Karin
Wat is er aan de hand met die Surinaamse vrouwen? De ene na de andere roman doen zij verschijnen. Michiel van Kempen, de grote kenner van de Surinaamse en Antilliaanse letteren, heeft uitgerekend dat er sinds het jaar 2000 meer Surinaamse romans zijn uitgegeven dan in alle jaren daarvoor. En, dat kwam er nog eens bij, ze zijn vrijwel allemaal geschreven door een vrouw.
Karin Amatmoekrim (1976) debuteerde in 2004 met haar roman‘Het knipperleven’. Recentelijk was hier in Amsterdam de presentatie van deopvolger: ‘Wanneer wij samen zijn’. Hoewel het debuut lovend werd besproken, isdit tweede boek misschien nog wel interessanter, omdat de schrijfster het spoorterug volgt van haar eigen leven naar dat van haar voorouders, Javaansecontractarbeiders in Saramacca.
Over die groep is eigenlijk nog maar weinig geschreven. Datheeft misschien te maken met het gegeven dat de Javanen van nature bescheidenmensen zijn, in elk geval minder uitbundig dan de Creolen en minder ambitieusdan de Hindoestanen. Mogelijk ligt aan die houding een sluimerendminderwaardigheids-complex ten grondslag, vermoedt Amatmoekrim. De Javanenkwamen indertijd op vrijwillige basis op de plantages werken, iets wat hen doorde nazaten van de slaven generaties later kennelijk nog steeds wordt nagedragen.
Wie de bizarre levensgeschiedenis van de voorouders vanAmatmoekrim tot zich neemt, zal van zulke gevoelens geen last meer hebben. Eendiep respect dringt zich op voor de mannen en vrouwen die in een nieuw landonder vaak erbarmelijke omstandigheden een bestaan probeerden op te bouwen.Overleven was in alle levens een rode draad, en eigenlijk gold dat zelfs ooknog voor Amatmoekrims moeder, die begin jaren tachtig de oversteek naarNederland maakte en zich met haar drie kinderen in een troosteloos flatje inIJmuiden vestigde.
En nu is er het tweede boek van haar oudste dochter, zelfinmiddels ook moeder geworden van een meisje. Ik praat met Karin Amatmoekrimover dat boek en denk na over de lange weg die haar genetisch materieel door deeeuwen of materiaal heen heeft afgelegd. Ongetwijfeld zullen haar voorouderstrots op haar zijn. Omdat ze een boek heeft geschreven, maar ook omdat ze haarkind een veilig en verzorgd leven kan bieden, mede dankzij de offers die degeneraties voor haar hebben gebracht. En moeder Amatmoekrim? Die moest huilenna het lezen van het manuscript. En daarna zei ze: het is allemaal waar.
Patrick Meershoek is journalist van hetAmsterdamse dagblad Het Parool.