Kousenband met garnalen
Oorsprong
Kousenband is waarschijnlijk de meest gebruikte groentesoort in Suriname. Maar de groente, die nog het best te beschrijven valt als een zeer langgerekte sperzieboon, komt oorspronkelijk uit tropisch Afrika. In de loop der eeuwen is het door emigranten (en vermoedelijk ook slaven) over de rest van de wereld verspreid. Inmiddels is het ook in Aziatische landen een onmisbaar ingrediënt in de keuken.
Kousenband groeit aan een klimmende plant die gemakkelijk uitschiet tot vier meter hoogte. De officiële naam luidt Vigna unguiculata subsp. Sesquipedalis. Sesquipedalis duidt op de uitzonderlijke lengte en betekent in het Latijn: ‘anderhalve voet lang’. De smaak komt deels overeen met die van sperziebonen, maar is wel krachtiger.
In tropische gebieden gedijt de plant het best en zijn bonen van negentig centimeter of meer eerder regel dan uitzondering.
In koudere landen wordt de groente in kassen gekweekt, maar dat levert kousenbandjes op van slechts dertig of veertig centimeter lang. De lange groene peul, de vrucht van de plant, bevat als hij doorrijpt een vijftiental niervormige, bruine of zwarte zaden. Kousenband met garnalen is vooral populair in de Javaanse keuken. Het gerecht wordt gebruikt met witte rijst of op brood.
Benodigdheden
250 gram middelgrote garnalen
400 gram kousenband
1 rode peper
3 teentjes knoflook
zout naar smaak
zwarte peper naar smaak
1 theelepel kerrie
3 theelepels tomatenpuree
1 kleine ui
1 tomaat
12 eetlepels olie
1 kopje water
Bereidingswijze
De kouseband in stukjes snijden en wassen. Olie verhitten, ui, knoflook en peper hierin fruiten; de gewassen garnalen toevoegen en enkele minuten meebakken. Vervolgens zout, peper en kerrie, tomatenpuree, gesneden tomaat en de kouseband toevoegen, goed omscheppen en enkele minuten bakken, tenslotte het water toevoegen en omscheppen. Het geheel 15 minuten zachtjes laten sudderen. Zout naar smaak toevoegen.