Ilse Valies (76): ‘Ik vind het moeilijk nu SRD 10 te betalen voor een paar sinaasappels’ – Parbode Sneak Peek
“Ik groeide op in de Wanicastraat en woonde met mijn moeder en broer bij mijn oma en opa in huis. Ik ging naar de Van Sypesteynschool waar ik samen met Fred Derby in de klas zat. Hij liet zich niet van alles zeggen door leerkrachten, maar was recht door zee en haalde ook goede cijfers”, begint de 76-jarige Ilse Valies met wie we op haar terras terugblikken op haar leven.
Tekst Christa Sluisdom
Over haar jeugd vertelt ze: “Oma nam de zorg voor mij en mijn broertje op zich toen op mijn tiende mijn moeder overleed. We werden verwend, vooral toen opa was overleden. Wanneer oma haar pensioen ging halen, werd er die dag niet gekookt. We aten ‘koekshap’ waarmee cookshop bedoeld werd.”
Omdat Ilse en haar broertje wees waren, kregen ze elke week bedeling. Ze ging elke zaterdag met een jutetas naar de Gemenelandsweg om rijst, suiker, zout, bakkeljauw en zoutvlees te halen en soms ook haring of bokking. Laatst was ze bij het Kotomuseum van Christine van Russel-Henar aan de Prinsessestraat waar ze precies zo’n jutetas zag. “Ik werd er echt emotioneel van”, zegt oma Valies.
“Nu betaal je duur voor zoutvlees en bakkeljauw, maar toen schold het Eenheidsfront op Pengel (Johan Adolf Pengel, red.). De bevolking zou wet’seymofo krijgen van het eten van sowtumeti, elen en boku (zoutvlees en zoute vis); men zou ondervoed raken van het eenzijdige voedsel. Dat gedoe tussen politieke partijen is iets van alle tijden”, merkt ze op.
“Men zei toen de erven van de mensen onder water waren gelopen: ‘Pengel mus’ kon dring’ a watra’. En er was een man die door de straten fietste met een bierblikje dat hij met een touwtje aan zijn fiets had gebonden en om het blikje was de vlag van de politieke tegenstander vastgemaakt.”
Het hele artikel lees je in de oktobereditie van Parbode.