Latour, de vergeten achterstandswijk – Parbode Sneak Peek
Bij de bouw van elk woonbouwproject staat maar één doel centraal: woningen bouwen. Snel en veel, zodat de hoge woningnood een stukje ingedamd wordt. Maar als eenmaal de woningen zijn gebouwd, trekt de regering zich terug. Voor de nieuwe bewoners, die zowel elkaar als de omgeving niet kennen, valt er bitter weinig te doen. Van verveling komt criminaliteit. Zo kreeg Latour een slechte reputatie. Maar is dat wel terecht?
Toen Just van Niel als twaalfjarige jongen naar Latourproject verhuisde, viel zijn mond open van ongeloof. Voor hem lag een open erf, 600 vierkante meter groot, een ruime nieuwe woning met voor- en achterdeur en drie slaapkamers. “Eén voor mijn zusjes, één voor mij en mijn broers en één voor mijn vader en pleegmoeder”, blikt van Niel met fonkelende ogen terug op zijn aankomst in Latour, die hij dan ook meteen als vooruitgang bestempelde.
Van vooruitgang naar achterstand
Een twintigtal families, waaronder de familie Van Niel, vormde samen de eerste inwoners van Latourproject, dat in 1959 ontstond. Dankzij de toenmalige minister Emile Ensberg van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van de Nationale Partij Suriname in het kabinet-Emanuels (1958-1963), kwam de vader van Van Niel in aanmerking voor een woning aan de Tigristraat.
Vanaf die dag was Van Niel ooggetuige van de ontwikkelingen die het woonproject Latour heeft meegemaakt. Hij heeft aan den lijve ondervonden waar de regering tekortschoot. Want de reden dat Latour vandaag de dag “nog even verpauperd is als zestig jaar geleden”, komt volgens Van Niel omdat er vanaf het begin geen rekening gehouden werd met sociale voorzieningen. “We hadden huizen, maar we waren onhebbelijk”, getuigt hij, doelend op zijn gedrag als kind en het kattenkwaad dat hij uithaalde met de andere jongens in de buurt. “We waren jong en hadden niets om handen. Dan ga jij je vervelen, en van verveling komt criminaliteit”, aldus de ex-Latourbewoner.
Toen hij 22 jaar was, vertrok hij naar Nederland om verder te studeren. Het was ook daar dat Van Niel het idee kreeg het boek De Parels van Latour te schrijven. “Ik wou Latour een rechtvaardige plek geven in de Surinaamse geschiedenis”, verduidelijkt Van Niel. Maar naast het toegankelijk maken van de vele mondelinge verhalen over Latour, wil de auteur met zijn boek voorkómen dat nieuwe woonprojecten een tweede Latour worden: een vergeten achterstandswijk.
Niet genoeg
“Veel mensen herkennen zich in Latour en haar omgeving, want de woningnood is er nog steeds”, gaat Van Niel verder. De bouw van huidige woonprojecten zoals ‘City of Para’ aan de Suralcoweg en de start van de tweede fase van het Dalian-woningproject in Morgenstond zijn daar het bewijs van. “Maar de regering moet naast architecten en bouwvakkers ook de expertise van een psycholoog en socioloog erbij halen wanneer ze nieuwe woonprojecten bouwt. Nu is het pats-boem, ‘hier, je huis’ en ze vertrekken weer. Dat is niet genoeg”, waarschuwt Van Niel, die zich zorgen maakt over het tekort aan sociale samenhang in de Surinaamse maatschappij. Ook in zijn woning te Morgenstond zit Van Niel voornamelijk tussen de muren van zijn eigen huis. Een buurthuis zou volgens de schrijver ook in Paramaribo-Noord niet misstaan. En laat Latour, ‘de vergeten achterstandswijk’, nu net de voortrekker van buurtwerk zijn.
De redding
De bewoners in en rondom Latour weten waar aan te kloppen als ze iets willen weten of doen. Van Ramgoelamweg tot Menckendam, jongeren met energie en ondernemerszin worden van her en der aangetrokken tot Stichting Buurtorganisatie Latour, Stibula. In eerste instantie opgezet voor Latourproject, maar een buurthuis zou geen echt buurthuis zijn als het andere wijken uitsluit. “Misschien maken de randbuurten nog meer gebruik van de voorzieningen van Stibula dan Latourproject zelf”, lacht Stibula-coördinator Wilgo Koster, beter bekend als ‘Hoppie’.
Jongeren die niets om handen hebben gaan zich groeperen. Ze vragen aandacht door anders te doen. Ze maken bijvoorbeeld de lampen van de EBS kapot. Wanneer je ze vraagt waarom ze dat hebben gedaan, halen ze hun schouders op: ‘Gewoon. Beetje springen’. “Geef jongeren een plek waar ze mogen ‘springen’ en ze zullen niet meer breken”, pleit Hoppie.
Hij getuigt dat mensen grote afstanden afleggen om op een activiteit van Stibula aanwezig te zijn. Jongeren bezoeken Latour voor de winkels en het bruisende straatleven, maar ook voor de activiteiten of raadgeving van Stibula. Gemiddeld komen er elke middag honderd kinderen over de vloer. In de avonduren komen de ouderen voornamelijk om te voetballen. Stibula wordt dan ook niet voor niets omschreven als het centrum van positiviteit en voor meerdere jongeren de redding van de ondergang. “Niet iedereen komt naar Stibula, maar als mensen een probleem hebben en ze zitten een beetje moeilijk, dan zie je ze wel naar hier komen”, aldus Hoppie.
Hij is het dan ook niet eens met de stelling dat Latourproject een vergeten achterstandswijk is. “Toegegeven, de beginjaren van Latourproject waren losbandig. Er waren geen activiteiten voor de mensen, geen winkels, geen ontspanningsmogelijkheden, er was niets”, verklaart hij. Toen hij als twintiger als vrijwillige jeugdwerker naar Latour kwam, had hij nooit gedacht er meer dan dertig jaar later nog te zitten. Hij geeft toe dat de meeste bewoners in de beginjaren van Latour aan de onderkant van de maatschappelijke ladder stonden, in armoede leefden en financieel slechte vooruitzichten hadden. “Als je nu in de omgeving rijdt, zie je dat nog steeds. Maar mensen zijn gaan veranderen”, meent Hoppie.
Meer dan groepje drop-outs
“In Latourproject woont veel meer dan alleen maar drop-outs. Er wonen hier ook directeuren van bedrijven, hoofden van ministeries en succesvolle ondernemers”, getuigt Hoppie. Hij betreurt het wel dat deze hoogopgeleiden zich terugtrekken uit het sociale leven van Latour. Ze sturen hun kinderen naar de stad voor school en hobby’s. Want ze willen hun kinderen niet in de buurt van ‘die slechte invloeden’. “Maar als mensen zo denken, blijft het stigma bestaan. Ouders zijn bang hun kinderen zich te laten ontwikkelen in Latour. Alsof hier de barbaarste mensen wonen”, zegt Hoppie sarcastisch.
“Er zijn genoeg voorbeelden van mensen die zich ontworteld hebben uit Latour, en dat allemaal op eigen kracht”, vult Van Niel aan. Hij stelt dat Latourproject en omgeving ook veel goede mensen heeft voortgebracht in de samenleving. Op politiek vlak onder andere DNA-leden André Misiekaba en Silvana Afonsoewa van de NDP, maar ook op sportvlak. Ludwig Kotzebue, beter bekend als Notto van Menckendam, werd negen keer Nederlands, drie keer Europees en twee keer wereldkampioen karate. “Het is niet omdat je uit Latour komt dat je voorbestemd bent daar te blijven”, onderstreept Van Niel.
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode