Ingrid Karta-Bink: ‘Ik ga uitdagingen niet uit de weg’ – Parbode sneak peek
Als zeventienjarig meisje geloofde ze er heilig in dat ze op een dag de stem van het volk zou zijn en zou opkomen voor het algemeen belang. Zesentwintig jaar later werd haar droom werkelijkheid. “Ik ga de uitdagingen niet uit de weg”, benadrukt Ingrid Karta-Bink, volksvertegenwoordiger namens het district Commewijne. In gesprek met Parbode vertelt Karta-Bink, die ook districtscommissaris is geweest, over hoe ze haar streven heeft kunnen waarmaken.
Ingrid Karta-Bink (45), geboren en getogen in Commewijne, staat altijd klaar om zich keihard in te zetten voor de ontwikkeling van het district. Haar geboorteplaats ligt haar nauw aan het hart. Het is pijnlijk voor haar om te zien dat er weinig tot bijna geen ontwikkeling plaatsvindt in het gebied. “Ik heb gemerkt dat het district verwaarloosd wordt. Wegen worden niet onderhouden, loostrenzen worden niet opgehaald”, meent ze. Verder is het haar ook opgevallen dat de criminaliteit in het district met de dag toeneemt en meer kinderen vroeg afhaken van school. Volgens haar dwingt de economische situatie in het land de jongeren om ook te gaan werken. Kinderen kunnen niet meer van het kind zijn genieten. Zij heeft deze gelegenheid wel gehad. Ze blikt tevreden terug op haar jeugd. Karta-Bink komt uit een gezin van vijf kinderen, van wie zij de vierde is. Glimlachend vertelt ze hoe ze tussen verschillende bevolkingsgroepen is opgegroeid op Meerzorg. “Ik ben dankbaar dat ik in zo’n omgeving ben opgegroeid, omdat ik nu de voordelen ervan merk, vooral wanneer het gaat om communicatie. Ik kan bijvoorbeeld wat Hindostaans spreken. Als je meertalig bent, kan je makkelijk communiceren met anderen. Kortom, ik heb gewoon een leuke jeugd gehad.”
Karta-Bink begon haar carrière als leerkracht op OS de Hulp in Commewijne. Ze gaf gedurende vijf jaar les op deze school; eerst in de vijfde en later in de zesde klas. Vervolgens ging ze een stapje hoger op de ladder en gaf ze durende tien jaar haar krachten als schoolleider van OS Mariënburg. “Schoolleider zijn is net als het runnen van een bedrijf. Je gaat op basis van wat je wil zien leiden. Voor mij was de rode draad zwakke leerlingen zoveel mogelijk tot sterkeleerlingen maken, zodat ze overgaan naar de volgende klas. Natuurlijk moet je de leerkrachten ook motiveren om de leerstof goed over te dragen. Dit doe je door hen tools te geven zoals aanschouwelijk materiaal. Doordat het kind iets ziet, onthoudt het het beter. Ook op de opleiding leer je dat”, vertelt ze gepassioneerd.
Het is haar opgevallen dat leerkrachten tegenwoordig minder gebruikmaken van aanschouwelijk materiaal. Het kan een bewuste keus zijn van de onderwijsgevende om deze leermethode achterwege te laten. Aan de andere kant is er ook een belangrijke taak weggelegd voor het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. Het departement moet de scholen optimaal voorzien van werkmaterialen. “Het salaris van een leerkracht is op dit moment amper om zichzelf te onderhouden, laat staan om aanschouwelijk materiaal aan te schaffen voor de school.” Karta-Bink is niet ontevreden over haar carrière in het onderwijs. Na tien jaar als schoolleiderhad ze het plafond bereikt en wilde ze een nieuwe uitdaging aangaan.
Politieke carrière
De interesse van Karta-Bink in de politiek groeide en ze vond een onderkomen bij de politieke organisatie Pertjajah Luhur (PL). Dat ging niet van een leien dakje. Binnen de PL was er een anti-vrouwenbeweging, die haar probeerde te boycotten, “maar gelukkig zijn er sterke vrouwen. Ik gebruikte opbouwende kritiek om mij sterker te maken. Het heeft me die boost gegeven om het werk beter te doen dan die beweging had verwacht.” Doordat de PL-vrouwen de moed niet opgaven, kwam de anti-vrouwen beweging tot inkeer,en heden ten dage is onze partij gezuiverd van deze beweging want ze zijn overgelopen. De politica vult aan dat ze zich gelukkig prijst dat de partij een leider heeft die gendergelijkheid propageert. Over de samenwerking die PL met de NDP in 2010 aanging, memoreert ze dat de paarse partij bij de verkiezingen van dat jaar 23 zetels had behaald en dus naar partners zocht om de regering te vormen. Er werd toen een regering gevormd door de NDP, PL en A Combinatie. Ze merkt op dat de PL in Volksalliantieverband op eigen kracht zes zetels had binnengehaald, waarvan Commewijne twee zetels, Paramaribo, Saramacca, Nickerie en Wanica elk een zetel. De PL kreeg de ministerposten Binnenlandse Zaken, Landbouw, Veeteelt en Visserij en Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, en een districtscommissarispost. Karta-Bink zag daarmee haar meisjesdroom uitkomen. Ze werd voorgedragen als kandidaat om dc te worden in Commewijne. De dag van haar benoeming ligt haar nog vers in het geheugen. Ze was de enige niet-NDP vrouwelijke districtscommissaris en werd op 18 juni 2011 als eerste vrouwelijke districtscommissaris geïnstalleerd. Bij haar aantreden evalueerde ze als eerst het team dat ter beschikking was. Het bleek dat maar één persoon universitair geschoold was en vijf personen een hogere beroepsopleiding hadden doorlopen. Verder hadden maar vier ambtenaren een mulodiploma en de rest, het merendeel, had de mulo, LBGO of lagere school niet afgemaakt. Toch vond ze het niet erg om met zo’n team aan de slag te gaan. Reorganisatie en teambuilding op elke afdeling werd als eerst aangepakt. Als burgermoeder probeerde ze ook naar haar eigen inzichten de juiste mensen op de juiste plaats te zetten. Ze onderstreept dat ze in haar werk ondersteund is geworden door wijlenmr. Bas Ahmadali, het brein achter het decentralisatieproces. “Ik ben hem zeer erkentelijk hiervoor. Hij stond altijd klaar om adviezen te geven om het project dat in alle districten in volle gang was, te doen slagen.”
Verder lezen? Het hele artikel staat in het maartnummer van Parbode.