Jammer, jammer, jammer
Die middag moesten we alle drie onder het huis komen en rustig op de vloer gaan zitten. Pappie Desi was er nog niet, dus nog even wachten. We waren heel stil, want het gebeurde de laatste tijd helemaal niet meer zo vaak dat pappie ons allemaal riep. En zijn stem had wel ernstig geklonken. Vroeger zaten we bijna iedere week onder het huis en dan was het gesjellig!
Eerlijk gezegd dacht ik dat pappie en mammie ons een beetje voor de gek hielden en dat pappie straks lachend uit zijn auto zou stappen met een spiksplinternieuwe fiets, een fiets paste mákkelijk in die auto van hem. Maar mammie zat wel een beetje zenuwachtig te draaien aan haar gouden boei. De bijpassende ketting en de grote oorbellen droeg ze alleen op zondag en als het feest was. Pappie gaf mammie om de vijf jaar een cadeautje, omdat hij zo blij was dat ze nog bij elkaar waren, lief hè?
Ik zou wel verrast zijn met een nieuwe fiets. Daar kon ik straks mooi mee naar het mulo fietsen. Ha, daar kwam pappie de hoek om rijden. Ik rende naar de poort om hem snel open te doen, want anders moest pappie uitstappen en dat vond hij niet leuk als hij moe thuiskwam. Mammie liep ondertussen snel naar binnen om een glas drinken voor hem in te schenken, het leek net op thee, maar dat was het niet, met veel ijsklontjes.
Pappie ging zitten, nam een flinke slok uit het glas. ‘Aaaah’, zei hij. Dat zei hij altijd, na de eerste slok, ‘aaaah’, en dan wreef hij over zijn buik. Pappie ging staan. oei, oei, oei, dat deed hij anders nooit. Hij begon: ‘Beste kinderen, jullie weten dat mammie en ik ontzettend veel van jullie houden. We hebben alles voor jullie over, dat weten jullie toch? Pappie werkt elke dag zo hard voor jullie. En mammie was een tijdje thuis, maar mammie werkt nu ook weer, godzijdank. We doen samen ons uiterste best om zo goed mogelijk voor jullie te zorgen. We houden heel veel van jullie, dat weten jullie toch?’ Ik knikte maar wat, waar bleef nou die fiets?
‘En pappie had jullie iets beloofd hè, weten jullie nog?’ Ik knikte weer, nu zou het komen. ‘Marina zou een fiets krijgen en de tweeling allebei nieuwe voetbalschoenen voor de wedstrijd.’ nu was het even heel stil. Pappie zuchtte. ‘Maar jammer, jammer, jammer, we hebben het beloofd, maar lieve schatjes, het kan nu echt niet, er is geen geld, dat moeten jullie begrijpen, jullie zijn tenslotte groot genoeg.’
Ik was zo teleurgesteld, en zo kwaad ook, dat ik plotseling mijn slipper uitgetrapt heb. Ik schrok er zelf van. Beloofd is beloofd, zei pappie toch altijd? En kijk nu! De tweeling begon hard te huilen. toen zag ik pappie zijn wenkbrauwen fronsen en mammie schudde haar hoofd heel hard heen en weer, achter pappies rug, van ‘nee, doen jullie dat niet!’ Pappie ging zitten en nam weer een slok uit zijn glas. Hij wreef over zijn gezicht. ‘Mammie, praat jij met die kinderen hoor’, zei hij. Mammie zuchtte diep, haar gezicht stond zo verdrietig.
‘Weten jullie nog, dat we vorige maand naar de Palmentuin zijn gewandeld? En wat kregen jullie toen we weer thuis waren? Een heerlijk glaasje stroop. toch?’ Ze hield haar hand voor haar mond. Ik wist waarom ze dat deed, dan kon je haar lippen niet zien trillen. ‘Vorige week nog hebben we naar de wandelmars gekeken. toch? En wat had mammie toen meegenomen? Weet je dat nog? twee heerlijke sinaasappels om te verdelen. toch? En zijn jullie vergeten dat we met de Kerst helemaal naar Bersaba zijn gegaan? nou, wat hebben jullie toen gesmuld van die heerlijke bruine bonen die mammie had meegenomen. toch?’ Mammie wreef maar met haar handen over elkaar heen. Haar stem trilde. ‘tellen jullie dat allemaal eens bij elkaar op, dan Vanuit de Cultuurtuin Jammer, jammer, jammer ‘Waar bleef nou die fiets’ zie je hoe we jullie echt alles geven wat we kunnen. toch?’ nu was mammie klaar met praten. Ze hield haar hand weer voor haar gezicht. Het leek wel of ze iets uit haar oog wreef. Als ze nou maar niet ging huilen.
‘Zo, het is mooi geweest’, zei pappie. ‘En nu naar je kamer! Ga maar eens heel goed nadenken. Voorlopig wil ik niets meer van jullie horen. Weten jullie hoe het is om pappie te zijn? Hebben jullie enig idee hoe het is om dag in dag uit voor jullie te zorgen en klaar te staan? Schaam je Marina, om zo ondankbaar te zijn, en de tweeling ook. foei! Wie van jullie zou, al is het maar voor één dag, pappies plaats willen innemen? Geen van jullie toch! uit mijn ogen. nu!’ toen ik stilletjes in mijn kamer zat, hoorde ik ze alweer hard lachen met zijn tweetjes. Gelukkig maar.