Louis Doedel in de vergetelheid
Ten tijde van de economische crisis in de dertiger jaren, hier bekend als de Gujaba Ten, nam de werkloosheid in Suriname drastisch toe. Het gevolg was een grote opkomst van de arbeidersbeweging en het ontstaan van vakbewegingen, doorgaans opgezet door Surinamers die een tijd in het buitenland hadden gewoond. Louis Doedel was één van de bekendste leiders. Maar hij werd in 1937 gearresteerd en levenslang opgesloten in een psychiatrische inrichting. Hoe komt het dat deze grote leider zó in de vergetelheid heeft kunnen raken?
Louis Alfred Gerardus Doedel werd geboren op 26 juli 1905. Na zijn U.L.O. afgerond te hebben, werd hij een tijdje leerling-schoenmaker en later typograaf. In 1928 vertrok hij naar Curaçao waar hij als medewerker hulpcommissies van de belastingen werkte. Op dit eiland kwam Doedel met zijn eerste politieke activiteiten en verschenen er regelmatig artikelen van hem.
Doedel werd door het bestuur van Curaçao ontslagen, omdat hij volgens hen zeer lui en eigenwijs was. Natuurlijk werden zijn politieke activiteiten door het bestuur niet op prijs gesteld. De opgegeven reden voor Doedel’s ontslag was dat hij links in plaats van rechts op een brug zou hebben gelopen. Desondanks bleef hij op politieke vlak actief totdat hij in 1931 naar Suriname werd uitgewezen. Volgens politierapporten zou hij banden hebben gehad met communistische partijen in Nederland. Niet lang na zijn terugkeer in Suriname raakte hij betrokken bij activiteiten van andere remigranten die ontevreden waren over het beleid van de overheid ten aanzien van de economische crisis.Voor Doedel was de scholing van de arbeiders noodzakelijk. Ook richtte hij zich tot andere bevolkingsgroepen, waaronder districtbewoners en vrouwen. Hij was actief in en ook vaak medeoprichter van diverse (arbeiders)organisaties waarvan hij voorzitter werd. Er vond een hongeroproer plaats die twee dagen duurde, hoewel men beter kan spreken van een opstand, vanwege de verscheidene plunderingen en oproepen tot stakingen. Omdat de menigte niet kalm te krijgen was door de vakbondsleiders, vond er een schietpartij plaats met een dode en twee gewonden. Een andere vakbondsorganisatie waarvan Doedel een van de oprichters was, is de Surinaamse Algemene Werkers Organisatie (SAWO) die zich ook met de politiek bezighield. Ze wilden gekozen worden in de Koloniale Staten en stelden zich fel op tegen de kerken.
Uit zijn teksten blijkt dat Doedel socialistisch gezind was. Hij citeert een aantal keren Karl Marx en viert de arbeidersdag op 1 mei. De meeste arbeidersvoormannen in Suriname zijn in het buitenland in aanraking gekomen met vakbonden, politieke partijen en stromingen als het socialisme en het nationalisme. Doordat Doedel zich veel bezighield met politieke activiteiten raakt hij regelmatig in conflict met de regering.
Toen hij in 1937 een bezoek wilde brengen aan de gouverneur, om een petitie aan te bieden over de situatie van de arbeidersklasse, werd hij gearresteerd. Na zijn arrestatie werd hij overgebracht naar de psychiatrische inrichting Wolffenbuttel waar hij tot zijn dood op 10 januari 1980 bleef. Volgens het blad ‘De Surinamer’ vertoonde Doedel de laatste tijd vaker vreemde gedragingen: hij maakte een overspannen indruk en was sterk vermagerd. De familie ontkent dat hij geestelijk onwel was. In feite zijn er verschillende meningen rond de arrestatie van Doedel. Met zijn opname in Wolffenbuttel verdween hij van het politiek toneel en raakte hij gauw daarna in de vergetelheid. Pas 1980 kwam Doedel opnieuw in de belangstelling en werden er pogingen ondernomen tot zijn eerherstel.
Eerherstel
Maar waarom is hij in vergetelheid geraakt? Is het onwetendheid van de nieuwe generatie of zijn er andere oorzaken? Roy MacDonald, docent Geschiedenis op IOL en het Miranda Lyceum, is de mening toegedaan dat Louis Doedel de nieuwe generatie jongeren niet aanspreekt, omdat Suriname onder zijn jongeren geen krachtige socialistische bewegingen kent. Hij vertelt ook dat zijn generatie de naam Doedel nauwelijks kende. “In de toenmalige geschiedenisboeken op de scholen was er niets over hem opgenomen. De druk van de koloniale overheid was zo sterk, dat de men bang was ook in een inrichting opgesloten te worden wanneer men over Doedel zou praten”. Ook zijn ouders zwegen over Doedel. MacDonald: “Pas toen er sprake was van eerherstel, spraken ze over hem. De ouderen dachten dat hij dood was en de jongeren wisten niets van zijn bestaan.”
Emile Wijntuin, (mede) oprichter van het Comité Eerherstel Louis Doedel, constateert, net als MacDonald, dat Doedel inderdaad in de vergetelheid is geraakt. “Vanuit de gemeenschap zelf komt geen reactie”, zegt Wijntuin. Volgens hem zeiden mensen bij het horen van Doedel’s naam: ‘A man be lauw, man!’ Wijntuin is van mening dat het koloniaal gezag de vakbondsleider gek heeft gemaakt. Een bekend verhaal dat over Doedel de ronde deed is dat hij, om een bezoek te brengen aan de gouverneur, Pemba Doti op zijn gezicht gesmeerd had om zo een blanke man voor te stellen, waarna hij onaangekondigd in de avonduren bij de gouverneur langs ging. Dit zou de aanleiding zijn geweest dat men hem liet arresteren en in Wolffenbuttel opsloot ter observatie. Wijntuin: “Ik geloof het verhaal niet. Dat is aangehaald om te rechtvaardigen dat Doedel gek was!”
Volgens hem zal Doedel door de teleurstellingen geestelijk wel achteruit zijn gegaan, maar niet zo erg dat hij op een afdeling moest worden geplaatst waar zwaar gestoorde psychiatrische patiënten rondliepen. Allicht heeft dat grote invloed op hem gehad. De observatie die eigenlijk 28 dagen zou omvatten, heeft uiteindelijk 43 jaar geduurd.
Overigens heeft MacDonald de indruk dat Surinaamse jongeren in niets geïnteresseerd zijn. “Ze zijn niet gemotiveerd”. Hij zegt dat er diverse mogelijkheden zijn, zoals internet, om aan informatie te komen, maar dat jongeren er niet nuttig gebruik van maken. “Porno en satanisme ja, dat weten ze wél snel te vinden.”
Henk Herrenberg is de persoon die in de jaren tachtig op zoek is gegaan naar Doedel en hem daadwerkelijk heeft gevonden. Hij heeft er ook voor gezorgd dat Doedel een waardevolle begrafenis kreeg. Het Comité Eerherstel Doedel is al jaren bezig om Doedel de plaats te geven die hij verdient. Ze hebben zelfs een brief geschreven naar president Venetiaan, maar een antwoord hebben ze nooit ontvangen. Er zijn ongeveer vijf mensen lid van het comité. “Het zijn mensen die zich inzetten om Doedel de plaats te geven die hem toekomt”, zegt Wijntuin. Op dit moment is het slechts een handjevol, maar als er een opleving komt in de arbeidsbeweging van Suriname, gaan ongetwijfeld meer mensen actief bezig zijn. En dan zal Doedel als voorbeeldfiguur kunnen fungeren. Jammer genoeg is er niets dat Surinamers de push geeft!”
Auteur: Kavita Jiawan