Koninginnedag: feestje of K-dag?
Het is geen Surinaams feestje, de Hollandse Koninginnedag. Maar toch gaat het hier niet ongemerkt voorbij, al was het maar om het oranjegevoel van de vele Nederlanders in Suriname wakker te houden.
In het licht van de menselijke evolutie is het minder dan een druppel in een stortbui, maar in de laatste dagen van juni 1988 begon in Nederland een maatschappelijke verandering die tot de dag van vandaag voortduurt. Een collectief volksgevoel van nationale vreugde dat zich tot die tijd uitslutend openbaarde tijdens carnaval en Elfstedentochten. In de nationale euforie rond het in Duitsland behaalde voetbalsucces, manifesteerde zich tevens een niet minder oprecht gevoel dat een keertje gek doen met zijn allen niet alleen ontzettend leuk bleek te zijn, maar ook net zo louterend was voor het nationale gevoel.
Toen het WK in 1990 anders verliep dan gedacht en het EK van 1992 in Zweden ver weg leek, bleef de oranjekoorts onderhuids broeierig kriebelen en moest er uit. Een oplossing was snel gevonden, de toch al oubollige Koninginnedag onderging het jaar erop een extreme-make-over.
Sindsdien blijft het een wat merkwaardig fenomeen : Nederlanders en hun Koninginnedag. De ene helft spreekt de voorkeur uit voor een Republikeinse staatsvorm, de andere helft weet niet wie de buren in de straat eigenlijk zijn, maar eens per jaar stroomt het hele land in een oranje uitdossing massaal de pleinen op om in een ongekende broederlijke saamhorigheid de tulpjes goed
buiten te zetten. Nederlanders in Suriname die een onbedwingbare behoefte voelden om op Koninginnedag elkaars gezelschap op te zoeken, kwamen tot een paar jaar geleden aan hun trekken op de door de Nederlandse ambassade georganiseerde receptie. Hoewel er formeel wel een soort uitnodigingsbeleid bestond, kwam het er in de praktijk op neer dat iedereen die ook maar een beetje op een Nederlander leek van harte welkom was om een driewerf hoezee uit te brengen.
Een combinatie van de zuinige zakelijkheid, gepredikt door vier kabinetten-Balkenende en diverse opeenvolgende ambassadeurs die toch al wat minder gecharmeerd waren van dronken stage-lopers die in hun zwembad wilden plassen, hebben er toe geleid dat de ambassade zich tegenwoordig beperkt tot een keurige receptie, strikt voor genodigden en stipt om negen uur afgelopen. Op zich volkomen terecht. De taak van een ambassade is het dienen van de belangen van de Nederlandse overheid in den vreemde. Het faciliteren van wildplassers of het gratis verstrekken van zoute haring aan verstokte republikeinen die al veertig jaar niet meer in Nederland zijn geweest, kun je dan ook moeilijk tot de kerntaken rekenen.
Omdat toch elk jaar iets van oranje-gedoe onder de Nederlandse gemeenschap ontstaat wanneer 30 april nadert, begon de ambassade feesten te initiëren en deels te financieren, zonder openlijk bij de organisatie betrokken te willen zijn. Het zal niemand vreemd voorkomen dat een dergelijk scenario binnen de kortste keren totaal mislukte. Voor de toekomst zal dan ook een oplossing moeten komen waarbij de Nederlandse gemeenschap, samen met het aanwezige Nederlandse bedrijfsleven, haar verantwoordelijkheid neemt en een leuk feest organiseert.
Dit jaar lijkt daar een begin mee te worden gemaakt, dankzij hulp uit onverwachte hoek van de Nederlandse popgroep De Dijk. Midden vorig jaar liet de band weten graag tijdens Koninginnedag in Suriname op te treden. Gefaciliteerd door Torarica en met ondersteuning van KLM, Insel Air, Heineken en, verhip, daar zijn ze weer, de Nederlandse ambassade. Met als resultaat dat zowel een ieder die op 30 april oranjekoorts voelt opkomen, als mensen die helemaal niks met oranje-maffigheid hebben, maar wel van goede muziek houden, zich met een gerust hart naar Torarica kunnen begeven. Op de pier, vanaf een uur of acht. Leve de Koningin en driewerf hoera voor De Dijk!