Kunstschatten: Project voor het Rijksmuseum Kröller-Müller
Kunstwerken zijn op verschillende manieren te ‘lezen’. Met het oog, het hart en het hoofd. Het oog levert een objectieve beschrijving op, het hart een emotionele subjectieve en het hoofd kan het geheel in context plaatsen en hier betekenis aan geven. Deze maand Project voor het Rijksmuseum Kröller-Müller (1984/85), door Stanley Brouwn.
Wat zien we?
Een tekstbord (in totaal tien, verspreid over het beeldenpark van het museum) gemaakt van kunststof op een roestvrij stalen standaard zoals die in Nederland door Staatsbosbeheer en beheerders van historische tuinen veel gebruikt worden om bomen en planten aan te duiden. Het bordje leest zwart op wit: beginpunt van een door Stanley Brouwn op 20 december 1984 gelopen afstand van zeven stappen.
Wat voelen we?
Helemaal niets!?
Wat denken we?
Zonder enige voorkennis van de conceptuele werkwijze van Stanley Brouwn, is dit kunstwerk onleesbaar. Als leek denk je misschien aan bewegwijzering zoals de ANWB-paddestoelen die Nederland voor wandelaars en fietsers ontsluiten. Echter, het gaat Brouwn niet om het beeld of de vorm, maar om het idee. Het fysieke tekstbord is namelijk niet het kunstwerk. Het gaat hier om onzichtbare zaken als tijd, afstand en de beweging te ‘vangen’. Dat is de kunst.
Betekenis?
Omdat de kunstenaar geen materiaal gebruikt of ook maar enige moeite doet om zijn idee te visualiseren door gebruik te maken van verf, steen of wat dan ook zal een groot deel van het publiek dit ervaren als een goedkope truc, gelijk de truc in het sprookje ‘De nieuwe kleren van de keizer’ (1837) door Hans Christian Andersen. Hierin krijgt een ijdele keizer het aan de stok met kleermakers die pretenderen een kostuum voor de keizer te kunnen maken van een unieke kostbare stof. Deze stof kan namelijk alleen gezien worden door slimme en oprechte mensen. Wat blijkt, de kleermakers zijn bedriegers en presenteren de keizer een lege kleerhanger. Door ijdelheid, schaamte en angst van de keizer en de gehele hofhouding loopt de keizer ‘gehuld in zijn nieuwe kleren’ poedelnaakt in processie door de stad en maakt zich ongelofelijk belachelijk.
Om dit kunstwerk van Brouwn een truc te noemen zou hem tekort doen. Dit conceptuele werk stelt het publiek juist in staat de fantasie de vrije loop te laten en te participeren. Waar leiden de stappen heen, welke richting liep Brouwn eigenlijk uit, word ik geacht zijn voetstappen te volgen en vind ik aan het einde van deze exercitie een schat of word ik voor dit lijdzaam volgen juist gestraft?
Conceptuele kunst is per definitie kunst voor het hoofd en daarmee oneindig, met ontelbaar veel betekenissen.
Stanley Brouwn, 1935
Stanley Brouwn is een Nederlands kunstenaar van Surinaamse afkomst en heeft zich als autodidact ontwikkeld. Hij werkt vooral op het gebied van performance en conceptuele kunst. Brouwn deed mee aan de Documenta van 1972, 1977 en 1982 in Kassel, om de vijf jaar de belangrijkste tentoonstelling van actuele beeldende kunst in Europa, die precies honderd dagen duurt en zich uitstrekt over de hele stad. Hij was winnaar van de David Roëll Prijs in 1980, de Sandberg Prijs in 1987 en de Oeuvreprijs van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst in 2000. Het Kröller-Müller Museum bezit een uitgebreide collectie van Brouwn. De kunstenaar woont en werkt sinds 1957 in Amsterdam.