Ingezonden
Apenhandel
In het maartnummer van Parbode stelt u in het artikel ‘Wisse dood als proefdier’ dat de dieren die zijn geëxporteerd vanuit Suriname in gevangenschap zijn gekweekt. Dit klopt niet. Op de vergunning van Cites (Convention on International Trade in Endangered Species, red) staat duidelijk vermeld dat de dieren in het wild in Suriname gevangen zijn. Deze soorten worden in Suriname zelfs niet voor commerciële doeleinden gekweekt.
Ten tweede stelt u dat Worldwide Primates regelmatig de Amerikaanse regels voor dierenwelzijn zou hebben overtreden. Dat is een onjuiste verklaring. De specifieke zaken waar u naar verwijst zijn reeds ouder dan tien jaar. Uw beweringen zijn onjuist, misleidend en schadelijk voor ons bedrijf en zult u moeten corrigeren, anders zullen juridische stappen tegen u worden ondernomen.
Enrique Dominguez
Worldwide Primates, Inc.
Noot van redactie:
In het artikel wordt niet gesteld dat de dieren die zijn geëxporteerd vanuit Suriname in gevangenschap zijn gefokt. In het artikel spreken de organisaties British Union for the Abolition of Vivisection (BUAV) en de International Primate Protection League (IPPL) hun twijfels uit over de herkomst van de geëxporteerde aapjes. Nu bevestigt de ontvanger van de dieren, Worldwide Primates, Inc. in Miami, dat de 68 aapjes zogenoemde ‘wildvang’ waren.
In het artikel stelt de auteur verder onder andere ‘Worldwide Primates wordt met regelmaat gecontroleerd door het ministerie van Landbouw. Veelal constateren inspecteurs van het ministerie allerlei gebreken in het bedrijf.’ De geconstateerde gebreken waarover in het artikel wordt geschreven betreffen inderdaad, zoals Worldwide Primates, Inc. schrijft, zaken die zich jaren geleden hebben voorgedaan.
Hart onder de riem
In uw rubriek ‘Uitgekeken’ in uw maartnummer 2009 plaatst de schrijver een kanttekening bij de door mevrouw Liesbeth Venetiaan gebruikte uitdrukking ‘een riem onder het hart steken’. Hierbij doe ik u een stuk toekomen uit het boek ‘Nederlandse Speekwoorden en Gezegden’ van dr. F.A. Stoett uitgegeven bij nv. W.J. Thieme en Cie, Zutphen:
‘Iemand een hart onder de riem steken’: ‘Hem bemoedigen, hem moed inspreken; een spreekwijze ontleend aan het soldatenleven. Onder hart moet worden verstaan moed. Een soldaat die onder zijn riem (die schuin van de schouder over zijn borst loopt) geen hart heeft, geen moed, is een lafaard; zo iemand moet een hart onder de riem gestoken worden. Door invloed van ‘het hart (of de moed) zinkt hem in de schoenen’ is men later ook gaan zeggen iemand een riem onder het hart steken.’
Overigens ben ik er blij mee dat iemand het probleem van onzorgvuldig en verkeerd taalgebruik aan de kaak stelt. De rillingen lopen je soms over het lijf bij het lezen of horen wat onze persmensen, functionarissen, volksvertegenwoordigers en soms zelfs leerkrachten er van maken. Zoals steeds: ‘De jeugd is de toekomst van morgen’. Een eigen constructie gemaakt van onderdelen uit ‘Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst’, ‘De jeugd van vandaag is het volk van morgen’ en ‘Onze jeugd is onze toekomst’.
J.R. Alvares
Paramaribo