Kort verhaal
Popcorn en cola
Al zolang ik het me kan herinneren, haat ik begrafenissen. Als ik het goed bekijk, ken ik maar weinig mensen die er daadwerkelijk van houden. Iedereen is in een droevige stemming. Je wil het niet, maar je moet daar zijn. Over de dode wordt alleen maar goeds gesproken, terwijl die bij leven in veel gevallen een kwal was. Vaak loopt er een dronken oom rond die op z’n minst twee keer de aandacht naar zich toe trekt. Velen van ons gaan naar een begrafenis uit respect voor de overledene en diens familieleden, om de persoon naar zijn of haar laatste rustplaats te brengen en daarbij de familieleden een hart onder de riem te steken. Dat is ook mijn taak bij deze begrafenis te Hodi Mihi Kras Tibi. Ik kom om Evelyn bij te staan. Terwijl zij tussen haar moeder en zus in zit, moet ik toegeven dat ze er best mooi uitziet. Weliswaar in het zwart gestoken, maar mooi. Het lijkt erop dat zij aanvoelt dat ik naar haar kijk, want even keert zij zich naar me toe en hebben we oogcontact. Een hele lichte smile, nauwelijks goed te zien, komt tevoorschijn. Ik trek mijn wenkbrauwen heel snel op om duidelijk te maken dat ik hier voor háár aanwezig ben en voor haar klaar sta in deze moeilijke periode. Zij wendt zich weer tot de dienst, want de dominee heeft het sein voor het gebed gegeven. De mensen in de zaal buigen massaal hun hoofd. Anderen gaan op de knie. Ik kijk nog even rond en buig ook mijn hoofd.
Evelyn ontmoette ik in de zomer van 2001 in Amsterdam. Het was mijn eerste keer in Nederland en ik had natuurlijk iemand nodig die mij wegwijs zou maken. Wat ik daar was gaan zoeken? Ik moest een verslag schrijven over het Kwakoe Zomerfestival. Over het ontstaan en de geschiedenis ervan en waarom het steeds zoveel Surinamers en andere ‘allochtonen’ aantrekt. Een leuk verhaal dus over het multicultureel festijn. Voor mijn vertrek had ik met mijn penvriendin afgesproken dat zij mijn gids zou zijn in patatakondre. Zij was daar jaren eerder met haar moeder en zus naartoe verhuisd, dus kende ze het land best goed. Bij de eerste indruk ging het al goed mis, ik deed mijn Surinamer-zijn eer aan; ik was namelijk laat. Enerzijds mijn schuld, anderzijds de schuld van een vervelende treinvertraging. Later leerde ik dat het een veel voorkomend fenomeen is. Ik kwam een half uur te laat voor onze eerste afspraak op het drukke Amsterdam Centraal. Iedereen had haast. Dus schuivend en bewegend langs de verschillende mensen kwam ik aan bij spoor één. Daar zag ik een vrij kort meisje zitten met groot haar. Geen afro, voor de duidelijkheid, maar naar achter getrokken. Ze zag er allesbehalve vrolijk uit. Wie zou blij zijn wanneer zijn afspraak een half uur te laat is; vooral in Nederland, waar tijd geld is. Ze sprong op van het bankje waar ze op zat en liep naar mij toe. Ik stak mijn hand uit en zei verlegen van schaamte: “Jij bent Evelyn, toch?” Zij schudde mijn hand en zei daar direct achteraan: “En jij bent laat!” Evelyn’s oma heeft best een indrukwekkend leven gehad in Suriname. Acht kinderen baren en grootbrengen is geen malligheid. Vooral niet in haar tijd. Maar zij mag trots zijn. Evelyn’s moeder was het voorlaatste kind. Wanneer ik luister naar de ervaringen die de kinderen delen met de aanwezigen, kan ik concluderen dat zij een goede jeugd hebben gehad. Ze zijn hun moeder dankbaar voor de offers die zij heeft gebracht. Het laat mij even ook denken aan mijn moeder, die, zonder man, hard heeft gewerkt zodat ik van een best zorgeloze jeugd kon genieten. Wanneer de moeder van Evelyn aan het woord komt, vertelt ze dat de familie blij is dat ze de negentigste jaardag van hun moeder nog hebben kunnen vieren. Ze is flink verwend die dag. Evelyn en haar zus staan aan weerszijden van haar om haar te steunen, want hoewel zij sterk probeert over te komen, nemen haar emoties toch de overhand. Ze kijken naar beneden en knikken wanneer hun moeder een jeugdherinnering vertelt. Ik dwaal even af met mijn gedachten, maar blijf toch kijken naar Evelyn. Zij is ontzettend veranderd sinds onze laatste ontmoeting. Ze is een hele dame geworden. Haar gezicht is niet meer kinderlijk, hoewel ik, wanneer ik in haar ogen kijk, nog steeds het ondeugende in haar zie. Ze is zelfverzekerder geworden en straalt vastberadenheid uit. Er zijn momenten geweest dat ik dacht zeker te weten dat wij het contact zouden verliezen. Zij in Nederland, ik in Suriname. Maar zij vertikte om het contact te laten sneuvelen. We hebben elkaar altijd wel wat nieuws te vertellen. En één ding waar wij altijd al van hebben gehouden, en wat ons bindt, is nog steeds de cinema. Het was zestien graden toen we in de Kalverstraat liepen, op weg naar bioscoop Pathé De Munt. We wilden eerst een burger pakken, maar dan zouden wij de filmvoorstelling niet halen. Dus werd het maar eerst de film. Als de popcorn onze honger niet had gestild, dan zouden we daarna alsnog gaan voor de burgerjoint. Onderweg naar de film had Evelyn het over het schooljaar dat zij goed had afgerond. Zij had na lang denken besloten psychologie te gaan studeren op de universiteit. Echter niet in Amsterdam, maar in Utrecht. Ze wilde toch maar op kamers; ze wilde zelfstandig worden. Ik maakte nog de grap dat kleine meisjes groot worden. Ze ving dat goed op met het antwoord: “wij kunnen niet altijd klein blijven”. En ze had gelijk. Samen naar de film gaan was een belangrijk onderdeel van onze vriendschap geworden, hoewel onze filmsmaak hemelsbreed verschilde. Maar dat was juist wat ons boeide. Wij konden eindeloze discussies over de film voeren. Bijvoorbeeld waarom de regisseur ervoor had gekozen om veel close-ups te gebruiken en of de film wel een diepere betekenis had en niet enkel als entertainment diende. We kochten de kaarten en gingen snel in de rij staan voor popcorn en cola. Zoals wij gewoon waren, kochten wij een large popcorn en een large cola; lekker delen om het goedkoper te maken. “Hoe gaat het schrijven van je artikelen”, vroeg zij mij toen wij de roltrap opgingen richting de filmzaal. “Het lukt aardig, ik ben bijna klaar en als je wil, dan stuur ik je ze om nog na te lezen. Dan kan je mij commentaar geven”, zei ik. Zij lachte en vond het goed. Eigenlijk was het een overbodige vraag, want ik stuurde haar altijd de artikelen op. Ik zag haar als een van mijn vaste eindredacteuren. We liepen de zaal in en gingen in het midden zitten. Zo hoefden we niet veel met onze hoofden te bewegen. “Ik ben benieuwd naar de film”, zei ze nog voordat de trailers begonnen. Ik begon popcorn te eten, terwijl zij een slok van de cola nam. Net voordat de film begon wisselden we. Degenen die laat waren gearriveerd op de uitvaart kunnen nog even afscheid nemen. Ik ben één van ze. Terwijl ik in de rij sta om langs de familieleden te gaan, kijk ik even om me heen. ‘Best een drukke begrafenis’, denk ik bij mezelf. Evelyn is helemaal aan het eind, merk ik op. Het handenschudden lijkt een eeuwigheid te duren, want behalve de acht kinderen moet ik ook hun partner en kinderen condoleren. Maar dan sta ik uiteindelijk voor Evelyn. Ze kijkt mij aan en kan een glimlach niet onderdrukken. We hebben elkaar al twee jaar niet gezien, maar dat is niet te merken. Een hand geven is niet nodig. Ik omhels haar en in mijn oor bedankt ze mij voor het komen. “Natuurlijk”, fluister ik terug. Dit moment maakt het me geen bal uit dat anderen achter mij staan om haar ook te condoleren. Ze vraagt mij nog net of ik meteen wegga. Ik verzeker haar dat ik tot het einde blijf. Ik condoleer haar moeder, die ook glimlacht, en ga staan bij de uitgang van de aula. Evelyn’s grootmoeder wordt nu naar haar laatste rustplaats gebracht. Evelyn is mijn beste vriendin. We zijn nooit meer dan dat geweest. Er was wel eens een moment… bij het uitgaan tegen elkaar geplakt in de drukte… Eén moment… Er is toch iets bijzonders aan een overvolle disco en Bob Sinclairs World Hold On. Die combinatie doet toch wat met je. Misschien was ik te bang om te handelen, of was zij juist te nuchter om zich over te geven aan de situatie. Maar het bleef bij dat moment. Even tien minuten lang staren in elkaars ogen, die van haar olijfgroen. Mijn linkerhand op haar heup terwijl mijn rechterhand op haar schouders rustte en mijn vingers met haar haren speelde. Door de rook van de club heen, kon ik haar lekkere parfum ruiken. Het was die dag dat ik realiseerde dat het meisje dat ik leerde kennen op haar zeventiende, een pracht van dame was geworden. Elke man zou blij zijn met maar een beetje van haar aandacht. Maar ik zou het niet zijn. De wissel van het lied naar een andere was ook het einde van het moment. We lieten elkaar los en gingen naast elkaar staan. “Shoarma halen na de club?”, vroeg ze mij nog. Ik bevestigde, we keken elkaar aan en lachten beiden uitbundig. Als de Sherwood Brothers je begeleiden naar je laatste rustplaats, dan weet je dat het allesbehalve rustig gebeurt. Er wordt uitbundig gedanst met de kist en enkele aanwezigen kunnen zichzelf niet meer inhouden. Waarom nog stilstaan bij het leed? Nu gewoon nog even plezier maken. De moeder van Evelyn danst met haar dochters op de plaats terwijl de andere familieleden genieten van het schouwspel. Met mijn handen in mijn zak loop ik even mee met de stoet die naar het graf gaat. Ik blijf op een veilige afstand kijken en wil vertrekken als plotseling Evelyn voor mij staat. Nogmaals bedankt zij mij voor het komen. Ik geef haar nog een omhelzing. Ze vraagt naar mijn plannen voor de avond. Ik zeg dat ik hoogstwaarschijnlijk een film pak in de avond. “Mag ik mee?”, vraagt ze. “Moet je de avond niet met je familie doorbrengen?”, vraag ik. “Ik denk wel dat zij mij vanavond kunnen missen, tenminste als ik met je mee mag naar de film”, zegt ze vastberaden. Ik merk op dat ik haar hand nog steeds vasthoud. Ze neemt nooit een handvol popcorn. Altijd maar een paar. Ze plaatst ze één voor één in haar mond en kauwt ze dan rustig. Ze neemt daarna een slok – niet een hele, ik denk eerder een halve – om de popcorn door te spoelen. Geen moment wijken haar ogen van het scherm terwijl ze dit ritueel herhaalt. Hypnotiserend vind ik dat. Ze klaagt wel als ze vindt dat ik te lang staar. Maar het is echt mooi om te zien hoe Evelyn popcorn eet en cola drinkt wanneer ze gefascineerd kijkt naar de film. Ze is niet zo’n slons als ik, die steeds popcorn laat vallen en morst met drank. Velen zeggen dat een ieder een geestverwant heeft. Ik heb daarop geen antwoord. Ik weet alleen wel dat wanneer Evelyn en ik een film pakken, de tijd langzamer gaat en soms zelfs stopt. Ze maakt mij blij en volgens mij maak ik haar ook blij. Hoe ik dat weet? Ik zie het in haar ogen. En nu verder naar de film kijken. The Dark Knight Rises. Ik ben benieuwd hoe die is.