Op 13 december wordt Soeresh Algoe 37, dus voor een minister is hij relatief jong. Toch is hij gepokt en gemazeld in de agrarische wereld. Algoe groeide op als zesde in een gezin van zeven in de Corantijnpolder. Zijn ouders runden daar een fors agrarisch bedrijf en de kleine Soeresh hielp daar al snel in mee. “Mijn moeder verkocht daarnaast op de markt, waar ik haar vaak bij hielp. Dat betekende dat we al om half vijf ’s morgens de deur uit gingen. Maar toen ik wat ouder werd, dacht ik bij mijzelf: ‘ik wil zo’n leven niet hebben’. Ik wilde meer.”
Zijn vader wilde dat ook. “Hij zei altijd dat je moet blijven studeren om wat te bereiken.” Na de middelbare school en het Natin besloot Soeresh het advies van zijn vader op te volgen. “Maar mijn ouders hadden daarvoor het geld niet. Toen ik echter hoorde dat er beurzen beschikbaar werden gesteld voor studies in het buitenland, heb ik die kans aangegrepen. Ik koos voor Cuba, de landbouwuniversiteit in Havana.”
Dat werd een bijzondere en leerzame ervaring. “Het is een land waar alleen maar Spaans wordt gesproken. Ik kende alleen het mulo-Spaans, maar binnen twee weken kon ik al een aardig woordje meespreken. Het was wel hard werken en je maakte lange dagen. Maar het was het waard, ik ben vaak geselecteerd als de beste student van het jaar.”
In 2004 slaagde hij cum laude af als landbouwingenieur en keerde terug naar Suriname. “Ik had aanbiedingen om in onder meer België, Spanje en Mexico te komen werken, ik kon daar zó een contract krijgen. In Mexico zou ik veertien keer zoveel verdienen als in Suriname. Maar bij het verkrijgen van de beurs moest je een contract tekenen waarin is vastgelegd dat je na afronding van je studie zes jaar voor lanti zal werken. Daar wilde ik mij aan houden.
Een groot interview met minister Algoe in het decembernummer. Nu in de winkel!
Nu populair
