‘Ik droomde er altijd van bij de omroep te werken’
Hij is misschien wel de bekendste radio persoonlijkheid vanSuriname. Door zijn programma’s, zijn nieuwsuitzendingen op Radio 10, door hetpopulaire ‘90 Seconden, Uw Mening Telt’. Maar vooral door het bronzen timbrevan zijn stem, je haalt Steven van Fredrikslust op je gehoor overal zótussenuit. Tien jaar is hij nu verslaggever, net zo lang als het station zelfoud is, dus onlangs vierden ze hun bigi yari.
Hij is zesendertig jaar geleden geboren in hetSint Vincentius, dus om de hoek van debuurt waar zijn hele leven zich heeftafgespeeld, want hij woont nu met zijngezin onder de neuten van zijn ouderlijkhuis aan de Prins Hendrikstraat. “Ikkom uit een groot nest: zeven kinderen, ikben de laatste. Mijn vader was alsboekhouder de kostwinner. Hij heeft zichdoor studie omhoog gewerkt; toen ikklein was zat hij ’s avonds altijd achterde boeken, uiteindelijk heeft hij hetbij Sail geschopt tot financieel manager.Helaas heb ik hem niet langmeegemaakt; toen ik negen was zijn mijn ouders uitelkaar gegaan en zag ik hemnog maar sporadisch. Achteraf denk ik dat ik dievaderrol erg heb gemist; ikmoest met onze buurman gaan hengelen, deed typischevader-zoon dingen met anderemensen. Natuurlijk, als ik jarig zou worden namhij me mee, voor mijn elfdejaardag mocht ik met hem naar Suralco op Paranam,waar hij destijds werkte, hijgaf me toen m’n eerste digitale horloge cadeau,vond ik het einde, natuurlijk.Hij heeft me ook enorm gestimuleerd in mijnmuziek, ik speelde blokfluit, laterpiano en in de Revo tijd, toen allesschaars was, nam hij vanuit het buitenlandelpees voor me mee. Nee, hij heeftons ook financieel nooit in de steek gelaten.Alleen, hij wás er vrijwel nooit.Ik denk dat ik daarom ook altijd een introverttype ben geweest. Ik loop ookniet makkelijk met mezelf te koop, je gaat aan mijniet merken dat ik vol benvan mezelf. Natuurlijk, bescheidenheid siert de mens,maar als hij er in diejaren was geweest was ik misschien zelfverzekerdergeworden.”
Aan de hand van zijn jeugd lopen we door de geschiedenis vande Republiek Suriname. Hij was vijf toen het land onafhankelijk werd. “Datherinner ik me heel vaag. De avond dat voor het eerst onze vlag werd gehesen inhet stadion, dat feest heb ik wel niet meegemaakt, ik moest bij mijn peetje uithet raam naar het vuurwerk kijken. Maar de dagen daarna, elke avond was hetfeest, de hele stad was verlicht… Vanaf die tijd werd elk jaar deonafhankelijkheid uitbundig gevierd, ik weet nog dat er zelfs een luchtballonvoor het feest op het plein is geland, iedereen was happy…
“De coup, dat is iets wat ik nooit meer ga vergeten. Ik zatin de vierde klas en we gingen naar zwemles. De bus reed door de Grote Combéwegen we zagen die militairen voor het Gerechtsgebouw. En oproerpolitie, met vandie rieten schilden, heel heftig allemaal, je voelde de spanning. Die dinsdagzouden we afzwemmen, maar dat diploma heb ik nooit gehaald, want de dagdaarvoor was dus die machtsovername.
“Wij waren er wel héél dicht bij betrokken, want één van dezestien onderofficieren was Guno Mahadew. Onze buurman was militair en Gunokwam daar vaak, omdat hij een oogje op mijn zus had. Dat is ook wat gewordentussen die twee, dus hij kwam vaak over de vloer. Hij was ook de lieveling vanmijn moeder. Dol op muziek en muziek speelde nou eenmaal een grote rol in onsgezin. Ik vond het een mysterieuze man, intrigerend. Hij is later ook onderverdachte omstandigheden om het leven gekomen. Hij was met Bouterse in Braziliëop het strand bij Rio en het verhaal gaat dat hij daar door een vloedgolf wasmeegenomen. Toen was het al uit met mijn zus, hoor, maar in die beginperiodehoorden we dus veel van binnenuit.
“Wat het allemaal ook dichtbij bracht was dat mijn broer inhet leger moest. Hij wilde absoluut niet, hij was veel meer een sportman, heeftook bij Leo Victor gevoetbald, zelfs een keertje in de eerste klasse. Bovendienwilde hij de handelsschool afmaken. Maar een oproep weigeren kon niet. Dus hijwerd militair. En is dat gebleven. Ja, hij heeft ook in de Binnenlandse oorlogmoeten vechten, maar hij deed geen foute dingen, hoor, daar ben ik vanovertuigd. Dat eerste jaar was spannend, we speelden voortdurend Combat, allejongens van de buurt hadden een uzi van hout gemaakt; de mooiste hadden eenkoperen pijp bij wijze van loop. Op het erf van Rajpur vochten we dan eniedereen wilde natuurlijk Bouterse zijn.
“Ik was twaalf en zat op de Sint Paulus MULO. Het warenonrustige tijden. Er werd veel gestaakt, de Moederbond was bijzonder actief, destroom werd geregeld uitgedaan en er waren demonstraties van studenten. Ookonze school werd leeggehaald om te demonstreren voor democratie, het had in dietijd maar een haartje gescheeld of er was een tegencoup gepleegd. Die onrustmaakte Bouterse erg wrevelig. Om die activisten, advocaten, journalisten,vakbondsbestuurders, de mond te snoeren zijn ze toen opgepakt en vermoord.Iedereen was geschokt. Verbijsterd. Paramaribo leek in die dagen wel eenspookstad. Niemand durfde nog op straat. Het was ook de eerste keer dat De WareTijd ’s middags verscheen. Overal zag je militairen op straat. Er warenrouwdiensten voor hen die katholiek waren. Leckie kreeg een uitvaart in deRajpurkerk, daar was een hele volksbeweging op de been. Ikzelf was ooknieuwsgierig en ben gaan kijken. Zo weet ik ook dat de kist inderdaad nietgeopend mocht worden. Die terreur, iedereen was bang, iedereen die ook maar eenbeetje intellectueel was, of bevriend met een van de slachtoffers was angstig.Duizenden zijn toen ook stilletjes naar Nederland gevlucht. Mijn oom had neteen prachtig huis op de Copernicusstraat gebouwd, maar hij is heimelijk metzijn gezin vertrokken; elke keer als ik langs dat huis kom, word ik herinnerdaan die tijd.
“Vijftien jaar en ik had direct door: hé, het is niet meerzoals vroeger. Ik ging naar de middelbare school en wilde, net als alle jongensvan die leeftijd, dolgraag een brommer. Maar er was een importstop, je kon noghoogstens voor heel veel geld een dames Yamaha bij HEM kopen en eentweedehandse was al net zo duur als een nieuwe. Je kreeg dat bonkaartensysteemvoor een basisvoedselpakket, dat was echt héél basic: suiker, olie, aardappels,rijst, gele erwten voor de Hindoestanen en als je geluk had soms wat bakkeljauw.
“Bouterse had zijn goede kanten. Hij heeft in die jaren onsnationaal gevoel van zelfvertrouwen een geweldige boost gegeven, hijstimuleerde eigen initiatief, dat mensen samen hun straat opknapten, dat zekleine bedrijfjes gingen opzetten, hij wilde echt sociale rechtvaardigheid indaden omzetten. Maar dat drugs zo welig kon en kan tieren… Hij heeft onsvreselijk arm gemaakt, zeker mijn generatie, we zijn nog steeds niet in staatom naar een bank te stappen van: hé, ik ga een huis bouwen, geef me een lening!
“Die moorden zijn de waterscheiding van onze jongegeschiedenis geweest. En het keerpunt van de revolutie. Nog afgezien van hetonnoemelijke leed dat het heeft aangericht bij vooral de nabestaanden. Maar wathet heeft veroorzaakt is zó’n angst, en dat is een angst die tot op de dag vanvandaag voortduurt, nog steeds is men bang om in het openbaar zijn mening teventileren, zoals men toen bang was dat je zou worden verklikt. Het land isvanaf dat moment in tweeën verscheurd. Niets kon meer openlijk, iedereen was opz’n hoede waar en wanneer je iets zei, en wát je zei. Je hoorde bij het kampvan de militairen of heimelijk bij hen die democratie wilden. Maar er vooruitkomen kon je dood betekenen. Dat heeft mensen monddood gemaakt. Voor jemening uitkomen, men doet het in de kroeg of onder vrienden, maar in hetopenbaar, dan word je al snel vrijpostig gevonden.
“Vanaf mijn vroege jeugd droomde ik er al van om bij eenomroep te gaan werken. Maar anders dan wat het nu geworden is. Eigenlijk wildeik DJ worden, plaatjes aan elkaar praten. Zoals ik je al vertelde, muziekspeelt een grote rol in mijn leven. Nog altijd heb ik er spijt van dat ik mijnpianostudie heb opgegeven, en nog steeds voel ik de urge om het nog eens op tepikken, maar ja, als puber werd ik vergiftigd door de muziek van Prince. Ikluisterde elke donderdagmiddag naar de Voice of America op de korte golf en hebnu nóg de goede gewoonte om op de website van Billboard naar de top 50 site tegaan; de trends heb ik van dichtbij gezien, van Hip Hop tot Rock, ik had eenplatencollectie van dicht bij de 500 en luisterde op de radio naar álles, vanPurple Rain tot Bruce Springsteen.
“Mijn debuut op de radio was op m’n zestiende. Ik zat op demiddelbare school en we hadden met ons schoolbestuur de verkiezingen gewonnen.Daarom mochten we op SRS een programma maken: Party Animals. Maar ja, toenkwamen die studentenstakingen met ‘geen brood, geen school’ en werd hetprogramma stopgezet omdat men niet wilde dat we via de radio nog meer jongerenzouden mobiliseren.
“Daarna geraakte ik in het milieu van de hard rock en depunks, van rebellie, je was skinhead of had haar tot op je schouders, eenmiddenweg was er niet. Zelf schoor ik me kaal; op school noemden ze meIngenieur Kogel. Op een keer hebben we toen de stoute schoenen aangetrokken enzijn weer naar SRS gegaan om te vragen of we een eigen rock programma mochten.En ja hoor, we kregen een half uur. Het was de geboorte van het langstlopenderockprogramma ever hoewel de naam in de loop der jaren veranderd is van RockVibrations in Headbanger Ball
“Op school ging het een tijdje heel slecht, ik was hevig aanhet puberen, spijbelde veel, vond er gewoon niks meer aan. Het was ook het jaardat mijn moeder overleed; in een paar maanden zag ik haar wegkwijnen, echt eenberoerde tijd. Pas in ’90 slaagde ik voor mijn eindexamen. Ik was nog steedsbehoorlijk dwars, wilde niet naar het buitenland om te studeren. Ik heb nog welkorte tijd rechten gedaan, zelfs een paar tentamens gemaakt, maar daarna lietik het wegschieten. Ik ben nog welbezig geweest met MO Engels, maar ik werd letterlijk opgeslokt door hetmediavak.
“Want in november ’95 werd ik benaderd door JohnnyKamperveen: één sollicitatiegesprek en ik was binnen! Plaatjes aan elkaarpraten, dat soort programma’s. In die tijd werkte ook Werner Duttenhofer daar,naar hem ben ik toen toegestapt. Een week later heb ik echt gezien hoe destudio gebouwd werd, ik was erbij toen de antenne naar boven werd gehesen. Ikmaakte er direct deel uit van het nieuwsteam. Nog steeds hunkerde ik ernaar DJte worden; nieuws vréét aan je: geen vaste werktijden, spoedoverleg tot diep inde nacht, daarna nog even naar een club en om zes uur moest je weer aantreden.Zo bouw je wel een netwerk op, maar ik moet toegeven, het heeft een zwarewissel op mijn gezin getrokken. Hoe ik de journalistiek leerde? Nou, het wastraining on the job. Ik heb ook veel van Werner geleerd, en Robert Wijdenbosch,God hebbe zijn ziel, gaf me een stoomcursus. Bovendien luisterde ik veel naarde Wereldomroep om te horen hoe zij het deden en ik spelde de kranten.
“Nee van het huidige niveau van de media ben ik niet ergonder de indruk, journalisten hollen achter de feiten aan, blijven hangen in dewaan van de dag, maar de volgende dag zijn ze het weer vergeten. Deonderzoeksjournalistiek is dood, er is geen verdieping, nooit een follow up,het is toch bespottelijk dat een parlementslid als Sital in de zaak van Amafode beste journalist was?! Hij deed een klein onderzoek en het was meteen raak;een week later valt de minister. Dat had De Ware Tijd moeten doen, die primeurhad van een échte journalist moeten komen! Natuurlijk gaan mensen me kwalijknemen wat ik nu zeg, maar het is nou eenmaal zo. Ik denk dat het komt omdat dejournalisten te veel aan hun lot worden overgelaten, niet aangestuurd wordendoor een ervaren redacteur.
“Wat ik onze grootste kracht vind bij Radio 10? Nou, ik bener trots op dat we in de nieuwsuitzendingen een balans weten te vinden, dusniet alleen maar ellende op de mensen loslaten, maar ook de mooie dingen naarvoren brengen. En dat we opkomen voor mensen die dringend hulp nodig hebben,zoals onlangs dat meisje die een hartoperatie in het buitenland moestondergaan. Dat soort zaken zijn belangrijk.
“Zo somber als ik ben over de kranten, zo somber ben ik ookover de politiek. De maatschappij heeft behoefte aan heldere geesten die nu aleen pad uitstippelen wat ons over tien jaar welvarender maakt, die willeninvesteren in onze kinderen, in goed onderwijs, in een duidelijk economischbeleid. Maar wat zie je? Een vergrijsde regering, vriendjespolitiek, politiekepartijen die eigendom zijn van een klein clubje wat opkomt voor het eigenbelang en nauwelijks oog heeft voor wat ons bindt. Suriname is een land zondermissie. En zonder toekomst, als deze situatie zal blijven voortduren.
“Die mening steek ik niet onder stoelen of banken. Maargelukkig wil vrijwel iedereen nog met me praten. Behalve de president. Dat komtdoor drie jaar geleden. Iedereen wist dat Liesbeth Venetiaan wilde scheiden,omdat haar man vreemd ging en bij één buitenvrouw een kind had verwekt. Het wasthe talk of the town, op het kantongerecht gonsde het er van, de diplomatiekedienst was op de hoogte. Ik heb het toen héél voorzichtig op de radio gebracht.Nou, dát heb ik geweten, ik werd uitgemaakt voor riooljournalist, de presidentdreigde: ‘Wie wind zaait, zal storm oogsten!’. Het was allemaal waar, maar deboodschapper moest worden afgestraft.
“Ik heb dit werk nu tien jaar gedaan en inmiddels ben ik welaan een nieuwe uitdaging toe. Voor MTV ben ik al te oud, denk ik. Mijn droom isom kleine, door de multinationals gesponserde tv programma’s te maken voorkinderen. Om ze dichter bij hun omgeving te brengen. Programma’s over onzeslangen, onze bomen, onze wilde dieren, dat lijkt me duurzamer dan zo’nbushuisje. Ik ben nu al een jaar bezig met een format voor zo’n serie.Misschien moet ik de stoute schoenen maar weer eens aantrekken…”