Memre
Bijzondere Surinamers zijn een jaar na hun heengaan
alleszins een terugblik waard.
Opdat ze niet vergeten worden…
Helene Helouise Bruma-Johanns
Paramaribo
16/10/1924 – 03/01/2012
‘Wat ben ik blij dat u even langs komt’, zo werd ik verwelkomd bij een bezoek aan Helene Bruma in Huize Margriet. Ik deed dat steeds namens een goede kennis en leeftijdgenoot die op Curaçao woonde. Ik denk dat ik haar zes keer moet hebben bezocht. ‘De moord op mijn man Eddy maakte me bedroefd. Lange tijd daarna voelde ik me lusteloos’, vertelde ze. Recht voor zich uitkijkend zei ze dan heel resoluut: ‘Ik stond op zekere dag op, liep naar een hele oude spiegel, keek erin en sprak mezelf streng toe. Kort daarna ging deze spiegel stuk, maar ik voelde me vanaf toen stukken beter’. Helene was echtgenote van de bekende nationalist, jurist, vakbondsleider, schrijver, regisseur en politicus Eddy Bruma, een tijdgenoot van Jaggernath Lachmon en Johan Adolf Pengel. In oktober 2000 werd hij in de garage van zijn woning overvallen, liep een schedelbasisfractuur op en overleed kort daarna. Helene kwam uit een gezin van zes. Ze woonde met Eddy oorspronkelijk in het laatste deel van de Nassylaan. Later verhuisden ze naar de Henck Arronstraat, de vroegere Gravenstraat, schuin tegenover de familie Wijdenbosch. In dat gezin groeide Eddy Bruma als pleegbroer van ex-president Jules Wijdensbosch op. Helene was leerkracht Frans op onder meer de Nieuwe School, een particuliere Mulo in Paramaribo. Evi Brandon- Wijdenbosch, een zus van Jules, heeft tot haar overlijden veel contact met haar gehad. Volgens haar stond Helene bekend als iemand die veel sociaal werk deed. “Naast haar vaste baan in het onderwijs, begeleidde ze veel kinderen bij hun schoolwerk. Het bereiden van soep die ze voor seniorenburgers in tehuizen bracht, was ook een van haar hobby’s. Wie ziek was, werd door haar naar de dokter gereden.” Wie bij haar thuis kwam, kreeg – indien die in bloei waren – geheid een pakje sebi yari of dyari pesi uit haar tuin. Ze genoot ervan om orgeade en stroop te bereiden. Ze had een hond, die na de dood van haar man agressief werd. Niemand mocht meer dichtbij haar komen. Het leek alsof het dier aanstoot genomen had aan de gruwelijke moord gepleegd op Eddy Bruma. Ondanks de vele getuigen rond de moord op Eddy Bruma, heeft men de dader nooit kunnen achterhalen. Helene moest wel vaak bij de politie opdraven en vele vragen beantwoorden. Ze getuigde de dader te hebben gezien, die na de moord tegen haar zou hebben geroepen: ‘Mi poti en leti drape’. De laatste jaren brachten veel verdriet voor Helene. Eerder was haar goede vriendin en collega Gusta La Parra overleden. Haar zus, die naast haar woonde, kreeg een heupfractuur en ook zij werd ten grave gedragen. Kort na het overlijden van Eddy werd haar broer Armand begraven. Tien dagen daarna gevolgd door zijn vrouw. Toen ook Tilde, haar zus en buurvrouw overleed, werd het heel stil voor Helene. Ze verhuisde van de drukke Henck Arronstraat naar Huize Margriet aan het Middenpad van Kwatta. Op 1 december 2011 viel ze en brak haar heup. Vanaf toen was ze bedlegerig. Ze overleed ruim een maand later.