Kindersterfte in Suriname
Je kunt je afvragen wat voor zin het heeft om een medisch manuscript uit 1910, dus van meer dan een eeuw geleden, als boek uit te geven. Maar als je je wat meer in de achtergronden van Kindersterfte in Suriname, een erfenis uit de slavernij verdiept, dan word je toch nieuwsgierig. Zeker als je bedenkt dat niemand minder dan de Surinaamse medicus Paul Flu de man achter het bewuste manuscript was. In Paramaribo is zelfs een straat naar hem vernoemd die, niet toevallig, langs het Academisch Ziekenhuis loopt.
De in 1884 geboren Flu (1884-1945) gaf als jonge arts in 1910 een lezing waarin hij zijn bevindingen van een onderzoek naar de zorgwekkende kindersterfte in Suirname uit de doeken deed, maar ook vooral oplossingen aandroeg. Flu legde in ieder geval de vinger op de zere plek: vooral kinderen die niet in stabiele gezinnen geboren werden, liepen een grotere kans om voortijdig te sterven. Ook de gebrekkige medische zorg kon wat hem betreft wel beter, met name voor kinderen. Hij pleitte onder meer voor het opzetten van consultatiebureaus, een unicum in die tijd.
De koloniale bestuurders vonden het allemaal maar niks, volgens schrijver Makdoembaks ‘omdat de doelgroep de kosten die Flu’s oplossingen met zich mee zouden brengen niet waard was’. Flu’s bevindingen verdwenen vervolgens in een la, waar Makoembaks ze enkele jaren geleden weer uitviste. Flu schopte het overigens uiteindelijk tot hoogleraar tropische hygiëne en rector magnificus van de Universiteit van Leiden.
Makdoembaks publiceert in dit boek intergraal het manuscript van Flu en plaatst het in een cultuur-historische context, met zijn eigen commentaar en conclusies. Wel bekruipt je het gevoel dat hij dit boek vooral heeft samengesteld om zijn eigen punt duidelijk te maken: dat de koloniale Hollanders zich allesbehalve netjes hebben gedragen in de overzeese gebiedsdelen. Dat is veelal ook zijn handelsmerk in andere boeken die hij heeft geschreven. Zoals in Goelag in de Indische Archipel (2008), over onder meer de stakende arbeiders van Alcoa (Suriname) en Chinese stokers van Shell en Lago (Curaçao) die tijdens de Tweede Wereldoorlog als staatsgevaarlijk werden beschouwd.
Zijn gepubliceerde onderzoek naar het leven van Louis Doedel (2008) is vooral een aanklacht tegen de koloniale dictatuur en het racisme van de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. Al die boeken heeft hij volgens eigen zeggen geschreven omdat hij van mening is dat eerder onderzoek onvolledig, gecensureerd en eenzijdig (lees: teveel vanuit Hollands perspectief) is.
Makdoembaks mag dat natuurlijk vinden. En het moet gezegd, al zijn boeken zijn gebaseerd op gedegen onderzoek, de punten die hij wil maken zijn prima onderbouwd en gedocumenteerd. Maar als lezer bekruipt je wel het gevoel dat hij het de wereld keer op keer wil inwrijven dat het koloniale bewind weinig goeds heeft gebracht. Inkoppertjes om dat aan te tonen, kopt hij maar al te graag in. Maar ook als het niet nodig is, doet hij van zich spreken. Daardoor vervalt hij in herhalingen. Voor wie dat echter negeert of door de vingers kan zien, is Kindersterfte in Suriname, een erfenis uit de slavernij een leerzaam boek.
Kindersterfte in Suriname, een erfenis uit de slavernij. Verzwegen werk van prof. Dr. P.C. Flu, Nizaar Makdoembaks, 2014, Uitgeverij de Woordenwinkel, ISBN 978 90 76286 19 8