Leven in een internaat
Veel Surinaamse jongeren die in de districten of in het binnenland wonen, willen verder studeren. Daarvoor moeten ze echter naar Paramaribo. Menigeen verblijft tijdens de studieperiode in een internaat. Dat is niet zelden ingrijpend: weg uit de vertrouwde omgeving, weg van familie en vrienden. En ondertussen proberen je draai te vinden in een nieuwe wereld, met alle uitdagingen en valkuilen die op het pad liggen.
Schoolinternaten zijn opgericht met de bedoeling jongeren uit de verre districten op te vangen om zich in Paramaribo verder te kunnen scholen, zodat zij later ook kans hebben op een beter leven. In de meeste gevallen gaat het om jongeren die niet terecht kunnen bij familie en het niet zo breed hebben. De internaten zijn meestal gehuisvest in oude, vaak monumentale gebouwen.
Volgens de meest recente cijfers zijn er momenteel vijftien internaten in Paramaribo. Op twee na is de overheid niet betrokken bij het management van deze instellingen. De schoolinternaten vangen samen 680 kinderen op, van wie 361 jongens en 319 meisjes. Vermeldenswaard is dat vier instellingen uitsluitend meisjes opvangen, terwijl vier andere instellingen uitsluitend jongens onderdak bieden.
Twee voormalige ‘internaatmeisjes’ vertellen deze maand in Parbode op welke problemen ze stuitten, maar ook hoe het hen heeft gevormd. “Ik ben blij dat internaten bestaan, blij dat ze me hebben opgevangen”, zegt Karin Madkarja. “Dankzij het leven in het internaat heb ik veel meer waardering voor bepaalde dingen in het leven. Zo heb ik geleerd mensen met een andere culturele achtergrond meer te waarderen.”