Jerry Slijngard: ‘ Geen zeepiraterij in Suriname, maar zeeroverij’ – Parbode Sneak Peek
“Wij van de Kustwacht zeggen continu dat er geen sprake is van zeepiraterij voor de kust van Suriname, maar van zeeroverij. Piraterij is een vorm van terrorisme, dit wordt internationaal op een andere manier bekeken. In het geval in april waarbij vissersboten zijn aangevallen en vissers vermoord, zijn wij uitgegaan van zeeroverij.” Woorden van Jerry Slijngard, directeur van de Kustwacht en coördinator van het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR).
“We leven met de nabestaanden mee. Ik probeer mijn woorden zorgvuldig te kiezen, omdat ik niet wil dat er misinterpretatie plaatsvindt. Er is een aantal dingen die we goed in de gaten moeten houden. Toen het geval plaatsvond, waren wij voorbereid op wat doorgaans in Suriname zeepiraterij genoemd wordt. In de volksmond en ook door beleidsmakers wordt de term piraterij makkelijk gebruikt. Maar in dit geval is de Kustwacht uitgegaan van zeeroverij. Daarvoor hebben wij systemen bedacht om met de vissers samen te kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat zij bescherming krijgen. Vaak genoeg is het iets van vissers onderling”, benadrukt Slijngard. Hij legt uit dat de Kustwacht meerdere malen heeft meegemaakt dat vissers die weinig hebben gevangen, collega-vissersboten beroven. De vissersgemeenschap is niet zo groot, de mensen kennen elkaar. Ze willen daarom geen aangifte doen bij de politie en de rovers niet identificeren. “Een heleboel van deze mensen komen oorspronkelijk uit Guyana, sommigen wonen al jaren hier. Een groot deel is illegaal, het is dus niet alleen een vrees voor vergelding, maar ook voor hun verblijfsstatus hier in Suriname. Een groot deel van de bevolkingsvisserij wordt door deze vissers uitgevoerd, Suriname heeft dus een soort gedoogbeleid. Dit geef ik aan om de complexiteit aan te tonen waarmee de Kustwacht en andere diensten te maken hebben bij het leveren van veiligheid”, merkt de Kustwachtdirecteur op. Hij haalt aan dat de territoriale wateren en de exclusieve economische zone veel groter zijn dan de landmassa van Suriname. De Kustwacht heeft slechts drie vaartuigen om de immense zee te bewaken en te beveiligen. Slijngard: “We hebben als land een leger van vijfduizend man, een politiemacht met misschien dezelfde grootte en we hebben diverse bewakingsbedrijven. In de veiligheidssector hebben we zoveel mensen die in principe letten op de veiligheid van het land. Op individueel niveau hebben we dievenijzer en camerabeveiliging en toch wordt er elke dag gestolen. En dan moet het hele grote zeegebied beveiligd worden door slechts drie vaartuigen. Vroeger hadden we niets, maar met de komst van de Kustwacht hebben wij in elk geval patrouilles kunnen uitvoeren, en nog meer.” Terugkomend op de roofmoord op zee, zegt Slijngard dat er sprake is geweest van een aanloopperiode. “Tussen de daders en de mensen die zij overvielen, heerste er een vete die in 2016 was ontstaan toen een kapitein werd beroofd en vermoord. Die kapitein was een broer van de man die vanuit Guyana is gekomen om de moorden te laten plegen. Hij heeft bij de begrafenis van die kapitein geuit dat hij ervoor zou zorgen dat het ‘water rood gekleurd’ zou worden. Toen is de oorlog uitgebroken. Het is dus geen zeeroverij, maar het betreft een groep die opzettelijk is gekomen om de mensen te vermoorden.”
Zondebok Kustwacht
“Men zocht naar een zondebok en dacht deze te hebben gevonden in de Kustwacht”, stelt Slijngard, doelend op de speciale openbare vergadering van De Nationale Assemblée (DNA) waarin vragen over het zeeroversdrama werden gesteld. “De directeur van de Kustwacht zat in DNA en is nooit gevraagd een verklaring te geven. Noch door een assembleelid, noch door de regering of een autoriteit. De Kustwacht heeft DNA verzocht haar verhaal te doen. We hebben toen de gelegenheid gehad om in elk geval de coalitie te informeren over wat zich precies heeft afgespeeld. Toen was er een totaal ander beeld van wat er is gebeurd. Dit is niet de manier waarop een land hoort om te gaan met zijn veiligheidsinstituten. Wanneer veiligheidsinstituten inhoudelijk worden besproken, kan dat nooit in een openbare vergadering.” Slijngard merkt op dat dit negatieve gevolgen heeft gehad voor Staatsolie, dat contractors heeft ingehuurd die voor de kust werken. “Staatsolie moet nu bij projectvoorstellen rekening houden met verhoogde kosten, omdat contractors die komen ook internationale berichten lezen en veiligheid een prijs heeft. Als van de gebeurtenissen op zee geen politieke issue was gemaakt, had Suriname dit bespaard kunnen worden. Wij van de Kustwacht hebben gewacht met het naar buiten treden met informatie. Dat doen wij pas wanneer de zoekactiviteiten officieel worden gestopt, wat overigens officieel op 1 augustus zou gebeuren.”
Recht en wet op zee
Opmerkelijk is dat de Kustwacht ondergebracht is bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en niet bij het ministerie van Defensie. Slijngard verduidelijkt dat de voorbereidingen voor het opzetten van de kustwacht twintig jaar hebben geduurd. De Wet Instelling Kustwacht is duidelijk over wat voor gebieden zij moet bestrijken voor het garanderen van veiligheid. Het ministerie van Defensie moet ervoor zorgen dat de nationale soevereiniteit gehandhaafd wordt tot en met onze territoriale wateren. “Daarbuiten kan je geen soevereiniteitstaken meer uitvoeren, want daar is open zee, dat wil zeggen dat iedereen daar mag varen. De Kustwacht is een law enforcement agency; zij moet recht en wet op zee handhaven, terwijl het leger de soevereiniteit op zee moet handhaven. Dat zijn twee verschillende taken in hetzelfde werkgebied. De Kustwacht mag ook in de exclusieve economische zone haar taken uitvoeren. De marine is het leger op zee en de Kustwacht de politie op zee”, luidt zijn uitleg. Slijngard pleit voor meer begrip voor de werkzaamheden van de Kustwacht.
Lees het hele artikel in het novembernummer van Parbode