Jolanda Wassenaar
Voor een gesprek met Jolanda Wassenaar moeten we naar de Possentriestraat, een smalle straat in een kinderrijke buurt. De straat blijkt toch nog breed genoeg om er in vliegende vaart door te rijden. We hebben pas 85 verkeersdoden. Met Jolanda praten we over haar aanhouding op 17 juni van vorig jaar, het geïsoleerde verblijf van zes dagen, haar trauma en verwerking. En natuurlijk over haar relatie met collega-acteur Jerrel Vierklau, die nu in Nederland wegens drugssmokkel in de cel zit.
Het zal u niet verbazen, Jolanda was niet de liefste thuis: “Als jong meisje had mijn moeder altijd problemen met me: vrijpostigheid en wangedrag. Als de leerkracht me iets zei, gaf ik haar antwoord. Als ze een schrift voor me gooide, raapte ik het op, maar ik zei haar ook: ‘u hoeft mijn schrift niet te smijten’.”
Met diezelfde vrijpostigheid, zo u wilt mondigheid, dient ze de dames en heren in Holland van repliek als die haar bij het laatste bezoek aan Nederland aanhouden en visiteren. “Ik moest naar het toilet, die deur moest open blijven. Twee stonden er te kijken. Ik had een inlegkruisje en ze vroegen: ‘waarom gebruikt u een inlegkruisje’? Ik zeg: ‘kent u het niet, weet u niet wat het is? Gebruikt u het niet? ’
“Ze haalden al mijn kleren uit die koffer, brap, brap, brap. Die kleren waren netjes gevouwen. Ze riepen mij om ze weer in de koffer te zetten. Ik deed het niet. Die kleren waren netjes gevouwen in de koffer; als je ze weghaalt, moet je ze ook weer vouwen en in die koffer doen. Je gaat mij niet roepen om het te doen. Toen zei die mijnheer, je mag het weten: ‘al heeft u niks gedaan, we gaan u aanhouden’. Ik zeg hem mijn kleren weer netjes te zetten. Hij zegt: ‘wilt u dat beleefd vragen’? Ik zeg: ‘beleefder kan ik je niet vragen. Ik heb je gezegd, vouw mijn kleren en zet ze terug in mijn koffer’.
“Die mijnheer beweerde”, hier gaat Jolanda’s stem de hoogte in, “jullie zijn samen naar Zanderij gegaan’. Ik zeg: ‘nee, jij kan niet voor mij bepalen, ik zég u wat er is gebeurd’. Hij zegt: ‘wij hebben anders gehoord’. Ik zeg: ‘als je alles weet, waarom vraag je me dan nog’. Hij zegt: ‘oké al heeft u niets gedaan, u heeft een onaangename geur, uw ogen zijn rood, uw tong is wit, ik weet dat u heeft geslikt’. Ik zeg: ‘ben je er zo zeker van? Jullie mogen me scannen’. We zijn gescand en op een gegeven moment werd er gezegd dat iedereen wordt aangehouden. Ik vroeg: ‘op grond waarvan?’ Op grond van verdenking. ‘Waarvan verdenken jullie me dan?’ Van groepssmokkel. Ik zeg: ‘oké, en hoelang duurt dat?’ Drie dagen. Waar ik gek van werd was toen men die derde dag zei, ‘het wordt verlengd met nog drie dagen’. Ik kon doodvallen
Trauma
“Het was een dieptepunt in mijn leven Ik had echt een trauma, maar toen ik hoorde dat mijn zaak was afgelopen, dacht ik, ik wil toch een keertje met opgeheven hoofd naar Nederland gaan, om te bewijzen, ik kom. Ik kom om toneel te spelen. Als ik schuldig was dan zou ik misschien zeggen, ik ga niet meer. Ik heb nog steeds een trauma. Ik had gedacht dat ik met het spelen van ‘A bigi tori fu Schiphol’ alles zou vergeten, maar het lukt me gewoon niet. Ik wil niet constant onder behandeling zijn. Als ik naar de psychiater blijf gaan, kan ik ook niet toneel spelen. Hij geeft me ziekendagen en als je ziek bent kun je niet spelen. Toneel is mijn afleiding, als ik toneelspeel vergeet ik alles. Als ik van de psychiater kom, neem ik al mijn bagage weer mee.
“Wanneer ik deuren hoor dicht slaan, vooral als ik alleen thuis ben, ik doe niets, ik lig, bam, schrik ik. Het lijkt alsof ik wil schreeuwen. Ik denk, mijn God, wanneer gaat dit ding me loslaten. Men zegt, ‘je moet loslaten’, maar het is moeilijk. Ik heb geen van die zes dagen gegeten, ik had geen zin om te eten, omdat ik vond dat ik onschuldig was, echt onschuldig. Ik dronk alleen. Mijn haar was helemaal afgevallen. Op een gegeven moment zag ik die wanden op me af komen. Ik was geïsoleerd. Ik mocht met niemand praten, alleen met mijn advocaat. Dat was het ergste, ik wens het niemand maar dan ook niemand toe.
“Als die deuren dichtslaan ben je alleen, je weet niet wanneer het dag is, je weet niet wanneer het nacht is. Als er brood, of warm eten komt heb je wel een idee hoe laat het kan zijn. Het waren lange dagen en lange nachten. In de cel heb je een bed, een televisie, een toilet, dat is alles. Geen ramen, niets. Maar die televisie is ook een trauma. Ik zette hem een dagje aan. Ik zie mijn foto, en ik hoor: ‘de president is diep geschokt over de aanhouding’.”
Betast
Bij de honderdprocents-controle voerde men Jolanda en de anderen af naar aparte kamers. “Ze vragen: ‘wie heeft die tickets gekocht, wat komen jullie hier doen, hoe heet dat toneelstuk dat jullie gaan opvoeren? Vertel een beetje erover. Hoelang ben jij al in de vereniging?’. Bij iedereen dezelfde vragen, om te kijken of het klopt. Ze hebben mijn borsten van alle kanten betast, tilden ze op, voelden eronder. Ik had ze niet doorgegeven dat ik last heb van suikerziekte. Op een dag heb ik het bewustzijn verloren. Toen hebben ze me geprikt, mijn suiker was 21. De dag dat ik vrij kwam hebben ze me weer geprikt, toen was het acht. Ik piekerde en huilde de hele dag. Ik kreeg tabletten om te slapen.”
Op 22 september ging de zaak voor. Er waren geen bewijzen voor groepssmokkel en diezelfde dag werd Jolanda vrijgelaten. “Mijn zus kwam met papieren om te bewijzen dat ze werkte en dat ze voor me kon zorgen, die tien dagen dat ik nog in Nederland zou blijven. Zo niet dan zou ik terug moeten gaan naar Suriname. Mijn zus barstte in tranen uit, ik ook natuurlijk. Ik zag er helemaal niet goed uit. Toen ik naar Suriname ging had ik echt nog vrees dat ze me zouden zeggen: ‘mevrouw gaat u weer terug in de cel’. Ik zei aan mijn zus: ‘pas wanneer ik door de douane ben, kun je weg’.”
Daarmee was de zaak nog niet klaar. Terug in Suriname werd haar telefoon afgeluisterd. “Ik had een vriend die me elke dag belde. Ze hebben dat nummer laten onderzoeken. Toen er niets uit de bus kwam, hebben ze de zaak geseponeerd.”
Schadeclaim
Intussen is er een schadeclaim ingediend, honderd euro per dag werd geboden, achtduizend euro heeft Jolanda gevraagd. “Achtduizend, dat is niets. Ik moet mijn advocaat betalen. Ik heb schade geleden. Mijn spotjes zijn stopgezet. Van bepaalde spotjes heb ik dat geld tot nu toe niet gehad. Reclameborden zijn weggehaald. Ik had dingen gekocht op afbetaling. In Nederland zou ik optreden, met dat geld kon ik aflossen. Maar ik werd aangehouden, niets gaat door. Mijn groep is stil blijven zitten, terwijl we bijna elk weekend optraden. Dat kan niemand me teruggeven.
“Ik heb behoorlijk veel verloren. Organisaties zeggen, ‘ik vertrouw het niet meer om met A Sa Go in zee te gaan’. Ik kreeg een visum voor een jaar, dat gaat ook niet meer door. Mijn kinderen hebben er onder geleden, mijn familie. Ik lijd er nog steeds onder. Terug in Suriname, zei ik ‘ai Nederland, ik had niet gedacht dat ik zoiets zou meemaken’. Mijn psychiater zei me ‘het is teveel’, eerst de moord op mijn neefje en dan die aanhouding. Ik kon op een gegeven moment niets meer. Ik zei, ‘als er nog wat bij komt dan denk ik niet dat ik het ga overleven’.”
Van de psychiater krijgt ze tabletten, Fenergan en Diazepam en een folder over stress, ‘lees dit’. “Hij zei: ‘ik moet je helpen, maar je moet er zelf ook aan werken’.” Ze krijgt hulp van familie, vrienden, die nemen haar mee naar de waterkant of naar een feestje. “Maar op het moment dat ik weer alleen ben, hoor ik constant die deuren van het cellenhuis. Soms zeg ik tegen die kinderen ‘hé doen jullie rustig, want het lijkt alsof ik gek word’. Ik voel dat ik die behandeling van de psychiater nog nodig heb.
“Eerlijk waar, toen ik pas vrij kwam, was ik verbitterd over de president. Nu denk ik, ‘het is de informatie die hij gekregen heeft’. Hij heeft me gedecoreerd dus ik vond, misschien moest hij even afwachten voordat hij zijn mening gaf. Iemand ga je niet zomaar decoreren. Wanneer je zeker bent dat de persoon een voorbeeld is, dan ga je decoreren. Zoiets hoefde hij van mij niet te verwachten. Ik heb een goede naam in Suriname. Ik ben niet gek om mezelf te breken terwijl ik gedecoreerd ben, dan geef ik de president schande toch.” Als alles achter de rug is wil Jolanda toch nog haar verontschuldigingen aanbieden aan de president en hem zeggen: “Kijk nu heb ik de bewijzen dat het niet zo is.”
Teleurgesteld
Nog even over collega acteur Jerrel Vierklau die onlangs werd aangehouden met een record aantal bolletjes in zijn buik, voor een laatste kwaliteit van Jolanda: trouw door dik en dun. “Ik vind het erg. Hij heeft me verrast. Ik had nooit gedacht dat hij zoiets zou doen. Het kwam als een klap in mijn gezicht. We waren bezig met een belangrijk toneelstuk, waarbij we onze naam moesten gaan maken. Hij weet precies dat hij A Sa Go heeft geschaad. We hebben nu geen contact. Als hij terug komt en hij komt naar me toe, ga ik hem ontvangen. De eerste vraag zal zijn ‘waarom?’.
“Wij waren de trekkers van de vereniging. Hij is op eigen houtje weggegaan, hij is zelf verantwoordelijk voor zijn daden. Ik ben diep teleurgesteld, maar we hebben goede tijden gehad, dus ik zeg niet dat ik nooit meer met hem ga bemoeien. Hij en ik, we waren als broer en zus. Hij is mij verantwoording schuldig, want men praat over Jerrel Vierklau van A Sa Go.
“Een volgende keer vertrek ik alleen met mensen van A Sa Go en niemand anders. Dat wat ik heb meegemaakt, wil ik absoluut niet meer meemaken. Natuurlijk ga ik tot die mensen praten voor ik vertrek. Als ze in Nederland een honderdprocents controle willen doen, dan zeg ik: ‘Ja we ondergaan het’. Dan zien ze, ai niemand van A Sa Go is schuldig.”