Lezerspen juli 2012
De ‘vieze’ vingers van WWF?
‘WWF heeft vieze vingers’ en ‘WWF laat de Brownsberg afgraven’. Sensationele koppen in de Parbode van mei 2012 die WWF (Guianas) goed te grazen nemen. In de Parbode van juni wordt – zij het in enigszins bedektere termen – dit nogmaals dunnetjes overgedaan. Want: de groene organisatie die hard roept om de goudwinnings problematiek aan te kaarten is zelf hartstikke schuldig; dat moet toch goed zijn voor de verkoopcijfers.
Het is bijzonder jammer dat de kritische houding waar Parbode prat opgaat hier vervalt tot goedkoop scoren met sensatiekoppen. Dé gelegenheid om een gedegen, genuanceerde analyse neer te zetten die het complexe probleem van de (illegale) goudwinning begrijpelijk maakt voor een groot publiek, wordt daarmee vooral een opzwepend artikel. Een verhaal dat niet alleen de waarheid vervormt, maar verwijtbaarder nog: nalaat het werkelijke probleem aan te kaarten. Want de goudwinning is een vernietigend fenomeen met vele verliezers. Voor de koorts die door de stijgende goudprijzen grote delen van Zuid-Amerika dreigt te vernietigen lijkt geen kinine te bestaan.
Terecht stelt Parbode dat er al vanaf 2007 publiekelijk bekend was dat er een probleem was met goudwinning in het beschermde Brownsberg-park. Ironisch genoeg noemt het blad niet dat WWF ook bij de publicatie van dat rapport nauw betrokken was. Ook niet genoemd door het blad, maar wel beschikbaar in onze bibliotheek, zijn de rapporten die aantonen dat goudwinning in het park in feite al vanaf 1999 begon.
‘Waarom deed WWF dan niets?’, is dus op zich een terechte vraag. Een kritische discussie op die lijn gaan we graag aan. Zoeken naar dat – inderdaad lastige – antwoord voert namelijk niet alleen langs het dunne koord waarop vele organisaties balanceren, belangrijker nog: het laat het kronkelige pad zien van een land in ontwikkeling dat soms beslissingen neemt waar je hart van bloedt.
Neem nu het Brownsberg Natuurpark zelf: zoals in onze net uitgevoerde studie van het park wordt beschreven is het destijds, zonder enige consultatie met lokale bewoners in 1970 ingesteld. Dat klinkt bekend, en inderdaad: we hebben het over dezelfde mensen die daar begin jaren zestig naar toe zijn verhuisd omdat ze plaats moesten maken voor een stuwdam. Dat deze omwonenden van het park dus inmiddels vinden dat zij recht hebben op compensatie en daarbij delen van het park gebruiken, is niet bijzonder vreemd. De toeristeneuro’s die op hun gebied worden verdiend, komen niet aan hen zelf ten goede. Tragisch is daarbij
uiteraard de bijna onomkeerbare schade die aan deze uitzonderlijke plek is toegediend. Te meer daar onderzoek lijkt uit te wijzen dat vele goudzoekers hun leven lang arm blijven. Bijna iedereen verliest in dit spel.
Nu de goudzoekers uit het park zijn verwijderd is hun probleem nog niet opgelost. En daarmee is het natuurpark dus maar zeer tijdelijk (en naar onze mening) onvolledig beschermd. WWF maakt zich hard in de lobby om deze mensen zodanig te accommoderen, dat zij in elk geval dit unieke stuk natuur sparen. Misschien kan Parbode de volgende keer dát verhaal uitdiepen. WWF kijkt er met belangstelling naar uit.
Karin Spong
Regional Communications Officer WWF Guianas.