Job van de Highway
Voor kinderen kan de Surinamer streng zijn, maar bij hetzien van zijn vogeltje smelt hij. Weerloze liefde voor die ondeugendemonki-monki, die rebbelende papegaai, die trouwe hond of kat. Kortom: eenrubriek over mensen en hun dierbaarste huisgenoot.
“‘Breng hem no!’, gilde mijn vriendin over de telefoon toenik zei dat we op zoek waren naar een huis voor een puppy.” Maurice had evengetwijfeld om haar te bellen toen een collega niet alleen met zwerfhondje, maarook met de gewetensvraag aankwam: ‘Wie wil er misschien een scháttige puppy?’“Ze stelde ons voor een dilemma: een tehuis of een spuitje bij de dokter. Enhaar verhaal was natuurlijk weer hartverscheurend: kennelijk had zwerfJob eenplastic zakje met afvalresten gevonden en was hij in z’n enthousiasme zo diepin het lekkers gedoken dat de zak om z’n kop was blijven steken. Ze zag hem opdie drukke Highway, paniekerig rondjes draaiend rende hij een wisse doodtegemoet.
“Natuurlijk staat Paramaribo bol van de zwerfhonden ennatuurlijk kun je ze niet allemaal liefdevol in je armen sluiten. Maar als jezo’n wit onschuldig hondje weerloos in een doos met z’n stompje staart zietkwispelen, dan is de gedachte aan een dodelijke injectie toch wat erg wreed.Bovendien: het was een mannetje. Een teefje had het nog moeilijk gekregen in deogen van mijn vriendin: steeds weer loops, steeds weer hijgerige reutjes op heterf met als resultaat steeds weer nestjes, voor die eer bedankte ze. Maar eenreu? Vooruit, Job moest bij ons komen wonen.
Die naam Job heeft hij hier pas gekregen. De collega had hemal Brutus gedoopt, met het oog op de vervaarlijke kaken en de machtige dijendie de pup in de nabije toekomst zou kunnen ontwikkelen, maar ondanks datrooskleurige toekomstperspectief vond ik Brutus geen naam voor een hond.Uiteindelijk werd het Job, of om heel precies te zijn Job van de Highway. Dienaam Job is afkomstig van een vage kennis. Hij kreeg als één van de eersten hetmormeltje aangeboden, maar reageerde fel van: ‘nooit van mijn leven, ik heb eenpesthekel aan honden!’ Dus hebben wij hem, nadat wij hem in onze armen haddengesloten, naar hem genoemd. Als een soort protest. En in de hoop dat hijinderdaad die vervaarlijke kaken krijgt en de schrik van Tourtonne V wordt.Zodat de tweebenige Job voor de rest van zijn leven gebukt zal gaan onder eenloden last van schaamte en angst voor de hellehond die hij de deur heeftgewezen. En natuurlijk in de wetenschap dat we Job de Hond aardiger ensympathieker vinden dan Job de Mens.
“Zelf ben ik trouwens ook niet zo’n hondenfan. Maar datheeft een geschiedenis. Niet ik verafschuwde honden maar honden verafschuwdenmij. Al in mijn jeugd in Nederland ben ik waarschijnlijk door iedere hond dieer rondliep gebeten. Zelfs door die truttige keffertjes van oude deftige vrouwtjes.‘Oh, dat doet ie nou nooit’, riepen ze dan, van die keurige kakwijven op hetHaagse Lange Voorhout, nadat hun harige rolmops mijn broekspijp aan flarden hadgescheurd.
“Toen ik eenmaal in Suriname was, realiseerde ik mij dat ikniet om honden heen kon. Al was het maar omdat ze mij konden waarschuwenwanneer er ongure typetjes voor de poort stonden. En dus ben ik best wel blijmet Job en kijk ik verlangend uit naar zijn roestvrijstalen kaken. Hoewel, aanzijn zuinige blafje te horen, vrees ik het ergste. Maar gek genoeg ben ikbinnen een mum van tijd van het beestje gaan houden. Hij was nog geen uur hier,ik lette even niet op en hij smeerde hem. Ik ben op de fiets een half uur opzoek naar hem geweest in de buurt, een van mijn dochters verklaarde mij voorgek: ‘Pa, jíj op zoek naar een hond? Dat heb je nog nooit gedaan! Ben je wellekker? Of dronken?’ Terwijl hij bij terugkeer van mijn zoektocht keurig voorde poort zat te wachten tot ik terug was. Ik was er ingeluisd.
“Inmiddels hebben we hem al weer zo’n week of zes. Mijndochtertje van zeven was natuurlijk dolblij, want afgezien van wat vogeltjeshadden we nog geen huisdier. Dus Job moest onmiddellijk op schoot vertroeteldworden. Maar dan moest hij dus wél eerst ontsmet worden, want van de Highway kanmen de raarste ziektekiemen meenemen, dat is bekend.
“Dus moest ze met haar van liefde en tederheid overlopendgemoed wachten tot de volgende dag zodat Job na zijn wasbeurt in de zon kondrogen. En daar zat hij dan, die ochtend, heel braaf en een tikje ontredderd inzijn teiltje. Inmiddels zijn ze gek van elkaar, wacht hij bij de poort tot zijnbazinnetje uit school komt, spelen ze de godganse dag op het erf… Op het erf,ja, want ondanks verwoede pogingen zijnerzijds is het hem nog niet gelukt naarbinnen te glippen.
“We hebben de keerzijde van een hond nu ook wel weerontdekt. Al een paar keer in de stront getrapt die hij op de meest onhandigeplekken op het erf laat vallen. Om nog maar te zwijgen van zijn eetgewoonten,een varken werkt zijn maal netter naar binnen. Maar ach, we vergeven het hem.Volgens mij heeft ie het wel naar zijn zin en realiseert hij zich maar al tegoed dat ie bij ons thuis aanmerkelijk beter af is dan met een zak over zijnkop op de Highway.”