Kleine rijstboeren tussen hoop en vrees
Ook voor de kleinere rijstboeren zijn het goede tijden. Hoewel de grondstoffen duurder zijn geworden, zorgt de grote vraag naar rijst ook voor hogere prijzen in de winkels en daarmee dus voor een stijging van de inkomsten. Maar plannen van de overheid om de export mogelijk aan banden te leggen, maakt het toekomstbeeld van de rijstboer onzeker. “Met de export verdien je nu gegarandeerd”, zegt Jaichand Hira, al bijna veertig jaar als zelfstandige in het vak. “Maar als de overheid de export gaat stoppen, dan gaan wij stoppen met pellen.”
Langs de Hiraweg, vernoemd naar de familie Hira die er al woonde voordat er een weg was, staan aan beide kanten veelal bescheiden woningen. Erachter liggen, bijna zover als het oog kan zien, de rijstvelden. Bij een klein huisje hoort nog geen één hectare grond, het huis ernaast staat aan het begin van ruim twee hectare. Hoe groter de lap grond, hoe groter het huis.
Jaichand Hira heeft als enige in de straat een tractor voor de deur staan. Hij heeft zijn land al onder water gezet, want hij bezit een pomp. De padie van de afgelopen oogst ligt te drogen, de tweedehands machine waarbij het kaf als brandstof wordt gebruikt, doet zijn werk goed. “Morgen gaan we inzaaien”, zegt hij, terwijl hij naar zijn vier hectare grond wijst. Bergen zaadjes liggen onder een blauw zeil te kiemen voordat ze, met de hand, de grond in gestopt worden. Voor het oogsten straks is een combine nodig, maar die huurt hij. “Dat zijn geen grapjes, dat zijn dure dingen. Zeker nu de dieselprijs zo hoog ligt.”
Wachten
De kleinzoon van zijn broer, Shampersad Hira, woont schuin tegenover hem. Hij had een pluimveebedrijf, maar kon het hoofd niet boven water houden vanwege de concurrentie uit het buitenland. Nu gebruikt hij zijn grond om padie te planten. “Hij is altijd haantje de voorste”, vertelt hij over Jaichand. “Hij heeft de pomp, dus hij kan zijn land onder water zetten. Wij moeten gewoon wachten tot het door de regen onderloopt. Wij kunnen morgen nog niet zaaien, pas als hij klaar is met zijn machines kunnen wij ze gebruiken.”
Aan regen toch geen gebrek de afgelopen tijd. Sommige boeren zagen zelfs hun land onder water lopen toen ze nog niet eens klaar waren met oogsten. Shampersad is bang voor de veranderingen in het klimaat. “Nu gaat het nog goed. Maar wat gaat er straks gebeuren als de regen niet ophoudt? Op een gegeven moment moet je je land kunnen droogleggen. Blijft het regenen, dan rot je padie weg waar je bij staat.”
Het gaat in de rijstwereld vaak over ‘straks’. Slechts op twee momenten per jaar wordt er geld in het laatje gebracht, waarvan geleefd en geboerd moet worden. Het is nu zaaien en over honderd dagen oogsten. Geen mens die nu ook maar iets zinnigs kan zeggen over hoe hoog de prijs aan het einde van het komende seizoen zal liggen. “Afgelopen keer heeft iedereen kunnen lachen”, vertelt Shampersad. “We hadden een lage inbreng van grondstoffen en toen ineens gingen de prijzen wereldwijd zo omhoog. Dus verdienen we veel over dat ene seizoen gerekend. Maar nu is alleen al het klaarmaken van een hectare drie keer zo duur door de hoge brandstofprijzen en steeds duurder wordende chemicaliën. Eerst betaalde ik 11 srd per fles en nu is dat gestegen naar 26 srd.”
Export
Het zijn vooral de tussenhandelaren die in deze tijden het meeste geld verdienen, vertellen de boeren. “Wij verkopen aan een tussenhandelaar, en die zorgt voor de verkoop of de export. In de export werkt het zo: wie het meeste biedt, die koopt. Ik verkoop het aan hem en hij kan op zoek naar de hoogste bieder”, legt Jaichand uit.
In de hoop op blijvend hoge prijzen gaan de boeren hoogstwaarschijnlijk meer zaaien dan vorig seizoen. Het gevaar ligt voor de Hira’s in de regelgeving over de export. “Hoe kan je nu de export aan banden gaan leggen als de pellerij nog vol padie ligt? Er is echt geen tekort en over drie maanden hebben we weer rijst. Straks is er zoveel rijst dat de prijs in één klap daalt. Maar de brandstofprijzen blijven hoog.” Shampersad snapt niks van de mogelijke maatregel van de overheid. “Ze zien dat het nu eindelijk goed gaat met de rijstboeren en nu ruiken ze geld en komen ze er hun neus in steken.”
Toch zet Jaichand de uitbreidingen van zijn bedrijfje door. Hij gaat meer padie planten en de opslagloods moet groter worden, zodat er nog meer padie in past. Hij koopt ook padie op van rijstboeren in de buurt die zelf geen machines hebben. “Je moet moderniseren om mee te draaien. Je moet alles wat je verdient weer in je bedrijf stoppen.” Trots laat hij de roodgroen bedrukte rijstzakken zien: ‘Hira’s rijstbedrijf’. Aan weerszijden staan hoge rijsthalmen. “Want zonder naam verkoopt je rijst tegenwoordig ook niet meer.”
Boeven
Jaichand spreekt heel fel over de overheid. Hij is werkelijk van plan te stoppen met pellen als de export tegengehouden gaat worden. “Iedereen hier hoor, allemaal houden we op met pellen. Maar bedrijven als Manglie of Paloma, nee, die zijn niet te stoppen.” De velden van Hira liggen bijna in de achtertuin van het enorme bedrijf van Manglie. “Wij hebben geluk dat deze percelen al jarenlang familiebezit zijn. Maar als je grond wil kópen, krijgen mensen met kapitaal de beste stukken grond. Wie minder heeft krijgt bos. Het is allemaal politiek in die grote bedrijven. Ze gaan mee met welke politieke wind er waait. Al het geld in die bedrijven is geld van de staat. Daarom is Manglie nu groot. Hij kon goedkoop dollars kopen, wij moesten dat voor veel meer guldens op straat doen. Boeven zijn het!”
Of het exportbeleid nu wel of niet nieuwe regelgeving krijgt, de komende weken zullen de rijstboeren aan de Hiraweg druk bezig zijn met inzaaien en de zorg voor beginnende rijsthalmpjes. Eind augustus weten de Hira’s of ze dit seizoen lachend kunnen afsluiten. Shampersad adviseert: “Iedereen in Suriname moet de luxe dingen laten en gewoon even doorbijten.”
INGE MATHIJSSEN