Impasse in plannen Patamacca-deal
Eind 2006 gaf de regering tijdens een bezoek aan Marowijne de garantie dat het palmolieproject in Patamacca gefaseerd zal worden uitgevoerd. De bewoners hoefden niet te vrezen: de veertigduizend hectare regenwoud waarvoor de deal met investeerder China Zhong Heng Tai Investment was gesloten, zou niet in een keer worden gekapt. Tijdens een vervolgbezoek in september 2007 zegde minister Kermechend Raghoebarsing van Landbouw, Veeteelt en Visserij bovendien toe dat CZHT niet meer dan honderd buitenlandse arbeiders in vijf jaar mag aannemen en dat de arbeidslonen marktconform zullen zijn. Maar de lokale bevolking is er allerminst gerust op, zo bleek tijdens een bijeenkomst in februari.
Minister Raghoebarsing zou op korte termijn samen met zijn collega’s Felisi van Regionale Ontwikkeling en Jong Tjien Fa van Ruimtelijke Ordening, Grond- & Bosbeheer afreizen voor een afrondend gesprek. Althans dat was de bedoeling, tot de bewuste bijeenkomst in februari voor raadsleden van de zes ressorten in Marowijne, georganiseerd door de stuurgroep Ontwikkeling Oliepalmindustrie. Doel van deze ontmoeting: de bewoners tot medewerking bewegen bij een milieu- en sociale impactstudie. De aanwezigen lieten echter onomwonden weten nog steeds geen heil te zien in de plannen. Want waar de regering de Patamacca-deal met CZHT als een aantrekkelijke kans beschouwt om werkgelegenheid te creëren en zo de kwaliteit van het leven in de regio te verhogen, zo ziet de lokale gemeenschap de Chinezen liever gaan dan komen. De angst dat ze hun gebied zullen verliezen zonder dat de gewenste ontwikkeling op gang komt, blijkt geenszins te zijn weggenomen.
Wat zijn nu precies de pijnpunten, wilde Parbode van de betrokkenen weten. Bij Paul van Rellum, voorzitter van de stuurgroep, vingen we echter bot. De kwestie is onderwerp van intern beraad dat enkele weken in beslag zal nemen. Tot die tijd is er een mediastilte afgekondigd. Districtssecretaris van Moengo Iwan Pinas vonden we wél bereid om openheid van zaken te geven.
Wezenlijk
Aan het begin van het gesprek wil Pinas eerst de zinsnede uit De Ware Tijd rechtzetten als zouden de kapiteins en basya’s uit de buurt van het concessiegebied zich gematigd positief hebben getoond. “Het ging hier slechts om één kapitein, voor de overigen geldt dit zeker niet”, aldus Pinas. “Waar de bevolking moeite mee heeft”, zo vervolgt hij, “is dat met de gestelde vragen en suggesties niet wezenlijk iets is gedaan. Men komt daarna weer met dezelfde presentatie, er is geen letter gecorrigeerd, het is datzelfde ding. Ook konden veel vragen die de mensen stelden nog niet beantwoord worden. Oké, het gebied wordt fasegewijs gekapt en er komt conversie-aanplant, maar een obéplantage kun je natuurlijk niet vergelijken met het bos.
En hoeveel Chinese arbeiders komen er na vijf jaar, worden het er dan wel duizenden? Ook het marktconforme loon biedt onvoldoende garantie. De voorkeur van de bewoners gaat uit naar zelfstandige exploitatie, zoals de doorstart van de oude obéplantage, maar daar zijn investeringen voor nodig. De Chinezen zullen echt maar een klein deel van de opbrengst in ons gebied investeren, de rest steken ze in hun zak. In het verleden hebben we LVV nooit hier gezien om bijvoorbeeld de bevolking te leren hoe ze het beste landbouw kan bedrijven, altijd zie je ze elders, in Nickerie of Saramacca. Het zijn al die dingen die nog meespelen.”
Over de rol van A Combinatie-parlementariër Ronnie Brunswijk, die eerst tegen de deal was en er nu gematigd positief tegenover staat, wil hij geen uitspraken doen. Ook niet over de geruchten dat de ex-Junglecommandoleden als tegenprestatie voor hun medewerking het gebied zouden mogen beveiligen. “Daarover wil ik eigenlijk helemaal niet praten, hij is een hoofdstuk apart. Voor mij is het in elk geval niet belangrijk wat hij doet of wat hij zegt. Wel kan ik op persoonlijke titel laten weten dat ik zijn opstelling niet als positief ervaar.”
Inventarisatie
Volgens de uitspraak van de Organisatie van Amerikaanse Staten OAS in het Moiwana-vonnis mag geen grond worden uitgegeven zolang de grondenrechten niet zijn geregeld. Pinas is bovendien van mening dat gestart had moeten worden met een inventarisatie van de milieu- en sociale effecten van de palmoliedeal. Dan hadden de bewoners van meet af aan geweten waar ze aan toe waren. “Waarom niet eerst die studie gedaan en daarna de overeenkomst ondertekenen? Alleen praat je dan over een flinke investering, er wordt beweerd dat de Chinezen eerst de deal wilden sluiten. Maar zaken doen is risico’s nemen, vind ik. Ze beginnen nu van achter naar voren.” Ironisch genoeg was het juist de bijeenkomst waarin toestemming werd gevraagd voor de impactstudie die tot de voorlopige stilstand van het project heeft geleid. Om uit de impasse te geraken, lijkt het Pinas verstandig dat de stuurgroep aantoont de zorgpunten en voorstellen van de bevolking serieus te nemen. “We hebben nu alleen een blaadje gezien waarop de besluiten staan van het gefaseerd kappen, het aantal Chinese arbeiders de eerste vijf jaar en de marktconforme lonen. Dat heeft geen juridische betekenis, daarmee kun je niets afdwingen ten opzichte van de overeenkomst die eigenlijk een wet is.” Overigens is hij wel heel tevreden over de vorm van het informatietraject, waardoor de bevolking in staat wordt gesteld een weloverwogen beslissing te maken. “We gaan zien waarmee ze nu gaan komen, we wachten het verder af.”
De regering is dus aan zet. Al eerder liet een gefrustreerde Raghoebarsing zich tegenover De Ware Tijd ontvallen dat als hij geen groen licht krijgt, “het binnenland zich voor de tweede keer in twintig jaar in de voet schiet door onvoldoende slagvaardig om te gaan met de investering die ze in hun gebied kunnen krijgen.” Kan de bevolking van Victoria in Brokopondo de komende tijd een regeringsbezoek verwachten?
Auteur: Sandra Wijhenke