Iedereen verdient goud
Sporten: een perfecte samenwerking tussen lichaam en geest en doorgaans de normaalste zaak van de wereld… dtenminste, dat denken we. Maar er is een grote groep mensen voor wie deze optelsom niet opgaat. Soms zijn de geestelijke vermogens niet zodanig ontwikkeld dat dit zijn weerslag heeft op de werking van het lichaam. Gelukkig bestaat voor hen Special Olympics, dat sinds dertig jaar een Surinaamse tak heeft.
Ook mensen met een beperking zijn behoren tot de samenleving en verdienen een gelijkwaardige benadering. En dus hebben ook zij recht op sport en ontspanning. Special Olympics houdt zich bezig met de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking, om voor optimale fysieke ontspanning te zorgen. Overigens moet Special Olympics niet worden verward met de Paralympics: dat zijn spelen voor mensen met onder meer een lichamelijke- en visuele beperking en/ of een hersenverlamming.
Edward Gessel (52), voorzitter van Special Olympics Suriname, vertelt over het ontstaan van de beweging. “Het begon eigenlijk bij Eunice Kennedy-Shriver, zus van John en Robert Kennedy. Zij hadden nog een zus, die een verstandelijke beperking had. In de zestiger jaren werden deze mensen nog weggemoffeld door hun omgeving, maar Eunice Kennedy-Shriver weigerde hieraan mee te doen en bracht haar zus naar buiten voor beweging en ontspanning. Zij zag haar zus opleven, raakte helemaal enthousiast en besloot het uit te breiden en nog meer mensen uit hun isolement te halen. Zoals in de vorm van zomerkampen, waarvan de eerste in 1962 werd gehouden. Uiteindelijk resulteerde dit in de International Special Olympics, waarvan de eerste plaatsvond op 19 en 20 juli 1968.”
De beweging is uitgegroeid tot Special Olympics Incorporated (SOI), die bedrijfsmatig wordt bestuurd en die zich – voor wat betreft financiën – richt op het aangaan van langdurige samenwerkingen en partnerschappen met een paar grote sponsors.
De filosofie van de beweging is volgens Gessel het bereiken van een zo hoog mogelijk geestelijk en fysiek welzijn voor mensen met een verstandelijke beperking. Al is het alleen maar om te bereiken wat Eunice Kennedy opmerkte bij de bezigheden met haar zus: het bleek toen dat zij helemaal opleefde, veel van de weerbarstigheid (die deze mensen normaal kenmerkt) kwijtraakte en dat ze ook fysiek gezonder werd.
Jubileumjaar
Gessel: “Special Olympics Suriname bestaat sinds 29 november 1980, veruit als eerste in de regio. Dit jaar is voor ons dus een jubileumjaar. Voor de regio heb je Special Olympics Caribbean en deze is weer ondergebracht bij de regio Noord Amerika. In Suriname worden tot nu toe vijf sporten beoefend, namelijk voetbal, atletiek, ritmische gymnastiek, zwemmen en een spelletje genaamd ‘botje’, een variant op het Franse jeu de boules. De bedoeling is om op de middellange termijn uit te breiden met volleybal en basketbal en op de langere termijn met turnen en tennis. Iedere twee jaar worden regionale spelen georganiseerd en in de jaren waarop die spelen niet plaatshebben, worden nationale activiteiten ontplooid. Als naar alle activiteiten wordt gekeken, dus ook de zijdelingse zoals opleidingen en trainingen voor begeleiders en coaches, zijn we eigenlijk om de maand wel bezig.”
Niveau olympians
”Voor deelname aan de Special Olympics geldt een minimumleeftijd van acht jaar, maar geen maximumleeftijd”, legt Gessel uit. “Sporters worden ingedeeld in categorieën volgens de mate van de beperking, niet naar leeftijd. Er kan aan 21 sporten worden meegedaan. Deelnemen is belangrijker dan winnen en daarom worden de prestaties niet gemeten. Er kan dus alleen gevoelsmatig worden aangegeven op welk niveau special olympians staan. De ceremonies rond het evenement zijn echter zoveel mogelijk in de geest van de Olympische Spelen. “Een ander facet van de denkwijze bij de Special Olympics beweging is de wijze van aantrekken van vrijwilligers en medewerkers; omdat verstandelijk achtergestelden makkelijk te beïnvloeden zijn, moet hierbij uitermate voorzichtig worden gehandeld. “Voor de begeleiding moeten wij bij het aantrekken van mensen dus rekening houden met de filosofie van de beweging. Het is wel een dilemma, want door deze noodzakelijke selectie, heb je vaker te maken met een tekort aan begeleiders en vrijwilligers. Daarnaast moet de mensen het nodige worden bijgebracht voor wat betreft het omgaan met deze mensen en de begeleiding. SOI verzorgt hiervoor trainingen en opleidingen. Binnen ons bestuur is Eduard Held SOI-gecertificeerd en op zijn beurt kan hij dus nationaal mensen klaarstomen voor de begeleiding en training van special olympians.”
Vooruitgang beloond
Iedereen met een verstandelijke beperking die regelmatig aan sport wil doen, is in principe een special olympian. Gessel: “Maar om mee te doen aan de Special Olympic Games of aan de regionale spelen, wordt er wel geselecteerd. In de eerste plaats wordt gelet op de prograssie van de prestaties. De vooruitgang wordt dus beloond. Er wordt niet gekeken wie de beste is, maar wie de meeste persoonlijke progessie boekt.”
Ook het gedrag wordt beoordeeld. “Het zijn mensen met een beperking, dus aan dat gedrag kunnen zij niets doen. Maar selectie op dit vlak moet, omdat de sporter een tijdje uit zijn of haar normale omgeving wordt gehaald en de begeleiders niet worden verrast. Om tot deze selectie te komen worden daarom vòòr afvaardiging trainingskampen georganiseerd, waarbij de sporters ook uit hun normale omgeving worden gehaald. De begeleiders kunnen op zo’n moment nagaan waar ze eventueel mee geconfronteerd kunnen worden en in hoeverre het verantwoord is om een sporter mee te nemen.
“In eerste instantie zijn de activiteiten uiteraard vooral bedoeld de special olympians, maar belangstelling van het publiek is altijd mooi meegenomen. Het is een leuke ondersteuning naar de atleten toe. Daarom geven wij veel bekendheid aan onze activiteiten.”
De beweging is aangewezen op samenwerking met en medewerking van andere instanties en eventuele partners, zowel voor wat de atleten betreft alsook voor het ontplooien van de activiteiten. ten aanzien van de atleten is er een samenwerking met instanties en instellingen zoals het Bureau Speciaal Onderwijs, de Grietjebieschool, Stichting Gehandi-capten Suriname (Stigesu) en Stichting Ontspanningsoord Gehandicapte Kinderen (SOGK).
Gessel: “Om alle activiteiten mogelijk te maken, wordt voor materiële ondersteuning medewerking gevraagd van de overheid en bedrijven, die altijd positief reageren. Met het Surinaams Olympisch Comité (SOC) bestaat ook een goede samenwerking op basis van gelijkwaardigheid.”
Gessel is inmiddels veertien jaar betrokken bij Special Olympics Suriname. “Meestal worden bestuursleden gehaald uit serviceclubs. Zelf was ik president van de Suriname JC’s en van daaruit werd ik doorgeschoven naar Special Olympics Suriname. Eerst als vrijwilliger, daarna als bestuurslid en intussen ben ik acht jaar voorzitter. We proberen zo landelijk mogelijk te opereren, maar dat lukt niet altijd. Ook hier zijn we afhankelijk van de ‘gek’ die je vindt, iemand met bakroe voor dat ding; natuurlijk moet ook hier rekening worden gehouden met de gehanteerde principes. Nu zijn we vertegenwoordigd in de districten Paramaribo, Saramacca en Nickerie.
“Natuurlijk willen we verder groeien en hebben we ons als bestuur enkele doelen gesteld. Op de eerste plaats moet het bestuur worden uitgebreid, omdat we al redelijk lange tijd met een onvolledig bestuur werken. Daarnaast willen we echt landelijk, dus in alle districten, actief zijn. Verder willen we toe naar strategische partnerschappen met een paar grote sponsors, zodat inkomsten gegarandeerd zijn. Tot slot is op termijn de uitbreiding van het aantal beoefende takken van sport in het plan opgenomen en willen we vooral toe naar een vergoeding voor coaches en trainers. Wat dit betreft zijn we al in een ver stadium.”