Kortweg: Het virus is overal – Parbode Sneak Peek
In het midden van de jaren 60 kom ik voor het eerst in aanraking met de Surinaamse gemeenschap in Nederland. In gesprekken wordt mij duidelijk gemaakt dat er in Nederland ook gediscrimineerd wordt.
Tekst Anne Huits
Nee toch, roep ik met afgrijzen, wij zijn een vriendelijk gastvrij landje dat anderen met open armen ontvangt! Voorbeelden van het tegendeel doe ik af met de uitleg dat we het zo niet bedoelen en dat je het dus niet zo moet opvatten.
Eind jaren 70 logeert een vriend uit Suriname bij ons. Hij is in Nederland voor promotieonderzoek en begeleidt studenten. Op een avond komt hij opgewonden terug van het buurtcafé: “Ze willen niet geloven dat ik aan de universiteit werk!” Hij verdwijnt in zijn kamer, komt even later terug met een grote envelop en wil terug naar het café om de drinkebroers te overtuigen.
Het is eind jaren 80, ik woon en werk in Suriname. Ook ons mooi land heeft zijn zwakheden. Aanstaande leerkrachten blijken de vooroordelen over de verschillende bevolkingsgroepen prima op een rijtje te kunnen zetten. Politiemannen gaan bepaald niet zachtzinnig om met overtreders van de wet. We hebben ook onze ‘zwarte schapen’, maar in ieder geval zien ouders hun zonen hier niet met angst in het hart van huis vertrekken.
Hoe anders is dat in Amerika. Al jarenlang komen zwarte mannen door politiegeweld om het leven. Zo ook eind mei van dit jaar. Drie collega’s van de moordenaar kijken toe. De grens is bereikt. Mensen over de hele wereld, vooral jonge, protesteren massaal tegen dit laatste voorbeeld van politiegeweld en racisme.
Lees het hele artikel in het augustusnummer van Parbode