In gesprek met Etienne Stadwijk
Etienne Stadwijk op de valreep, spontaan, onvoorbereid. Het kan net nog even, want hij vertrekt snel weer naar New York, waar hij al ruim twintig jaar woont en werkt. Eergisteren was er het ‘Brother 2 Brother’-concert samen met gróte broer Derick. Met de nadruk op gróte, want Etienne is jonger en niet ouder, dat u dat goed begrijpt. Na het officiële concert in Torarica, speelt hij nu informeel in Joke’s Crabhouse. Morgen nog wat zaken regelen en dan vliegt hij weer terug.
Al heel vroeg, op een leeftijd van drie jaar begint hij met muziek. Piano, wat nu zijn hoofdinstrument is, vanaf een jaar of vijf. “Wat de piano betreft ben ik autodidact. Ik had geen leraar die me vertelde hoe ik mijn handen moest zetten.” Op de muziekschool speelde hij accordeon en dwarsfluit. Als iemand die ons gesprek hoort een accordeonspeler nadoet, corrigeert hij direct: “Hé respect!”
In 1984 gaat hij naar Boston, naar het Berklee College of Music. “Ik had die serie gezien van ‘Fame’ en ik dacht, hoe zal het zijn als je op zo’n school zit.” Hij komt een week te laat aan – vanwege formaliteiten, paperassen, een beursaanvraag, een visum, van die dingen – en valt direct in het diepe. “Die eerste twee semesters waren perfect. Ik was de hele dag met muziek bezig. Overdag volgde ik les, of zat ik in een kamertje achter de piano te arrangeren. En in de avonduren, als er geen lessen waren, ging ik kamer in, kamer uit, van jamsession naar jamsession. Zoveel mensen met dezelfde energie, dezelfde interesse, dezelfde drive. In Suriname was er bepaald geen overvloed aan informatie. In Amerika kwam er geen einde aan de informatie die beschikbaar was. Ik ontmoette elke dag nieuwe mensen, ik leerde, er was vooruitgang. Ik heb in die korte tijd heel veel geleerd.
“Ik ben in Boston heel goed ontvangen. Overal was ik welkom. Het zal wel te maken hebben gehad met mijn onconventionele muzikale aanpak. Ik heb een brede interesse, speel geen enkele stijl authentiek, er komen altijd andere invloeden bij. Ik denk dat die houding heeft bijgedragen tot die positieve ontvangst. Ik heb aan veel jamsessions meegedaan, kon in verschillende circuits contacten leggen, de deuren stonden altijd voor me open. Ik heb daar nooit het gevoel gehad dat ik me moest bewijzen.”
Comfortzone
Waarom is hij niet naar Nederland gegaan? Hij schudt zijn hoofd. “Moeilijk om die vraag eerlijk te beantwoorden. Laat me het zo zeggen, Amerika bood meer uitdaging, ik wilde buiten mijn comfortzone gaan. Nederland was al min of meer bekend. Je wist van tevoren al ongeveer in welke kringen je terecht zou komen en met wie je zou gaan spelen. In Amerika moest ik helemaal van nul opnieuw beginnen, alles was nieuw. En laten we eerlijk zijn, voor de grote kansen, de kansen waar iedereen van droomt, daarvoor moet je toch in Amerika zijn. Ik kom overal geweldige musici tegen, in de kleinste dorpen, in Turkije, mensen waar je mond van open staat, zo van ‘wauw’. Je kunt overal beginnen, maar uiteindelijk is het toch Amerika waar ‘het’ gebeurt.”
Dromen over grote kansen doet Etienne nog steeds. “Het komt erop neer dat ik graag op topniveau zou willen meedraaien. Ik wil meedraaien in het circuit. Het gaat mij niet zozeer om bekendheid, maar wel om erkenning. Ik werk liever achter de schermen dan ervoor, daar ben ik niet zo in geïnteresseerd. Bij zo’n eenmalig optreden in Torarica kan dat wel voor een keertje, maar niet permanent. Er zijn mensen die altijd in het centrum van de belangstelling willen staan, ze houden van die rol. Ik voel me het meest op mijn gemak als ik leiding geef aan de muzikale ondersteuning. Dat doe ik het meest, dat bevalt me het best.”
Het wil al aardig lukken om in het circuit mee te draaien, we noemen een paar namen: Patti Labelle, Marcus Miller, Harry Belafonte, Richard Bona. Hij is nog niet waar hij wil zijn, maar er is beweging, er is ontwikkeling, er is nog steeds persoonlijke groei. Een speciale groep of artiest staat hem niet voor ogen. “Het is niet zo dat ik zeg, als ik met deze man heb gespeeld mag ik dood gaan. Mijn probleem is dat ik een vrij brede interesse heb. Het is makkelijker om je doel te bereiken als je al je energie in één richting kunt sturen. Maar mij maakt het niet uit met welke groep ik speel, of in welke stijl. Ik vind alles even leuk, gecompliceerde jazz, maar ook eenvoudige popmuziek. Ik doe alles met evenveel plezier. Als het maar goede muziek is, met goede muzikanten.”
Heeft hij die behoefte aan variatie ook op andere gebieden van het leven? Hij kijkt me even aan, en dan krijg ik antwoord. “Ja, ik beschouw mezelf als een flexibel mens. Ik eet gevarieerd, sport elke dag en ook daar is het de ene dag lopen, de andere dag gewichtheffen, of tafeltennissen.” Verder dan die drie gebieden, muziek, eten, sport, komen we niet. Op één gebied is hij echter niet flexibel: “Als je er met de muzikale pet naar gooit, dan laat ik het je wel merken. Je ziet het direct aan mijn gezicht, maar je hóórt het ook van me. Ik zég het je! Je hoeft er niet naar te gissen.”
Grammy
Hi is trots dat het goed gaat met hem, dat hij muziek kan maken, dat hij zijn rekeningen kan betalen, dat er een stijgende lijn zit in zijn persoonlijke ontwikkeling. “Ik heb niet iets van ‘I did it’! Misschien als ik ooit een Grammy krijg, op dat moment, wie weet.” Een Grammy mag er dan nog niet zijn, een nominatie is er al wel geweest voor ‘Lifetime’, een R &B album waar Etienne een belangrijke bijdrage aan heeft geleverd. “Alles wat ik tot nu toe gedaan heb is langs een natuurlijke weg verlopen. Ik heb geen geweldige stappen gemaakt, ben niet opeens ontdekt.”
Maar er in al die jaren waren er ook tegenvallers. “Er zijn er een paar geweest, ja. Ik herinner me er één in het bijzonder. Kijk, ik geloof heel sterk dat alles met een reden gebeurt. Niets gebeurt zomaar. Je moet ook teleurstellingen een plaats geven. Het was even een moeilijke beslissing. In deze speciale situatie had ik een korte tournee in september afgesproken met een groep. In diezelfde tijd word ik gebeld door de directeur van Peter Gabriel, een Britse zanger en muzikant en één van de meest vernieuwende rockartiesten van de laatste decennia. Mijn naam was naar voren gekomen als dé keyboardman die ze moesten hebben. Het zou een tournee worden van twee jaar. De repetities zouden op 5 september beginnen, de tournee vanaf november. Maar ik had verplichtingen, ik had toezeggingen gedaan.
“Als ik een vervanger had kunnen vinden, dan was het nog wat anders geweest, maar ik wilde die groep niet in de steek laten. Dat is naar mijn gevoel geen goede manier. Ik wil mijn principes hoog houden. Ik heb nog van alles geprobeerd richting Gabriel, nog voorgesteld om me de muziek alvast te sturen, maar nee hoor, ik moest en zou op 5 september present zijn. Ik heb toen mijn besluit genomen en het is niet doorgegaan. Zulke aanbiedingen zeg je niet zomaar af. Dat zijn geen dingen waar je elke week voor wordt gebeld. Het was een moeilijke beslissing, maar wie weet als het koste wat kost was doorgegaan, misschien was er dan iets vervelends gebeurd.”
Broederconcert
Regelmatig komt hij naar terug naar zijn ‘thuisland’ Suriname, zeker één tot twee keer per jaar, vaak genoeg om niets te missen als hij in New York zit. Nu was hij hier voor het ‘broederconcert’. “Iemand vroeg me, of ik ooit zoveel tijd en energie in een project heb gestoken. Ik was niet in staat om iets op te noemen. Het was heel, heel werk om dit voor te bereiden. Ik was hier ruim twee weken van tevoren en heb heel hard gewerkt, de logistiek, de tickets, het verblijf, de samenstelling van het concert, de repetities. Hoewel er een organisatie was, kwam het meeste werk toch op mijn schouders. Maar de respons, de opkomst, de feedback, dat alles maakte het de moeite waard.”
Op de vraag waar zijn hart ligt, blijkt dat er in het binnenste van Etienne meerdere harten kloppen. Zijn professionele hart ligt in Amerika. Dat andere hart waar ligt dat? “Laat me het zo zeggen: ik voel me persoonlijk het prettigst in dit soort atmosfeer, in het Caribisch gebied, in Afrika, het gaat om een bepaald klimaat, om bepaalde lucht, de mensen.”
Tijdens het optreden in ‘Joke’s huis’ speelt hij aanvankelijk op de automatische piloot. Terwijl één of twee handen zich zelfstandig over het toetsenbord bewegen, stemt hij af met de geluidsman. Hij staat op, loopt heen en weer. Maar dan wordt het menens, de schoenen gaan uit, hij neemt plaats, zet zich schrap. Zijn handen vliegen over het instrument, hij lacht. Hij dirigeert de crew met hand- en armgebaren, herhalen, doorgaan, harder, nog een keer, zachter, nu jij, nu samen en afronden.
Extase
De band geeft de toon aan, Etienne speelt ondertussen een ‘een- tweetje’ met een jonge talentvolle gitarist. Vraag en antwoord, actie en reactie. Ze genieten er beiden zichtbaar van. De climax komt met een aanzwellende triller. Extase. Etienne schudt zijn hoofd naar voren, naar achteren, zijn lichaam gaat heen en weer. Hij knijpt zijn ogen dicht, de mond gaat open en weer stijf dicht, alsof hij wil zeggen, o, wat is dit heerlijk. Het woord passie wordt tegenwoordig te pas en te onpas in de mond genomen. Maar hier is het op zijn plaats, dit is pure passie. Het brengt ons naar de laatste vraag. Stel je moest kiezen, geen muziek meer of geen seks, wat zou het zijn? Hij zucht, heft zijn beide handen in de lucht, laat ze weer zakken, alsof hij zich overgeeft. “Moet het echt? Oké, als het echt zou moeten, het zou wel moeilijk zijn in het begin, dan kies ik voor de muziek. Want ja, ik bén muziek!”