Jaarrede 2018: gebakken lucht in cadeaupapier – Parbode Sneak Peek
De jaarrede 2018, vanwege presidentiële ontstentenis uitgesproken door vicepresident Ashwin Adhin, was een gloedvol betoog met veel eigen lof en ontwikkelingsplannen. Ronduit juichend klonk de jaarrede over de verwachte extra staatsinkomens door olie en goud. Maar geheel wazig blijft hoe, en vooral wanneer, alle mooie plannen uitgevoerd gaan worden. De ervaring leert dat deze regering uitblinkt in loze beloften, corruptie en schijnbewegingen. Na een nauwkeurige vergelijking met de realiteit dringt zich maar een conclusie op: de jaarrede is niets anders dan gebakken lucht in cadeaupapier.
De vicepresident begon de jaarrede met zichzelf te prijzen, evenals de Hindostaanse vereniging (Culturele Unie Suriname) waarvan hij vroeger voorzitter was. Deze lovende woorden richtte hij ook aan het adres van de regering die een koloniaal beeld deed verwijderen en het beeld van de eigen heldin Janey Tetary plaatste vanwege ‘visie, durf en daadkracht’. De tweede lofuiting ging vergezeld van een felicitatie aan De Nationale Assemblee vanwege het na vijftien jaar aannemen van de Anticorruptiewet. Wel tekent hij aan dat deze wet sterk gericht is op preventie en pas goed bruikbaar is met ondersteunende wetten, zoals de Wet op de Jaarrekening, en dat corruptie van hoog tot laag een ‘cultuur’ is geworden in Suriname. Verder rept Adhin, als voormalig voorzitter van de CUS, geen woord meer over cultuur in de zin van kunstuitingen.
Adhin zou overigens de laatste moeten zijn die over corruptie zou moeten praten, stelde DNA-lid Gajadien twee weken voor de jaarrede. Toen hij nog minister van Onderwijs was, zou hij een aantal familieleden – ook aangetrouwde – op hoge posten hebben geregeld en onnodige magazijnen tegen een hoge prijs bij relaties en familie hebben gehuurd. Zie de aprileditie van Parbode voor het verhaal van klokkenluider Soebdhan. Als andere grote verdiensten noemde de vp in de jaarrede nog vijf wetten, waaronder de Arbeidswetten, de Dierenbeschermingswet en de Wet op Electronisch Rechtsverkeer, terwijl het hier gewoon om wat werk gaat van ons heel goed betaalde college.
Economische praatjes
Volgens de jaarrede zou het ergste van de economische malaise voorbij zijn en zouden ‘positieve signalen zich reeds aftekenen’. Maar waarop die bewering gebaseerd is, blijft duister. Dat ‘het ons aller verantwoordelijkheid is om onze economie duurzaam voor te stuwen’, vermeldt de rede wel. Verder wordt nog net aangegeven dat de economie met 10 procent gekrompen zou zijn en dat de inflatie hoog is. Geen woord over de koers die van SRD 3,75 per euro (in 2015) naar SRD 8,90 per euro (anno 2017) is gestegen en dat de burgerij te kampen heeft gehad met een inflatie van minstens 60 procent. Dat de samenwerking met het IMF in 2016 is opgezegd vanwege een meningsverschil over de aanpak van de crisis en de energietarieven, is niet verbazingwekkend. Een populistische regering als de huidige waagt zich niet aan impopulaire maatregelen. Geld lenen bij andere multilaterale instellingen was volgens de regering de enige keus die ze hadden.
Delfstoffen
Er zal in het dienstjaar 2018 een Nationaal Delfstoffen Instituut worden opgezet, waarin de huidige Geologische Mijnbouwkundige Dienst, de Commissie Ordening Goud Sector (OGS) en het Bauxiet Instituut Suriname zullen opgaan. Sowieso heeft de OGS haar naam niet waargemaakt. Ze heeft niet voor aantoonbare rust op het gebied van de kleine goudzoekers gezorgd of ze definitief verwijderd uit natuurreservaten. De bewering dat ze voort zullen gaan met het promoten van kwikvrije goudwinning, wekt verbazing. Nooit wat van gemerkt en pas geloofwaardig als de promotie vergezeld wordt van wetten en sancties. Maar Suriname kan hierin slagen als de voorlichting, demonstraties en hulpverlening om zonder kwik te werken even intensief worden aangepakt als bij de succesvolle antimalariacampagne enkele jaren geleden, toen regionale gezondheidswaakhond PAHO met Volksgezondheid samenwerkte. Dat de OGS met de twee eerder genoemde organisaties bijeengebracht wordt, lijkt efficiënt. Maar lanti kennende, is het gevaar levensgroot dat het instituut een waterhoofd met weinig vakkunde wordt, dat vol geregelde partijgenoten en hun familie zit. Over vakkundigheid in de mijnbouwkunde gesproken, het lijkt een bloody shame dat de onderhandelingscommissie na ettelijke jaren nog altijd is in ‘de fase van overleg voor het verwoorden van de hoofdovereenkomst inzake de definitieve beëindiging van de Brokopondo Overeenkomst in december 2019’. Belangrijk daarbij zijn de overdracht van de Afobaka Waterkrachtcentrale en de Paranamhaven, evenals het opruimen van milieuschadelijk afval en de rehabilitatie van uitgemijnde gebieden door Alcoa/Suralco. Uiterlijk december 2017 belooft de regering deze conceptovereenkomst ter goedkeuring aan DNA te presenteren.
Hemelhoog wordt gejuicht over geprojecteerde olievoorkomens van 13,6 miljard barrels in het Guyana-Surinamebekken en de recente enorme goudvondst van circa 44.000 kilogram met een geschatte waarde van plusminus 2,3 miljard US-dollar. Zoals de jaarrede valt af te leiden, weet de regering dat deze meevallers nog niet de noodzakelijke economische weerbaarheid brengen. Daarom zal ze een ‘Spaar en Stabiliteitsfonds instellen als voorwaarde om de veerkracht van de economie te versterken’. Alweer een mooie belofte, maar zoals meestal zonder antwoord op de vraag hoe en wanneer het komt. Bij een opbelprogramma zei een bigisma daarover: ‘Jaarrede furu nanga pramisi, ma noiti den taki fa a e go kome èn oten a e go kome.
Het hele artikel is te lezen in het decembernummer van Parbode.