Iwan Wijngaarde: ‘Toen de politiek zich kwam bemoeien met de landbouw heb ik maar bedankt’ – Parbode Sneak Peek
Landbouwdeskundige Iwan Wijngaarde (75) staat vooral bekend om zijn voorlichtingsprogramma’s en zijn botanische tuin Prakwaki, maar ook als voorzitter van de Feydrasi Fu Afrikan Srananman. In Nederland studeerde hij landbouwkunde. “Bij terugkeer werd ik op de radio aangekondigd als een Surinamer die in Nederland afstudeerde met het onderwerp Voedselveiligheid.”
Wijngaarde arriveerde op 2 augustus 1967 in Suriname. De volgende dag werd hij al in dienst genomen bij de voorlichtingsdienst van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij. Via de radio gaf hij voorlichting over de verschillende landbouwproducten. “De voedselveiligheid in Suriname was niet wat het wezen moest. Men wist vaak niet wat een veiligheidstermijn inhield. Elk landbouwmiddel heeft een veiligheidstijd. Als je een middel spuit, moet je rekening houden met de wachttijd. Bij elk middel is er een andere wachttijd, bij middel-A wacht je drie dagen, terwijl je bij middel-B enkele weken moet wachten. Veel boeren waren hiervan niet op de hoogte. De voorzitter van de landbouwersvereniging vertelde aan de minister van Landbouw, dat ik de juiste persoon was. Zo had ik als kersverse student mijn handen vol met werk. Via verschillende radioprogramma’s gaf ik voorlichting over het gebruik van pesticide en andere belangrijke informatie, bestemd voor de boeren. Het programma kreeg de naam Wi Gruntu Dyari. In 1968 waren de voorlichtingsprogramma’s van Wijngaarde ook via de televisie te volgen. In die programma’s vertelde hij eveneens hoe gevaarlijk pesticiden kunnen zijn voor de gezondheid van de mens. “De voorlichtingprogramma’s veranderden tot twee keer toe van naam. Op televisie werd het Wij en Onze planten en toen ik voorzitter werd van de dierentuin, zei de directeur dat het programma verder moest als Flora en Fauna.”
Wijngaarde heeft bij het ministerie van Landbouw een groentetuin opgezet en was ook onderzoeker. In 1972 kocht hij een klein landbouwbedrijf, waarmee hij bezig was in zijn vrije tijd. “Een arts in het binnenland vroeg om mijn assistentie bij het aanleggen van de groentetuin van het ziekenhuis. Het waren twee ziekenhuizen, een op Dyumu en een op Stoelmanseiland. Op zo’n manier werd aan mij gevraagd om daar ook trainingen te verzorgen. Voor de Pater Ahlbrinck Stichting, de EBG en de overheid moest ik deze trainingen in het binnenland coördineren, zo is de stichting ter bevordering van landbouw in het binnenland tot stand gekomen. Elke maand ging ik voor drie dagen naar het binnenland om les aan leerkrachten te geven, die op hun beurt de informatie verder overdroegen aan de leerlingen. Later heb ik zelf pupillen uit zowel het binnenland als alle streken van Suriname opgeleid. Die gingen terug naar hun dorpen om de landbouw in hun gebied te stimuleren en de kennis over te dragen. Daarnaast heb ik trainingen gegeven aan dorpshoofden en missionarissen zodat zij konden weten wat ik allemaal aan hun jeugdigen geleerd had. Het was de bedoeling om een eenheid te krijgen tussen het landbouwwerk van de RK, EBG en overheid, die allemaal aparte units waren. In 1977 werd ik een beetje achtervolgd door de politiek die zich kwam bemoeien met de landbouw in het binnenland. Toen dit gebeurde heb ik maar bedankt.”
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode