Joden als speelbal
Nadat Suriname in 1667 overging in Nederlandse handen, wilden de Engelse autoriteiten haar onderdanen evacueren. En daaronder viel volgens hen ook de Joodse bevolking. De Joden die zich in Suriname hadden gevestigd, hadden van de Engelse autoriteiten speciale privileges gekregen en werden nu plots zelfs beschouwd als ‘Engels geboren’. Maar hierover ontstond een geschil tussen Nederland en Engeland, blijkt uit onderzoek. De Engelsen gebruikten daarbij een begripsbepaling van ‘burgerschap’, die in de kolonie zou afwijken van grootstedelijke normen: de Joden waren Engelse onderdanen. Maar volgens de Nederlandse gouverneur waren de Joden leden van de ‘Hebreeuwse natie’, en konden dus onmogelijk de Engelse nationaliteit hebben. Uiteindelijk zijn de meeste Joden gebleven, maar duidelijk wordt weer de discutabele status van de bevolkingsgroep; als speelbal tussen twee imperialistische machten.
Journal of British Studies