Laatste bewoonster Van Sommelsdijckstraat zwicht niet voor Turks kapitaal – Parbode Sneak Peek
Het pand kraakt en staat op instorten. Overal waar je kijkt zijn scheuren te zien. Het voormalige visrestaurant ‘t Lekkerbekje aan de Van Sommelsdijckstraat is al jaren niet meer wat het is geweest. Het pand heeft sinds 2012 zijn deuren moeten sluiten, vanwege de bouw van het gigantische entertainmentcenter van het Princess Hotel & Casino. Met alle gevolgen van dien.
Door Tom Roggen
Het gebouw staat er verlaten bij. Tegen de voorgevel liggen verroeste golfplaten die de ingang tot het pand versperren. Scheuren vertonen zich her en der aan de buitenkant. Een vreemd aangezicht aan de verder zo gezellige uitgaansstraat.
Aan de binnenkant is de reden achter de sluiting een stuk zichtbaarder. De eigenaresse wijst naar alle scheuren die in de muren en op de vloer te zien zijn. “Kijk eens hoe het eraan toe is.” Op de bovenverdieping is de schade zo heftig dat het pand al scheef staat. Door de jarenlange leegstand hebben de termieten er hun intrek genomen. Ze zucht diep: “Het is toch verschrikkelijk wat er met het pand is gebeurd.” De schade die er in de afgelopen zeven jaar is bijgekomen, heeft ertoe geleid dat het pand op instorten staat en onder de sloophamer moet.
“De problemen begonnen toen ze dat gigantische casino naast mijn pand bouwden.” In opdracht van Princess Hotel & Casino begon Bouwbedrijf Kiesel N.V. eind 2011 met de bouw van een gigantisch entertainmentcentrum op een dikke meter afstand van haar pand. Nu is het een kolossaal gebouw van 15.000 vierkante meter waarin zich een vijfsterrenhotel, Italiaans café, Japans restaurant, discotheek en een Ierse kroeg bevinden. De werkzaamheden zijn een dik jaar later afgerond.
Inspecties
Om haar vermoeden te bevestigen, schakelde zij in februari 2012 bouwkundig ingenieur Perry C. Wouter in, die is komen kijken naar de scheuren in de gevels en vloeren. In zijn rapport vermeldt hij dat de huurders van het pand scheuren en verzakkingen hebben gerapporteerd na aanvang van de bouwwerkzaamheden van het hotel. In de voorafgaande jaren waren er door de huurders geen eerdere scheuren geconstateerd. Overigens werd in 2010 door een andere inspecteur de keuken van het pand deugdelijk bevonden en waren er toentertijd ook geen scheuren gemeld.
De eerste inspectie vond op 13 februari plaats. Bij de visuele opname waren de aanwezige scheuren en verzakkingen zeer duidelijk zichtbaar. De lengte van deze scheuren varieerde van enkele centimeters tot meer dan een meter. Wouter merkte in zijn rapport op dat de verzakkingen en scheuren zich aan de rechterzijde van het pand voordeden, de zijde waar toentertijd het hotel werd gebouwd. De tweede inspectie vond een maand later op 9 maart plaats. Hier nam hij grotere scheuren waar, op locaties die waar ze kunnen leiden tot instorting. Ook liepen de scheuren evenwijdig aan het pand op het terras en trottoir.
In zijn conclusie schreef Wouter dat: ‘het scheuren van de muren en het verzakken van de vloeren het gevolg zijn van de bouwwerkzaamheden van het hotel op het naastgelegen perceel’. Hij legde uit dat dit komt doordat de grond zich verdicht, vanwege de veranderde grondbelasting. Er zou, volgens hem, onvoldoende rekening gehouden zijn met het zetten van de grond en de gevolgen daarvan voor de naastgelegen panden. Er had, volgens Wouter, een nulmeting uitgevoerd moeten worden. Hierdoor zou de staat van de omliggende panden zijn opgenomen voor aanvang van de bouwwerkzaamheden.
Als reactie op het rapport van Wouter liet de eigenaresse van het pand een offerte opstellen door Suramericana Building Construction voor de sloop van het gebouw. In totaal zou mevrouw 140.000 euro daaraan kwijt zijn. Behalve dat het slopten onkosten geeft, loopt zij ook huurinkomsten mis. Indien het visrestaurant nog in gebruik zou zijn geweest, zou de huurder er nog vijf jaar in hebben gezeten. Met een huur van 1500 US-dollar per maand derft zij een totaal van 90.000 US-dollar aan inkomsten.
Noodgedwongen schakelde de eigenaresse advocate Sandra Punwasi-Raghoebier in om de directie van zowel Princess Hotel en Casino International (PHCI) als Kiesel N.V. te sommeren voor de geleden kosten. Zij geeft hun zeven werkdagen om het totale geldbedrag over te maken, anders zal de eigenaresse gedwongen zijn om juridische stappen te ondernemen. Een reactie op de sommering blijft uit.
Verkoop aan Turken
Niet alleen het voormalige visrestaurant lijdt aan scheuren en verzakkingen, ook de andere omliggende panden ondervinden problemen. De pijn voor de andere eigenaren is van korte duur, want het ene na het andere omliggende perceel wordt opgekocht door de Turkse directie van PHCI. Ook boden ze aan om de twee percelen van mevrouw over te kopen, maar zij weigerde als enige in de straat.
Sinds 1900 is het perceel al in het bezit van de familie. In 1980 kwam mevrouw er zelf wonen. “Toentertijd woonden er nog gewoon mensen in de straat en was er alleen een broodjeszaak.” Na de eeuwwisseling begon het balletje te rollen en zagen we de Van Sommelsdijckstraat transformeren van een woonwijk tot het hart van het uitgaansleven van Paramaribo. Er kwamen restaurants en bars en steeds meer mensen besloten hun perceel te verkopen aan rijke ondernemers. Bijna twintig jaar later is er nog maar één bewoonster in de straat.
Het perceel waar het voormalige restaurant ‘t Lekkerbekje op rust en het perceel even verderop waar ‘Het Pannekoek & Poffertjes Café’ zich bevindt, zijn beide van mevrouw. “Ze hebben al meerdere keren aangeboden om de twee percelen te kopen, maar ik verkoop niet aan die Turken”, vertelt ze ietwat geïrriteerd. “Dan komen ze met dit bedrag en dat bedrag, maar ik heb al meerdere keren gezegd niet met ze te willen samenwerken. Het is een straat van money making business geworden en ik sta ze in de weg.”
Het hele artikel is te lezen in het augustusnummer van Parbode.