos te conserveren. Werkmethoden zijn aangepast, ondernemers hebben flink geïnvesteerd om op meer verantwoorde wijze aan houtkap te doen. Het is nog niet overal even perfect, maar er zijn goede vorderingen gemaakt. En wat zien we vervolgens gebeuren? Goudzoekers die enorm tekeer gaan en zelfs het voortbestaan van de houtondernemers die zoveel hebben geïnvesteerd bedreigen.
“Diezelfde overheid die ze heeft gedwongen om te investeren, laat de ondernemers nu in de kou staan. Want ook al spelen veel goudzoekersactiviteiten zich in de illegaliteit af, het wordt door toedoen van politici en overheden gedoogd. En die krijgen daarvoor natuurlijk wel wat terug, ze delen mee in de opbrengsten. Dat is niet alleen in Brazilië zo, maar ook in Suriname, Guyana en al die andere landen. Alleen Frans-Guyana is een uitzondering, daar is de controle vrijwel perfect.”
Zeker nu er een wereldwijde recessie dreigt, zullen goudzoekers ongestoord door kunnen gaan, zo verwacht Silva. “Hoe kleiner het vertrouwen is in de economie, hoe groter de vraag naar goud is. Dat blijft een stabiele factor, in tegenstelling tot bijvoorbeeld olie, bauxiet en andere grondstoffen. En stort de bouwsector in, dan wordt ook de vraag naar hout minder. Dus veel overheden redeneren dat je beter een stuk regenwoud kunt vernietigen om een paar kilo goud te vinden, dan dat je op een verantwoorde manier een paar bomen kapt. Morgen kan dat hout immers veel minder waard zijn, dat risico loop je met goud niet.”