‘Ik ben gepest bij de vleet’
Kenny B: altijd een pangi om zijn nek, lange dreadlocks, een vrolijke lach en een unieke stem. Zelfs op 52-jarige leeftijd heeft hij nog steeds de geest om iedere teenager op te zwepen met hits als Yu Faya, No Mi Lobi Tan So, I’m Sorry for You en Niks Ne Tai. Kenneth Roy Bron is ‘hot’. Maar dat was vroeger wel anders.
Als je ergens met Kenny B afspreekt, word je regelmatig onderbroken: overal staan mensen te popelen om met hem op de foto te gaan. Dat was in zijn jonge jaren wel anders. Wat een leuke tijd geweest had kunnen zijn, met vriendjes en typische Surinaamse kinderspelletjes, verliep heel anders voor de kleine Kenny. “Ik was een soort eenling tot mijn twaalfde. Ik deed niets. Speelde ook niet mee met de andere kinderen uit de buurt, want ik werd vanwege mijn afkomst nooit ‘gepiekt’ om mee te doen.”
Kenny is marron, en in die tijd dus altijd de underdog. Hij kreeg van alles de schuld. “Als er gevochten werd, stond iedereen te juichen voor mijn tegenstander. Als ik spiekte – iedereen in de klas deed dat – stak iemand haar vinger in de lucht en verklikte mij bij de juf. Ik werd zelfs met oerwoud geluiden gepest. Ze riepen: amioooooo, djoekaooooo. Ja, ik werd gepest bij de vleet. En weet je waar ik altijd een één voor kreeg? Voor zingen.”
Meer lezen over Kenny B, zijn tijd bij het leger, de band met zijn ouders en de gruwelijke moord op een vogeltje? Koop dan het maartnummer van Parbode. Nog tot eind maart 2014 in de winkel, daarna alleen via de redactie.