Stonfutu: Leonel Ewald Thompson (81): ‘We hebben allemaal rood bloed’ – Parbode Sneak Peek
Meneer Leonel Thompson woonde afgelopen twintig jaar op Charlesburg, maar toen twee jaar geleden zijn vrouw overleed, is hij een paar maanden later naar Huize Ashiana verhuisd. Zijn familie had dat liever, daar zou hij meer aanspraak hebben. Maar het werd vooral inspraak, want hij is inmiddels voorzitter van de bewonersraad.
Hij is geboren en opgegroeid in buurland Guyana en kwam naar ons land door de rassenrellen begin jaren zestig. ‘Een maandenlang durende staking legde de economie lam en leidde tot geweld tussen de Hindostaanse regering en de Creoolse vakbonden’, zoals het in geschiedenisboeken staat. Thompson zelf: “Ze hadden die onstuimigheden tussen Hindostanen en Creolen en die rommel wilde ik niet, we hebben allemaal rood bloed. Als je ziek bent ga je toch naar de dichtstbijzijnde polikliniek en dan word je daar geholpen, of je nou Creool of Hindostaan bent?” De rassenstrijd werd ernstiger in de aanloop naar de Onafhankelijkheid, wat overigens een paar jaar later ook in Suriname dreigde te gebeuren. Thompson: “Er vielen doden. Veel Guyanezen vertrokken naar Engeland. Ik zou ook gaan, omdat ik vloeiend Engels sprak, maar mijn moeder is Surinaamse. Ik dacht, laat me eerst naar mijn moeder gaan en als het me daar lukt hoef ik niet verder te reizen.”
Thompson was in Guyana opgeleid tot machinebankwerker, en kon na een proefwerkstuk aan de slag bij Suralco. Hij werkte daar tot zijn pensioen. “Ik woonde niet op Paranam, had geen zin op die bauxiet te zitten, want ben erg op mijn gezondheid. Dus bleef ik in de stad wonen, eerst Gemenelandseweg, toen Prinsenstraat en toen naar de Fred Murraystraat. We werden met de Suralcobus opgehaald.”
“Er is een wachtlijst voor Ashiana, maar ‘als je vrij kan betalen’, kom je hoger op de lijst. Dan krijg je voorkeur, die zakelijkheid hebben ze hier nodig.” Thompson betaalt nu SRD 515 per maand, dat is inclusief drie maaltijden en tussendoortjes als stroop, pap of fruit. “Ik hoef niks te kopen, maar soms lust ik wat anders, dan bel ik een nicht of ze al kookt en of ze een portie voor me kan brengen. Nu heb ik een redelijk pensioen van Suralco, maar het afgelopen jaar is de waarde gehalveerd. Ik red het de laatste dagen van de maand niet meer, ben blij als het geld komt.”
Thompson heeft twee dochters, maar ze zitten allebei in het buitenland, in de VS en Nederland. “Maar we hebben contact, ze gaan en komen. Ik moet nu een smartphone van ze kopen, zal echt moeten oefenen hoe dat ding werkt.”
Lees het hele artikel in het septembernummer van Parbode