Massaal protest tegen goudmijn in Frans-Guyana – Parbode Sneak Peek
Het project Montagne d’Or (‘Gouden Berg’) wordt geleid door het Russische Norgold en het Canadese Columbus Gold. Het doel is 85 ton goud te delven bij Boeuf Mort (‘Dode Koe’), honderd kilometer ten zuiden van Saint-Laurent-du-Maroni. Afgelopen december kregen ze de exploitatievergunning, ondanks duizenden bezwaarschriften van het ‘Collectif contre le projet’. Terwijl het mijnbedrijf strenge milieucriteria, 750 directe banen en 3000 indirecte banen belooft, worden ze door hun tegenstanders beschreven als een ‘industrieel monster met een groot milieurisico’.
Wat opvalt is de professionele strijdlust tegen deze plannen in ons buurland. Al in 2007 was er zoveel oppositie tegen vergelijkbare mijnbouwplannen van het Canadese Iamgold – ook actief in ons land – , dat het jaar daarop de Franse president het project afblies: ‘We moeten geen werkgelegenheid creëren door het Kaw-gebergte af te graven ten koste van de zeldzame tropische flora en fauna’.
Heeft Frans-Guyana nog niet de helft van het aantal inwoners van Suriname, met actie voeren verslaan ze ons ruimschoots. De tegenstanders van het afgraven van de ‘Gouden Berg’ organiseerden talrijke demonstraties, verzamelden 193.000 handtekeningen en dienden ruim zevenduizend bezwaarschriften in. De acties worden ondersteund door dertig Guyanese organisaties, plus ruim honderd nationale en internationale organisaties op het gebied van natuurbehoud en mensenrechten. Op YouTube is de te verwachten milieuschade uit de doeken gedaan: de gigantische hoeveelheden springstof en cyanide die nodig zijn om het goud uit het gesteente te halen, slechts 2 gram per ton. Op deze wijze blijft na het malen en de chemische behandeling 400 miljoen ton giftig mijnafval over. Desondanks werd de vergunning verleend, maar de strijd gaat door: er is hoger beroep ingesteld.
Hiermee vergeleken stelt de milieubeweging in Suriname weinig voor. We hebben Erlan Sleur als onvermoeibaar beschermer van het milieu, veel meer zijn er niet. Hij heeft honderden medestanders die zijn acties liken, toch klaagt Sleur op Facebook dat ze wel eens wat actiever mogen worden. Ook de politieke partijen in ons land laten het milieu links liggen: goudwinning is meer iets om zelf in te stappen: alle grote jongens zitten er diep in. Milieuminister Dodson maakte zich helemaal belachelijk door de aanwezigheid van de goudbaggervaartuigen, de scalians, op het stuwmeer te ontkennen, terwijl de filmbeelden op internet circuleerden. Daarna werkte hij zich verder in de nesten door te verklaren: ‘Ze zijn het niet aan het vervuilen, ze ruimen integendeel de kwikresten op’.
Newmont had het gemakkelijker
Onder deze omstandigheden kon de nieuwe Merian-goudmijn van Newmont in het Nassaugebied, aan onze kant van de Marowijnerivier, zonder veel poespas neergezet worden. Dat, terwijl de mijn een stuk groter is dan die bij Boeuf Mort in Frans-Guyana. De goudreserves bedragen 130 ton, en verderop is nog meer gevonden. Newmont deed begrijpelijkerwijs niet moeilijker dan nodig, huurde deskundigen in die milieurapporten schreven en daarover spraken in Hotel Torarica. Het toverwoord in deze vervuilende bedrijfstak is opeens ‘duurzaamheid’ en menigeen gelooft er in.
De goudmultinationals hebben met hun superieure public relations de aandacht knap afgeleid, of beter gezegd: omgeleid, want in Suriname hebben we het dan maar liever over de illegale mijnen, het kwikgebruik, de ontbossing in natuurreservaten, de vele Braziliaanse porknokkers, enzovoorts. De goudmultinationals spelen dankbaar het brave jongetje van de klas. Als laatste versterking van hun positie boden ze Suriname nog wat aandelen in hun mijnen aan. Zo hoor je er dus weinig meer van, zelfs Erlan Sleur heeft het vooral over de illegale mijnen.
Het hele artikel is te lezen in het aprilnummer van Parbode.