Het is begin maart. In ons land zijn er vooralsnog geen geconstateerde besmettingen met het coronavirus. Er is wel constant overleg en ons Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) overlegt druk mee in commissies en werkgroepen die ons moeten behoeden voor een ramp.
Tekst Anne Huits
Jerry Slijngard is de coördinator van het NCCR en hij is mijn vaste burcht! In gesprek met de Ware Tijd geeft hij aan, dat hij niet zeker is, of zijn centrum voldoende is voorbereid op een uitbraak van het coronavirus. Maar hij is samen met al die commissies en werkgroepen alert! Neemt u Slijngard kwalijk, dat hij een slag om de arm houdt? Immers, wanneer is er sprake van een uitbraak? En wanneer kunnen we stellen dat een voorbereiding voldoende is? Slijngard weet zeker dat voor twee of drie mensen ‘we het één en ander in huis hebben’. Drie testen, drie mondkapjes, drie ziekenhuisbedden, drie reserveringen op de intensive care en drie beschermingspakken?
Mochten er meer mensen besmet raken, een uitbraak bijvoorbeeld, dan weet Slijngard het ook even niet. Een uitbraak, dat wil zeggen ‘het plotseling ontstaan van een ziekte bij grote aantallen mensen of dieren’. In Italië steeg het aantal patiënten binnen twee weken naar meer dan drieduizend. Iedere dag kwamen er ongeveer vijfhonderd patiënten bij. Het aantal coronabesmettingen in Duitsland liep op een bepaalde dag van 250 naar 350. maar dat is Europa moet u maar denken. In ons land richt men zich begin maart nog op het voorkomen van besmettingen met adviezen via het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG).
Lees het hele artikel in het meinummer van Parbode
Nu populair
