Johan Adolf Pengel
Kunsthistoricus Bart Krieger bespreekt elke maand een kunstwerk
Kunstwerken zijn op verschillende manieren te ‘lezen’. Met het oog, het hart en het hoofd. Het oog levert een objectieve beschrijving op, het hart een emotionele subjectieve en het hoofd kan het geheel in context plaatsen en hier betekenis aan geven. Deze maand het standbeeld van Johan Adolf Pengel, 1974, door Stuart Robles de Medina.
Wat zien we?
Midden op het Onafhankelijkheidsplein staat een meer dan manshoog (vijf meter!) bronzen standbeeld op een sokkel. Het is een man met in zijn rechterhand een hoed en een staf. Van zijn postuur is af te lezen dat hij een levensgenieter is. De man is in ‘actie’: hij slentert.
Wat voelen we?
Gemoedelijkheid en rust. Zijn natuurlijke glimlach toont charmante vriendelijkheid.
Wat weten we?
Het is Johan Adolf Pengel die tussen 1950 en 1970 een grote rol speelde in de Surinaamse politiek als emancipator van Creolen, als leider van de Nationale Partij Suriname en als minister-president (1963-1969).
Het standbeeld is realistisch, als uit het leven gegrepen. Pengel, in de volksmond liefkozend Jopie genoemd, was in deze treffende gelijkenis bijna dagelijks in de straten van Paramaribo te bewonderen.
Betekenis?
Achter dit realistische beeld hoeft geen dubbele betekenis gezocht te worden. Het is wat het is. Toch kan ik het niet laten erop te wijzen dat Pengel niet alleen zijn mannetje stond in de politieke arena, maar dat hij ook heel goed in de gaten had dat ‘kleren de man maken’. De hoed en staf lijken onbetekenend, maar dergelijke attributen werden vanaf de oudste beschavingen in Egypte, maar eigenlijk overal ter wereld, gebruikt om status en macht te onderstrepen. Zelfs bij de Marrons uit het binnenland van Suriname, zoals blijkt uit de tekeningen van Pierre Benoit, gepubliceerd in 1839. De hoed kan trouwens daarnaast als symbool staan voor vrijheid. De ‘vrijheidshoed’ stamt ook uit de klassieke oudheid. Cicero (Romeins filosoof uit de eerste eeuw voor Christus) schreef dat de vrijgelaten of vrijgekochte slaaf als teken van vrijheid een hoofddeksel mocht dragen. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog, in de tijd van Willem van Oranje, werd dit symbool in de Noordelijke Nederlanden nieuw leven ingeblazen.
Net als Willem van Oranje was Pengel een voorvechter van emancipatie en in die zin ook van broederschap. De goede samenwerking die Pengel met Jagernath Lachmon had, werd zelfs omgedoopt tot ‘verbroederingspolitiek’. Hiermee werden volgens kenners rassenrellen tussen Hindostanen en Creolen voorkomen, zoals die zich in de buurlanden manifesteerden; gelijk de verbroedering die Willem van Oranje tussen katholieken en protestanten bewerkstelligde. In dit licht is het niet gek dat het beeld van Pengel sterk doet denken aan staatsieportretten van Willem van Oranje en zijn (klein)zonen. Voor veel Surinamers, vooral Creolen, is dan ook niet Willem van Oranje, maar Jopie Pengel ‘Vader des Vaderlands’.
Stuart Robles de Medina Stuart Robles de Medina studeerde in Tilburg (Nederland) en ging terug naar Suriname waar hij opleidingen tekenen en handenarbeid opzette. Als kunstenaar heeft Robles de Medina grote opdrachten gekregen. |