Memre: Antonius Rudolf van Weissenbruch
De rouwadvertentie valt op door de Latijnse spreuk Amore Traxit Omnia, wat betekent ‘door liefde heeft Hij allen tot zich getrokken’. In zijn familie stond hij bekend als Rudy.
Tekst Carl Breeveld
Hij werd als derde geboren in een gezin van zeven kinderen. “Zijn oudere broers, Stanley en Ronald, namen het voor hem op bij iedere trobi waarbij hij betrokken was. Ze waren zijn bodyguards”, vertelt zijn dochter Veronique. Rudy kon goed studeren. Toen zijn vader overleed en de gezinsinkomsten minder werden, moest hij zijn studie geneeskunde onderbreken. Hij had ‘terloops’ zijn 4e rang onderwijzersakte gehaald en ging daarmee aan de slag. “Papa’s klas was altijd een beetje druk. Hij had waarschijnlijk moeite om orde te houden. Op Hanna’s Lust en Livorno, scholen buiten de stad, lukte het beter en verdiende hij ook iets meer”, stelt Veronique. Zijn broer Ronald rondde zijn onderwijzersopleiding af, waardoor Rudy zijn studie geneeskunde kon voortzetten. Tijdens de twee jaar die Rudy voor de klas stond, kwam Waldo Halfhuid als goede vriend en mede-student geneeskunde, hem bijpraten over de colleges die gegeven werden. Rudy ontmoette zijn vrouw Cisca bij de administratie van het ministerie van Onderwijs. Ze trouwden enkele jaren daarna in New York. Bij het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG) werkte hij samen met prof. dr. Van der Kuyp. In 1959 behaalde hij het diploma van geneesheer, kreeg een beurs en studeerde af als Master of Science in Voedingsleer (1961) en Master in Public Health (1962) aan de Columbia University in New York. Van Weissenbruch vestigde zich daarna als huisarts in Paramaribo. Verdere studie voerde hem naar Leiden waar hij zijn Nederlands artsexamen en specialisatie in de kindergeneeskunde succesvol afsloot. In 1970 was hij de enige kinderarts in Suriname, werkzaam in het Academisch Ziekenhuis met consulten in andere ziekenhuizen. Hij was initiatiefnemer en de motor achter het opzetten van een kinderkliniek op het terrein van het Academisch Ziekenhuis. “Ik vergeet het nooit meer, want bij de opening was er zelfs een circus aanwezig voor de zieke kindertjes. Mijn vader had echt hart voor zijn werk. Hij was altijd met zijn vak bezig, had altijd een witte jas aan”, herinnert Veronique zich. Voor zijn jonge patiënten was hij oom Rudy. Bij het Lotjeshuis en de Mytylschool investeerde hij in de ontwikkeling van de kinderen. Van Weissenbruch promoveerde op een vergelijkend tuberculine-onderzoek van kinderen in Suriname. Er volgde in 1980 de benoeming tot hoogleraar Kindergeneeskunde aan de Universiteit van Suriname. Vanaf 1987 woonde hij in Nederland, en werkte daar als kinderarts in verschillende ziekenhuizen. “Werken was zijn hobby totdat hij op zijn 69ste daarmee stopte”, weet Veronique. In het laatste deel van zijn leven heeft hij vooral veel tijd en aandacht besteed aan zijn kleinkinderen. Wandelen, eendjes voeren, theatervoorstellingen en zwemmen.