Memre
Bijzondere Surinamers zijn een jaar na hun heengaan
alleszins een terugblik waard.
Opdat ze niet vergeten worden…
Max Woiski
Paramaribo – Alkmaar (Ned.)
13/5/1930 – 23/3/2011
‘Achter de tranen van verdriet, schuilt de glimlach van herinnering, zo stond bovenaan het condoleanceregister. Kernachtig wordt daarmee weergegeven hoe familie en vrienden met het heengaan van Max Woiski junior omgaan. Officieel heette hij Max René Valentino Mackintosh. Hij was zanger, entertainer en horecaondernemer. Hij was een bijzondere gitarist die door zijn vader naar Nederland werd gehaald om in zijn band te spelen. Ze hadden dezelfde artiestennaam, vandaar junior en senior. Pa Woiski, die ook bekend stond als muzikant José Baretto, was vanaf eind jaren dertig van de vorige eeuw in Nederland bekend als vertolker van swing, calypso en vooral kaseko. In een interview met Patrick Meershoek (Parbode april 2011) zegt Woiski junior: ‘De gitaar is het meest mishandelde instrument van allemaal. Sommige mensen spelen drie akkoorden en noemen zich gitarist. Ik speelde echt gitaar, maar ik had absoluut niet de ambitie in een band te spelen. Maar mijn vader was een god voor mij. Ik deed alles wat hij mij vertelde te doen. Hij had een gitarist nodig met een donkere huidskleur. Die waren in Nederland niet te vinden. Ik heb het gedaan, maar die zeepbel is later uit elkaar geklapt. Ik heb mijn vader ontmaskerd als een pathologische leugenaar. Hij loog omdat hij het lekker vond. Daarna moest ik hem niet meer.’
Woiski junior had een eigen band en speelde in zijn eigen club La Tropicana op het Rembrandtplein in Amsterdam. Bekende leden waren de Surinamers Raul Burnett (conga’s), Steve Boston (timbales), Johan ‘Groentjie’ Groenberg (percussie) en de Nederlanders Jan Jacobs (bas) en Ronald Langestraaten (piano). In het condoleanceregister lezen we over andere muzikanten die hem bewonderden en zijn energie en muzikale talent benadrukken. ‘Als Max later op de avond zijn gitaar pakte, stond daar iemand’, schrijft Peter van Horssen van de band Los Hijos del Sur. De club werd door verschillende beroemdheden bezocht, onder wie Harry Belafonte, Nana Mouskouri, Errol Garner en Ella Fitzgerald. Woiski junior: ‘We speelden elke avond van acht tot twee. Zuid-Amerikaanse muziek, maar ook Surinaamse traditionals. Het liep als een trein. Ik heb in die jaren heel veel geld verdiend en heel veel geld uitgegeven.’ Rijst met kouseband en Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw, zijn bij velen bekend. Enkele maanden voor zijn sterven, verscheen een verzameling van vader en zoon Woiski: Ritmo Tropical. Het zijn twee cd’s met de belangrijkste nummers, een dvd met opnames uit het familiearchief en beelden van televisieoptredens in Nederland. In tegenstelling tot wat men zou verwachten met zo een roemrijk verleden, werd op zijn uitdrukkelijke verzoek in besloten kring afscheid van hem genomen.