Jaarrede: wat niet werd gezegd…
President Desi Bouterse hield op 30 september zijn vierde jaarrede in De Nationale Assemblee. Die stond niet zo stijf van goede voornemens, zoals meestal het geval is. Wat echter vooral opviel, was wat niet werd gezegd.
Wie tussen de regels goed luisterde en analyseerde, kon tijdens het uitspreken van de jaarrede de teleurstelling van president Bouterse proeven, over wat hij en de zijnen in drie jaar vooral niet hebben bereikt. ‘Wij hebben aan het begin van onze regeerperiode een aantal zaken dat voor realisatie in aanmerking kwam, aan het Surinaamse volk voorgehouden. Wij hoeven u de lijst niet nog eens in details voor te houden’, zo zei het staatshoofd. Alleen dat al was opmerkelijk, want in vorige jaarredes wilde hij maar al te graag schermen met fantastische projecten die zijn regering wilde uitvoeren. Inmiddels is Bouterse door ervaring wijzer geworden en realiseert zich dat die projecten met de huidige regeerploeg en de gebrekkige staatsfinanciën toch niet van de grond zullen komen. Hij kon natuurlijk niet vertellen dat van die ‘aantal zaken die aan het begin van onze regeerperiode voor realisatie in aanmerking kwam’ slechts bar weinig daadwerkelijk is gerealiseerd. Dus hield hij het bij: ‘Waar het in grote lijnen op neerkomt, is dat de regering ter realisering van de door haar gestelde beleidsdoelen de hiertoe nodige bestuurshandelingen heeft moeten plegen ter uitvoering van haar beleid met als oogmerk het verbeteren van het leven van alledag van de Surinaamse mens in de ruimste zin van het woord.’ Een voor veel onderdanen onbegrijpelijke ambtelijke volzin. Maar waar het op neerkomt: ‘We hebben er tot nu toe verdraaid weinig van gebakken maar hopen, tegen beter weten in, dat we nog iets goed kunnen maken.’ Natuurlijk moet worden toegegeven dat de regering-Bouterse/Ameerali ook heel wat wél heeft gerealiseerd. Vraag het maar aan de oudjes en de gezinnen; die zagen de AOV en de kinderbijslag behoorlijk omhoog gaan. Ouderen en jongeren kunnen nu gebruik maken van gratis zorg, voor ondernemers die een bedrijf willen starten, zijn heel wat bureaucratische obstakels weggenomen. Probleem is echter, dat Bouterse bij het aantreden van zijn regering wel heel erg veel in het vooruitzicht had gesteld en dat het merendeel daarvan niet wordt uitgevoerd. En dat weten de kiezers van toen ook. Voor een belangrijk deel heeft hij dat te danken aan de mensen om zich heen, zoals ministers, topambtenaren en adviseurs, die andere doelen nastreven en andere (vooral eigen)belangen voor ogen hebben. Bouterse weet dat maar al te goed, maar bracht dat tijdens zijn rede slechts op een stevig ingepakte manier. ‘Ik heb als President vaker in het openbaar kritische kanttekeningen geplaatst als het ging om onder andere de traagheid waarmee bepaalde zaken zich, zeker administratief, binnen het overheidsapparaat voltrekken. Wij moeten de te trage gang van processen en procedures niet alleen typeren als zeer ongezond, maar wij moeten die ook verwerpen. (…) Het is namelijk verwerpelijk en het kan nooit zo zijn dat vele zaken blijven liggen met als oorzaak een trage, vaak onoverzichtelijke administratieve gang.’ Hieruit kun je op zijn minst afleiden dat de ambtelijke bureaucratie en de administratieve rompslomp de overheid stevig in hun greep hebben. Maar daarvan kun je als gewone burger nog zeggen: ‘het is nu eenmaal zo, het hoort bij onze politieke cultuur’. Anders wordt het als er sprake is van grootschalige corruptie. Daarover sprak Bouterse echter niet met zoveel woorden. Als hij zou toegeven dat het onder zijn leiding zou bestaan, valt dat slecht bij de kiezers. Maar iedereen weet dat corruptie ook binnen zijn regering rondwaart als een wijdverspreid kankergezwel. Hij heeft wel sporadisch ingegrepen om dat tegen te gaan, door foute ambtenaren en zelfs ministers de laan uit te sturen. Maar was tegelijkertijd niet eerlijk genoeg om te stellen wat de daadwerkelijke reden was van hun ontslag.
Grote problemen
In zijn jaarrede liet hij slechts op verkapte wijze doorschemeren dat er veel dubieuze zaken plaatsvonden en waarschijnlijk nog -vinden. ‘Het kan niet zo zijn dat alleen zij die de contacten hebben op een gemakkelijke manier administratieve processen kunnen laten versnellen, terwijl een groot deel van ons volk, dat niet de beschikking heeft over de juiste contacten, in grote problemen raakt bij het oplossen van vaak genoeg simpele administratieve procedures en processen, waar de Staat een rol in te vervullen heeft. Het kan niet zo zijn, Mevrouw de Voorzitter, dat projecten met een nationaal karakter, ten behoeve van alle Surinamers, stagnatie ondervinden, omdat bepaalde functionarissen daar niet mee eens zijn ten gevolge waarvan zij eigendunkelijk bepalen zaken aan te houden en daarmee de ontwikkeling stremmen.’ Een goed verstaander, heeft slechts een half woord nodig.
Charles Pahlad
Wie nog twijfels zou hebben over de integriteit van sommige toppers in de regering, zal na het horen van NDP-parlementariër Charles Pahlad minder optimistisch zijn. Na afloop van de jaarrede van zijn partijvoorzitter, gaf hij voor de camera van In de branding onomwonden aan geen enkel vertrouwen meer te hebben in de politiek en in de mensen om Bouterse heen. Zonder namen te noemen, hekelde hij in niet mis te verstane bewoordingen het graaigedrag van collega-politici. ‘De hoofdpijnen van de politiek’ laat hij na de verkiezingen van mei 2015 achter zich, want hij stelt zich, verbitterd als hij is, na twee termijnen niet meer herkiesbaar. ‘Ik heb de politiek van dichtbij meegemaakt, van heel dichtbij. Ik zal mijn kinderen ook niet adviseren in de politiek te gaan. En ook kinderen die netjes zijn opgevoed en de jeugd die een goede opvoeding en opleiding heeft gehad: wees een man, het is jouw land, werk op een hele andere manier voor je land, niet in de politiek. De politiek heeft mij veel pijn gedaan. De enige persoon waarvoor ik respect heb, is de president geweest. Hij heeft een luisterend oor, hij heeft goede plannen, hij meent het met ze. Maar die mensen… uhuuuh… (maakt met handen bewegingen naar achteren. AS). Luister, ík heb nooit iets genomen van de partij of van de regering of van Suriname. Ik heb het ook nooit gevraagd, nooit gehad en ik heb het ook niet nodig.’ Tja, als zelfs hij het zegt, dan moet er wel iets van alle geruchten waar zijn. Dat ons land er financieel wankel voorstaat, erkent inmiddels ook de president. Na drie jaar regeren, is hij tot het besef gekomen dat de staatshuishouding tegen het licht moet worden gehouden. ‘Ik informeer u dat de Regering een diepgaande analyse zal laten maken van het Financieel Management van de Staat.’ Beter laat dan nooit, zullen we maar denken. Maar wel vreemd dat het nu pas gebeurt. En waar waren de Algemene Rekenkamer en de Centrale Lands Accountantsdienst (CLAD), die onafhankelijk de overheid moeten controleren de afgelopen drie jaar? Bouterse vertelde het ons niet op 30 september. Ook opmerkelijk is dat de goudsector en vooral het probleem van de kwikvervuiling in het begrotingsjaar 2014 totaal geen aandacht krijgen. Bouterse repte er in ieder geval met geen woord over. Betekent dit dat de in het verleden zo bejubelde ordening van de goudsector met succes is afgerond? Als het de bedoeling was dat de sector volledig naar de hand gezet moest worden van NDP-getrouwen, dan is het doel inderdaad bereikt. De kiezers is destijds echter iets anders voorgehouden: orde brengen in de chaos, het stoppen van de vernietiging van het kwetsbare milieu en uitbanning van het kwikgebruik. Dat laatste moest eind vorig jaar al gerealiseerd zijn, niemand rept er echter meer over. Ondertussen stroomt het dodelijke kwik nog steeds in ons grondwater en rivieren en maakt mensen ziek, zo werd aangetoond in een Caribische documentaire die vrijwel gelijktijdig met de jaarrede in de regio werd vertoond. Een ander belangrijk paradepaardje van deze regering, de grootschalige woningbouw, kreeg wel in algemene bewoordingen aandacht van Bouterse. Achttienduizend huizen zouden tot 2015 gebouwd worden, in werkelijkheid is men tot nu toe nu verder gekomen dan een paar honderd. Dat verzweeg het staatshoofd uiteraard. ‘Met betrekking tot de woningbouw zijn wij erin geslaagd enkele correcties aan te brengen op bijvoorbeeld het gebied van de beschikbaarheid aan bouwrijpe grond. (…) Wij stellen vast, Mevrouw de Voorzitter, dat alle terzake deskundige en verantwoordelijke personen en instanties het systeem zodanig hebben kunnen aanpakken, dat wij nu op productieve wijze kunnen voortgaan met de bouw van woningen zonder geconfronteerd te worden met onnodige stagnaties.’ Ofwel: we doen ons best, maar verwacht niet teveel. En als het tegenvalt, is het vooral niet onze schuld.
Heidense klus
Laten we er voor het gemak vanuit gaan dat de president bij zijn aantreden in 2010 oprecht was en serieus van plan was om te realiseren wat hij beloofde. In dat geval hebben de door hem aangestelde uitvoerders, dus de ministers, topambtenaren en ook zijn eigen adviseur, collectief gefaald. Dat heeft hij zich de afgelopen drie jaar natuurlijk ook gerealiseerd, getuige het grote aantal gewipte ministers. Met nog maar anderhalf jaar te gaan tot de volgende verkiezingen, heeft Bouterse nog heel wat werk te verzetten om tegen die tijd te kunnen zeggen dat zijn regering flink heeft gepresteerd en een tweede termijn verdient. Afgaande op de ervaringen in de eerste drie jaar, wordt dat nog een heidense klus. Maar ja, daarover werd door de president logischerwijs helemaal niets gezegd…