Kwakoe is terug, de ruzies ook
Kwakoe komt eraan en dat gebeurt nooit geruisloos. Ook dit jaar niet. Het evenement is in handen van een deels blanke organisatie en een fanatiek deel van de Afro-Surinaamse gemeenschap accepteert dat niet. Redi musu, roepen zij.
Terug naar de zomer van 2012. Het Kwakoe Zomerfestival is op 21 juli in volle gang, de zon schijnt en in het Bijlmerpark komen in het eerste festivalweekend duizenden mensen samen om zich in een prettige chaos tegoed te doen aan gemarineerde kip van de barbecue, fladder met peper en zuur, en bekertjes schaafijs. Onder het genot van een met ijs gekoelde djogo worden tori’s verteld en afspraken gemaakt voor een aanstaande vakantie in Paramaribo. De mensen lachen en genieten, want na een jaar zonder Kwakoe – door een politieke strijd in het stadsdeelbestuur van de Bijlmer werd in 2011 het Kwakoefestival afgeblazen – beleeft het festival dit jaar zijn wederopstanding. Op het oog is het Bijlmerpark gevuld met niets meer dan een kakofonie aan luidruchtige gezelligheid en vrolijkheid, maar niemand kan dan nog bevroeden dat onder de oppervlakte een crisis broeit die uiteindelijk zal uitmonden in de zoveelste en misschien wel meest schimmige Kwakoe-crisis in de bijna vier decennia dat het festival bestaat en waarin het uitgroeide van een voetbaltoernooi tussen de Bijlmerflats tot het grootste multiculturele festival van Nederland. Hoogtepunt van de crisis is het moment dat vanuit Suriname het nieuws overwaait dat president Desi Bouterse met een gift van vijftigduizend euro het noodlijdende festival van een vervroegd einde wil redden. Want hoewel de festivalvergunning in april 2012 met champagne en stralende gezichten in ontvangst is genomen, is het in de vier weekenden dat het festival zou duren binnen de organisatie van Kwakoe tot een bittere clash gekomen. Die organisatie is in handen van stichting Kofoe van Ricardo Verweij en de Nederlandse organisatie Witte Tenten. Het tentenverhuurbedrijf zou tenten, water en elektriciteit leveren en in ruil voor een stevige greep op de financiële huishouding borg willen staan voor eventuele tekorten na afloop van het festival – een eis van het stadsdeel om een vergunning te verlenen.
Onbetaalde rekeningen
De werkelijkheid is een stuk weerbarstiger, merkt Evelien Arler van Witte Tenten al snel. Op het festivalterrein ontstaat buiten haar medeweten een wirwar van onduidelijke contante geldstromen tussen kraamhouders en stichting Kofoe en om beveiliging en verkeersregelaars voor het festival te betalen worden door de stichting grote sommen geld overgemaakt naar het stadsdeel. Inzage in de boekhouding – voor zover aanwezig – krijgt Witte Tenten niet, de toegang tot de betaalrekening wordt het bedrijf ontzegd. Arler is de greep op de financiën en stichting Kofoe volledig kwijt. Al met al vreest zij voor enkele tonnen aan euro’s het schip in te gaan en daarom dreigt zij, terwijl het festival in volle gang is, de tenten van het terrein te verwijderen. Om de interne strubbelingen vlot te trekken, komt oud-president Jules Wijdenbosch als een soort mediator over vanuit Paramaribo om in het chique Okura Hotel in Amsterdam urenlang met Arler over de situatie te praten. Ook vertelt hij dat Winston Kout, oud-organisator van Kwakoe en bevriend met Bouterse, twee keer vijfentwintigduizend euro cash aan Verweij zal overhandigen. Dit om onbetaalde rekeningen te betalen en de voortgang van het festival te waarborgen. Het festival gaat door, maar wat de rol van Bouterse in deze betaling is geweest, blijft onduidelijk. Eén ding is helder: Kwakoe is rommeliger dan ooit. De eindevaluatie van het stadsdeel is dan ook vernietigend. Naast een enorme organisatorische en financiële wanorde, zijn er door stadsdeel, politie, brandweer, Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) nog talloze zaken op te noemen die niet in orde waren. Kraamhouders hielden zich niet aan gemaakte afspraken waardoor er brandgevaarlijke situaties ontstonden, de verkeersregelaars waren corrupt, handhavers werden agressief benaderd, de voedselveiligheid was in het geding en de medische organisatie was onvoldoende geregeld. Voor het stadsdeel Zuidoost was het duidelijk dat een Kwakoe als in 2012 nooit meer mocht plaatsvinden. Bij een bijeenkomst op 14 november 2012 deelde de nieuwe stadsdeelvoorzitter van de Bijlmer, Tjeerd Herrema, de aspirant-organisatoren voor de editie van 2013 mee dat er uit een ander vaatje getapt moet worden, wil men in aanmerking komen voor een vergunning. Herrema zei die avond: “Het stadsdeel wil een organisatie die het festival professioneel kan organiseren. Je moet het niet alleen willen, maar ook kunnen.” Noem het een cultuuromslag die die avond uit de doeken werd gedaan. Voortaan was het geen harde eis meer dat een organisator banden met de Bijlmer had en er mocht entree gevraagd worden. Herrema wilde een professionele organisatie voor Kwakoe die bewezen ervaring heeft met het organiseren van grootschalige festivals en met een goed onderbouwde begroting een plan van aanpak voor Kwakoe 2013 kon overleggen. Dat zijn waarschuwing geen loos dreigement was, blijkt uit het feit dat in januari 2013 bekend wordt gemaakt dat De Vries Productions van de Nederlander Frans de Vries (organisatorische ervaring met onder andere de Uitmarkt en Keti Koti in het Amsterdamse Oosterpark) samen met 529 Media Producties van Ivette Forster en Vincent Soekra de vergunning krijgt om Kwakoe deze zomer te mogen organiseren. De vrees van een fanatiek gedeelte van de Afro-Surinaamse gemeenschap in de Bijlmer werd daarmee bewaarheid: Kwakoe is deels in blanke handen terechtgekomen. George Olymph van stichting Kwaku Family schrijft al op 31 december 2012 aan het stadsdeelbestuur: ‘Het Kwakoefestival is een zwart belang. Kwakoe was een slaaf en had een zwarte huidskleur. En het zwarte belang, het belang van de Surinaamse doelgroep in Amsterdam en de rest van Nederland wordt op zeer onfatsoenlijke wijze ondermijnd’.
Redi musu
Twee dagen later belandt een brief van Kwakoe-veteraan Emile Esajas op de deurmat van het stadsdeelkantoor op het Anton de Komplein. Hij schrijft: ‘Er dreigt een situatie te ontstaan waar men op zoek gaat naar grote festivalorganisatoren (lees: vooral blanke organisaties) die een in wezen aan zwarten gelieerd festival moeten organiseren. De zwarten krijgen een brevet van onvermogen aangesmeerd.’ Verderop in de brief schrijft Esajas: ‘Surinamers hebben een hekel aan personen die bekend staan als een ‘redi musu’. Dat zijn mensen die geen oog hebben voor hun identiteit of roots en zelfs deze verkopen voor eigen gewin.’ Esajas licht toe: “De hele procedure was afgestemd op De Vries Productions. Wij als zwarte organisatie hebben nooit een eerlijke kans gekregen om Kwakoe te mogen organiseren. Toevallig vindt De Vries twee zwarte mensen die hij voor zijn karretje kan spannen, maar het is een blanke die Kwakoe organiseert. Dat kan toch niet? Kwakoe is een zwart ding, het is ons erfgoed en dat wil ik zo houden. Die witte mensen gaan toch ook geen Duitsers halen om de dodenherdenking te organiseren?” Dat Ivette Forster en Vincent Soekra beiden van Surinaamse komaf zijn, doet volgens hem geen afbreuk aan het feit dat een blanke organisatie de touwtjes in handen heeft. “Ik vraag me weleens af: wanneer houden de redi musu’s op? Er zijn nog altijd mensen die zich door witte mensen laten gebruiken. In dit geval zijn Forster en Soekra dat.” Ook op lokale radiostations in Amsterdam worden Soekra en Foster stelselmatig uitgemaakt voor verraders, voor mensen die witte mensen in het zadel helpen en het Surinaamse erfgoed verkwanselen.
Explosief
Pijnlijk, zegt Ivette Forster. En vooral: bespottelijk. “Wij hebben veel felicitaties gekregen. Een groot deel van de gemeenschap vindt het geweldig dat wij Kwakoe organiseren, ook vanwege de ervaringen die zij hebben met Keti Koti in Amsterdam. Maar er is ook een deel dat minder tevreden is over onze vergunning. Mensen die persoonlijke belangen hebben om het niet door ons te laten organiseren. Die hebben in de media geroepen dat het Afro- Surinaamse erfgoed in het geding zou zijn, wat een bespottelijke uitspraak is. Helemaal als je weet wie wij zijn. Die mensen bespelen op een gevaarlijke manier een onderbuikgevoel.” Ze weet dat het Kwakoefestival explosief materiaal is dat elk jaar voor opschudding zorgt, maar toch had ze deze hetze tegen haar en Soekra niet verwacht: “Als je weet wat Soekra en ik doen voor de Surinaamse gemeenschap, dan weet je dat het een bespottelijke aantijging is. We zijn op allerlei manieren al jaren bezig om het Afro-Surinaams erfgoed te bewaren, te archiveren en toonbaar te maken via festivals en bijvoorbeeld tv-programma’s. En om te roepen dat De Vries ons voor zijn karretje zou spannen, duidt op een groot minderwaardigheidscomplex.” Kwakoe is bij haar in goede handen, zegt Forster. Ze belooft: aan de kernwaarden van het festival wordt niet getornd. Het epicentrum is het voetbaltoernooi en daarnaast zullen tientallen eet- en drinkgelegenheden hun waar uit allerlei windstreken aanbieden. Ook zal er, anders dan in voorgaande jaren, flink geïnvesteerd worden in een cultureel programma dat vanaf drie uur ’s middags tot negen uur ’s avonds plaatsvindt. Elke dag wordt afgesloten door een bekende artiest. Bekend is dat in elk geval Edgar Burgos met Trafassi en Kenny B komen optreden. Daarnaast zal het festivalterrein worden opgedeeld in thema-eilanden: er komt bijvoorbeeld een tent met Caribische literatuur, een salsatent, een groot jongereneiland, een cultuurtent met traditionele muziek, een welnesstent en een hoofdpodium voor artiesten van naam en faam.
Strakke programmering
Forster: “Vroeger vond er af en toe iets plaats op Kwakoe, maar nu hebben we elke dag een strakke programmering. Tot drie uur geven we jongeren uit Zuidoost een podium en vanaf drie uur hebben we een zware line-up”. Om alles te financieren wordt voor het eerst sinds de oprichting van Kwakoe entreegeld gevraagd. Bezoekers dienen twee euro vijftig te betalen, kinderen kunnen gratis naar binnen. Een stijlbreuk met het verleden, maar volgens Forster kon het niet anders. “Het festival is alleen te bekostigen als je toegang vraagt. Als je financiële problemen wil voorkomen, kan je niet anders. Al die voorgaande jaren werd Kwakoe afgesloten met gigantische schulden, leveranciers werden niet betaald en het stadsdeel moest er altijd geld op toeleggen. Door alle negatieve verhalen van vroeger zijn sponsoren ook niet happig om in te stappen.” En nogmaals, de aantijging dat zij een redi musu is, vindt Forster bespottelijk. “Ik zie niet in waarom Frans de Vries een bedreiging zou zijn voor het Surinaams erfgoed. Soekra en ik waarborgen de inhoud van het festival en De Vries Productions regelt de logistiek. Een betere combinatie kun je volgens mij niet hebben.” Toch kijkt ze uit naar het festival. “Ik kom al sinds de jaren tachtig op het Kwakoefestival en het feest heeft een enorme potentie. Daarom is het zo jammer dat het altijd zo’n negatief beeld oproept. Er zijn juist zoveel mogelijkheden om het te laten uitgroeien tot een volwaardig festival. Met iets meer organisatie, zoals we gewend zijn bij Keti Koti, moet het dit jaar een fantastisch evenement worden.”