Mahoniebomen
Het leven van een mahonieboom in Paramaribo is deze dagen niet gemakkelijk. Weersinvloeden en het toenemende voorbijrazende verkeer zijn hier zeker debet aan, maar ook achterstallig onderhoud speelt een rol.
Tegenwoordig moet je opletten als je over de dr. J.F. Nassylaan loopt. Er zou zomaar een tak van een mahonieboom kunnen afbreken. Het aantal van deze majestueuze bomen is drastisch afgenomen. In het begin van de vorige eeuw werden diverse straten in het centrum van Paramaribo nog opgesierd door lange rijen mahoniebomen. Welke Surinamer heeft niet in zijn fotoalbum ergens een mooie foto van een inmiddels ter ziele gegane boom? Wie had niet zijn eerste heimelijke afspraakje met een geliefde ergens in de stad onder zo’n mahonieboom?
Het is een boom met historie, een boom die ooit in het land kon wortelen omdat slavenhandelaren vanuit verre oorden de zaden meenamen. Een boom die decennia lang het straatbeeld heeft bepaald in Paramaribo. Historie in meerdere opzichten. Zo schonk koningin Wilhelmina in 1898 een mahonieboom aan Suriname. Deze ‘Wilhelmina-boom’ werd geplant op het Onafhankelijkheidsplein.
Een inwoonster van Paramaribo vertelt: “De mahoniebomen zijn mooi, maar door de vele auto’s zijn ze bijna niet meer zichtbaar in het straatbeeld, ondanks het feit dat ze zo groot zijn. Alleen op het zandgedeelte op de Nassylaan vind ik ze nog mooi uit de verf komen.’
Verval
De laatste jaren is de boom sterk in verval geraakt en dreigt geschiedenis, vergane glorie te worden. Jaren geleden schreven kranten al over de staat waarin het merendeel van de bomen verkeert. Mahoniebomen in de Domineestraat en Henck Arronstraat zijn geheel verdwenen. In januari 2006 liet beleidsadviseur Jan Soebah van het directoraat Milieubeheer tegenover De West weten dat vanaf medio februari van dat jaar Milieubeheer ‘een strak beleid ten aanzien van het onderhoud van de beschermde bomen’ zou gaan voeren.
Hij liet destijds echter ook meteen weten dat het onderhoud niet adequaat zou kunnen worden uitgevoerd ‘zonder het juiste materiaal’. Hoe immers kunnen arbeiders van Milieubeheer goed snoeiwerk aan mahoniebomen verrichten, zonder dat zij kunnen beschikken over een hoogwerker. Veelal moet een beroep worden gedaan op een hoogwerker van onder andere de Energie Bedrijven Suriname (EBS).
Commissie
Sinds 2006 zijn in de stad diverse ongevallen gebeurd met mahoniebomen, die allen wijzen op slecht onderhoud. In de Keizerstraat viel op 3 januari 2006 pardoes een boom om. Het duurde een aantal dagen voordat de rotzooi van het trottoir werd verwijderd. In de eerste week van juli 2007 zorgde een afgebroken tak voor een grote ravage op de hoek van de Malebatrum- en Wagenwegstraat. Door de val trok de zware tak, vol waterhoudende boomorchideeën, stroomkabels met zich mee en brak ook nog eens een elektriciteitspaal. Met een knal als een blikseminslag donderde de tak naar beneden. De tak bleek van binnen ernstig verrot te zijn, veroorzaakt door achterstallig onderhoud.
Het incident leidde tot heftige discussies over de staat van onderhoud van bomen in de stad. Het directoraat Milieubeheer bleek met de handen in het haar te zitten. Immers, deze verantwoordelijke dienst kon nauwelijks goed onderhoud verrichten vanwege het gemis van een hoogwerker. EBS kon ook niet worden aangesproken. Uiteraard niet: onderhoud van bomen behoort niet tot haar taken. Ten tijde van het afbreken van de tak in de Wagenwegstraat lag er een voorstel van de commissie Stadsverfraaiing voor bomenonderhoud in Paramaribo bij de Raad van Ministers. Deze commissie werd in september 2006 in het leven geroepen en begon begin 2007 met een bomeninventarisatie. Hierna volgde een driefasenplan om aan de slag te gaan met de bomen in de stad. Het plan bleek echter in een la te belanden. Dat werd duidelijk in oktober van 2007, toen door zware regens en hevige rukwinden enkele mahoniebomen in de Letitia Vriesde- en de Mahonylaan tegen de vlakte gingen. Naar aanleiding hiervan liet onderdirecteur Mansing Sewdajalsingh van Milieubeheer weten dat eind oktober 2007 begonnen zou worden met een structurele aanpak van het bomenonderhoud in de stad.
Hij meldde ook dat zijn dienst geen boomdeskundige in dienst heeft. Wel werd boomdeskundige Ronald Otten van NV Plantservice te Weg naar Zee ingehuurd als adviseur. Hij adviseerde al vrij snel om vier mahoniebomen aan de Wagenwegstraat en aan de dr. J.F. Nassylaan te verwijderen, vanwege het gevaar dat zij vormden. Het bedrijf van Otten houdt zich echter vooral bezig met tuinontwerpen en tuinaanleg. Het ontbreken van een eigen deskundige binnen Milieubeheer maakt bomenonderhoud natuurlijk extra moeilijk. Volgens Sewdajalsingh had Milieubeheer ook geld gevraagd bij het ministerie van Financiën om een hoogwerker te kunnen aanschaffen. Helaas stelde het departement te weinig middelen ter beschikking en bleef Milieubeheer afhankelijk van het inhuren van een ‘bak’ bij Roeli’s.
Opknapbeurt
De mahoniebomen aan de dr. J.F. Nassylaan kregen in maart 2008 een opknapbeurt. Boomananassen werden verwijderd en diverse takken werden gesnoeid. Hierbij kon gebruik worden gemaakt van een hoogwerker. De werkzaamheden werden uitgevoerd in het kader van het project ‘Groot onderhoud bomen in de binnenstad’. Twee maanden later bleek dat hout van omgekapte mahoniebomen aan de dr. J.F. Nassylaan en Wagenwegstraat werd weggenomen door onbekenden. De grote houtstukken lagen opgestapeld in beide straten. Kleinere takken lagen op het terrein van Milieubeheer aan de Kernkampweg. Het meenemen van dat hout is strafbaar, de mahoniebonen zijn immers beschermd. Minister Maurits Hassankhan van Binnenlandse Zaken reageerde furieus op de diefstal van het hout. Tegenover de Ware Tijd liet hij weten dat wie over het hout wil beschikken, er keihard geld voor moet neertellen.
De directeur van het onderdirectoraat van Milieubeheer, Stanley Mahadewsingh, verklaarde eind mei 2007 dat mahoniehout verkocht wordt voor 125 USdollar per kubieke meter. Volgens Mahadewsingh wordt de opbrengst gestort op een rekening van het ministerie van Financiën. Takken die tijdens snoeiwerkzaamheden worden gekapt, worden gratis afgestaan aan de Penitentiaire afdeling van het Korps Politie Suriname (KPS). Ook kleine takken van een omgevallen boom gaan naar het KPS.
En er zijn mensen die daadwerkelijk bij Milieubeheer stukken mahoniehout kopen. Onder kopers van hout bevinden zich ook kunstenaars. “Ik koop het hout voor de vervaardiging van mijn beeldhouwwerken”, zegt kunstenaar Jhunry Udenhout. “Zodoende lever ik ook een wezenlijke bijdrage aan de conservering van dit edele hout.” Ook zijn collega Roddney Tjon Poen Gie schaft mahoniehout voor zijn kunstwerken aan bij Milieubeheer: “Dat hout is zeer geschikt voor beelden, omdat het niet splintert, compact is en het zich makkelijk laat beitelen. Het scheurt niet zo snel en heeft een mooie warme kleur.” Hij bevestigt ook dat gedetineerden in de verschillende strafinrichtingen met het hout werken. ‘Zij maken er onder andere tafels van”, aldus Tjon Poen Gie.
Arbeiders van Milieubeheer hakten begin november vorig jaar één van de weinig overgebleven mahoniebomen in de Keizerstraat om. Ook dat gebeurde vanwege de slechte staat van onderhoud en het gevaar dat de boom hierdoor opleverde voor voorbijgangers. Mahoniebomen in de Jodenbreestraat werden eind februari gesnoeid.
Boomdeskundige Iwan Wijngaarde betreurt het dat verwijderde mahoniebomen niet worden vervangen door herplant. Hij zei in april nog het een ‘morele plicht’ te vinden van de Stichting voor een Schoon Suriname om er nieuwe bomen voor in de plaats te planten. De stichting was echter niet bereikbaar voor commentaar.
Maar wie is er nu feitelijk verantwoordelijk voor het onderhoud van de mahoniebomen? De sectie Milieu van het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (ATM) meldt op haar website dat zij ‘hoofdverantwoordelijke is voor het milieubeleid en dus dat zij de instantie is die de leiding en verantwoordelijkheid draagt voor het milieugebeuren in Suriname.’
Op de vraag aan de sectie Milieu of er nu goed onderhoud wordt uitgevoerd aan mahoniebomen en zo ja door wie en in welke frequentie, antwoordt een medewerker: “Geen goed onderhoud. Ik heb wel eens een aannemer gezien die de bomen aan het schoonmaken was in opdracht van Milieubeheer.” Over de conditie van de mahoniebomen in de stad kan volgens diezelfde ambtenaar ‘geen uitspraak’ worden gedaan. De antwoorden maken duidelijk dat de mahoniebomen en hun onderhoud kennelijk niet onder het ‘milieugebeuren in Suriname’ vallen.
Verzwakt
Meest voor de hand liggende verantwoordelijke voor het bomenonderhoud in Paramaribo is de dienst Milieubeheer, onderdeel van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Milieubeheer is zich terdege bewust van de slechte naam die zij heeft. Op haar website meldt deze afdeling dat ‘de toegenomen vervuiling van het milieu (straat- en zwerfvuil), leegstaande percelen onder wied, verwaarloosde bermen enzovoorts het negatieve imago van de dienst hebben versterkt. Ook zijn bepaalde diensten als de dienst der beplanting (stadsverfraaiing) verwaarloosd en is de milieupolitie verzwakt’.
Het snoeien en kappen van mahoniebomen valt niet onder stadsverfraaiing. Nergens in het activiteitenplan 2006-2010 en in de taakstelling en organisatie van Milieubeheer wordt gesproken over (mahonie-)bomenonderhoud. Wel worden vermeld ‘het planten van schaduwbomen’ en ‘het aanbrengen van groen langs verschillende straten, wegen en middenbermen’.
Milieubeheer was ondanks herhaalde verzoeken om enkele vragen over de situatie van de mahoniebomen in Paramaribo te beantwoorden, niet bereikbaar voor commentaar.