Jim Bousaid: ‘Ik wilde per se werken voor een echt Surinaams bedrijf’ – Parbode Sneak Peek
Hengelen – zijn favoriete bezigheid – daar heeft hij nu alle tijd voor. Jim Bousaid (62) is na bijkans 35 jaar dienstverband bij de Hakrinbank waarvan 16 jaar als algemeen directeur, per oktober vorig jaar met pensioen gegaan. In zijn loopbaan heeft hij voor vele uitdagingen gestaan, maar hij is trots op zijn verworvenheden.
In 1983 keerde Bousaid terug naar Suriname na zijn afstuderen in de economische wetenschappen aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij werd een beetje voor gek verklaard, zegt hij, want iedereen wilde die tijd juist de andere kant op na de gebeurtenissen van 8 december 1982. “Ik wilde per se voor een echt Surinaams bedrijf werken.” Sollicitaties bij de Hakrinbank en De Surinaamsche Bank leverden hem geen baan op. Bij het Centrum Index (Centrum voor Industrie Ontwikkeling en Exportbevordering) werd hij wel aangenomen, als projectcoördinator. Daar moest hij onder andere investeringsprojecten screenen op haalbaarheid. In deze periode heeft hij zijn bijdrage geleverd aan bedrijven zoals Interfood en Three Stars Food. Maar ook de Para Industries zijn in die tijd ontstaan. “Helaas bestaan die bedrijven niet meer vanwege slecht management”, merkt de voormalige bankdirecteur op. Na een jaar werd bevestigd: de aanhouder wint. Bousaid opnieuw bij de Hakrinbank. Edward Muller en Jan van Petten zwaaiden er destijds de scepter op de kredietafdeling. Eindelijk werd hij aangenomen bij de enige bank die volledig Surinaams was. Hij is zeer trots op het feit dat de bank niet aangewezen was op het buitenland, maar haarproblemen oploste met haar eigen medewerkers. Collega’s als Harold Liu en Theo Sanches. “Zij hadden geen academische graad, maar waren erg competent en toegewijd, ik zie ze als de geestesvaders van internetbanking in Suriname, ik heb veel respect voor ze.” Hij heeft veel van hen geleerd, door zich nederig naar hen toe op te stellen.
Innovatie
“De jaren tachtig waren moeilijke tijden, ook voor het bankwezen. De stopzetting van de Nederlandse ontwikkelingshulp en de enorme deviezenschaarste speelden de bank parten. Al in 1973 was de Hakrinbank bijna failliet geraakt. Een reddingsplan werd opgesteld met de hulp van de toenmalige minister van Financiën, Harry Radhakisun. Te sneki beti yu, yu e frede woron”, benadrukt de bankier. “Wij beseften dat wij een omslag moesten maken en de markt anders moesten betreden. Wij moesten innovatief zaken doen en ons stoffig, ouderwets imago inruilen voor een betere uitstraling, met nieuwe technieken in de financiële technologie, wel bekend als FinTech. Met de recente introductie van HOP (Hakrinbank Online Payments), heeft de bank getoond dat zij inderdaad innoveert.” Volgens de bankier begon dat al met de introductie van internetbanking. De Hakrinbank was de eerste hierme in Suriname. “Je hoeft dan niet de grootste te zijn, maar bent wel toonaangevend.”
Aandelen
De overheid is met 51 procent de grootste aandeelhouder van de Hakrinbank. Bousaid geeft zijn uitgesproken mening: “In de wet Toezichthouders van 2011 staat duidelijk aangegeven dat een aandeelhouder niet meer dan 20 procent aandelen mag bezitten. Tussen de 5 en 20 procent is toestemming van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) nodig. De Staat heeft die wet overtreden door niet tijdig toestemming te vragen aan de CBvS voor de uitzondering. De CBvS heeft aangegeven dat uiterlijk eind 2018 de Staat zijn aandelenbelang moet terugbrengen, maar dat proces loopt traag.” Er is heel veel interesse, zegt de bankier, maar mogelijke kopers wil hij niet noemen. Bousaid vreest dat als de Staatsaandelen niet worden teruggebracht, de overige aandeelhouders een rechtszaak beginnen om dit af te dwingen. Hij heeft er geen problemen mee dat de Staat aandelen blijft hebben, maar niet meer dan het maximum van 20 procent. Hij hoopt dat de kopers van toegevoegde waarde zijn voor de Harkinbank, omdat die “gezond verder wil groeien”.
Bouwfinancieringen
In het halfjaarverslag 2018 van de Hakrinbank staat dat de verstrekte hypotheken negatief beïnvloed werden doordat bouwkosten en rente toenamen. Ook hebben de klanten minder geld om aan de aflossingen te voldoen. De CBvS heeft voor de hypotheken waarbij de klant slechts 7% rente betaalt het maximaal te lenen bedrag verhoogt van SRD 150.000 naar SRD 250.000. Maar ook het maximum het inkomen dat de klant mag hebben voor deze lening is verhoogd. Nu mag de klant hooguit SRD 8000 verdienen om de zogenoemde 7 procent-hypotheek af te sluiten. De directeur vindt deze wijziging positief. Deze kan volgens hem de resultaten van volgend jaar gunstig beïnvloeden. Toen 7 procent hypotheek geïntroduceerd werd, was de koers SRD 2,80 per US-dollar. Men kon een huis kon bouwen voor ongeveer 53.500 US-dollar. Door de devaluatie werd het bedrag omgerekend in SRD lager dan 20.000 US-dollar. Veel mensen konden zo niet meer bouwen. Met de aanpassing is dat bedrag in SRD nu 33.250 US-dollar.
Cashcultuur
“Surinamers hebben een cashcultuur die ons problemen oplevert. Dat is ook de reden dat de kosten voor opnames en stortingen bij de diverse banken zijn verhoogd. De chartale euro (cash red.) bijvoorbeeld leverde altijd meer op dan de girale (via de bank betaald red.)”, vertelt Bousaid. Bijvoorbeeld: “Als een toerist een euro wilde omwisselen, kreeg hij er voorheen misschien ongeveer SRD 8,50 voor, maar als hij diezelfde euro zou pinnen bij een ATM dan kreeg hij SRD 8,18 omgerekend met de bankkoers. Zo kwam de toerist eerder met duizend euro cash dan dat hij die op zijn rekening stortte en via de ATM opnam.” Om te bewerkstelligen dat het chartale en het girale geld een juistere waarde hebben, wordt momenteel het gebruik van het chartale geld gedemotiveerd door verhoging van de kosten bijvoorbeeld bij storting via de kas. “De chartale euro wordt gestort, waarna de banken deze moeten verschepen naar het buitenland. Mede daarom zijn de regels voor storting van de euro aangepast. De banken hebben nu meer euro’s in kas te houden, wat weer tot gevolg heeft dat de banken hogere verzekeringen moeten betalen.” Over de 19,5 miljoen euro geldzending die Nederland heeft vastgehouden is de bankier kort: “De herkomst van de euro’s was wel vastgesteld. De precieze reden voor het aanhouden van de euro’s is daarom nog onduidelijk. De bank voert een Know Your Customer-beleid (KYC), maar het Openbaar Ministerie in Nederland vraagt nu van ons dat wij een Know Your Customers Customers (KYCC) beleid uitvoeren. De complianceregels worden nu dus erg verscherpt.” Deze regels draaien om de naleven van het gedrag binnen financiële organisaties. De bankier gelooft overigens dat het bankwezen niet of nauwelijks gebruikt wordt voor witwassen, juist vanwege de scherpe compliance.
Lees het hele artikel in het januarinummer van Parbode