Memre: Cornelis (Cees) Leune
Cees, zoals Cornelis Leune bekend stond, was een Nederlander, maar zijn inzet voor Suriname behoort hier gememoreerd te worden. Als medewerker van het Zeister Zendingsgenootschap (ZZg) waar hij veertig jaar mocht werken, is hij betrokken geweest bij projecten die in Frans-Guyana en Suriname werden uitgevoerd.
Tekst Carl Breeveld
Zoon Marcel, die in Suriname woont en werkt, herinnert zich onder meer de periode van de Binnenlandse Oorlog toen zijn vader in dit kader veel gereisd heeft naar Suriname en Frans-Guyana. Hij was verantwoordelijk voor verschillende projecten die in samenwerking met de Evangelische Broedergemeente in Suriname (EBGS), Stichting Onderwijs der EBGS, Stichting Projekten Christelijk Onderwijs Suriname, het Diakonessenhuis en met andere organisaties werden uitgevoerd. George Carron, toenmalig administrateur van de EBGS met wie hij een kwart eeuw heeft samengewerkt, was onder de indruk van zijn empathie en werkwijze. “Cees, je wist door je betrokkenheid en kennis van zaken met de activiteiten van de partners in Suriname, steeds weer oplossingen en adviezen aan te dragen als zaken stagneerden of dreigden verkeerd te gaan. Als kenner van de Surinaamse problematiek was een telefoontje vaak voldoende om zaken weer op de rails te krijgen.”
Ook Joop van Melle, een van de algemeen secretarissen van het ZZg, sprak bij de uitvaart over de enorme inzet van Cees: “In de tijd van de Binnenlandse Oorlog in Suriname werd er veel van het ZZg gevraagd. En van Cees. Hij gaf leiding aan het omvangrijke en langdurige humanitaire hulpprogramma, met voedselhulp, onderwijs en gezondheidszorg, dat in Suriname en Frans-Guyana werd uitgevoerd.” Meerdere bronnen bevestigen de volgende beschrijvingen van zijn karakter. “Onze vader was een bedachtzaam persoon. Sprak niet erg veel, maar wist wel waarover hij sprak. Hij was niet altijd gemakkelijk benaderbaar en werk, vooral goed werken, was erg belangrijk”, weet Marcel.
Cees was trouw aan zijn werk en aan mensen. ‘Ik ben geen man van grote woorden, geen pretenties, maar bescheiden’, is als een typische uitspraak van hem opgetekend. Ook na zijn pensionering bleef hij onder meer via het ZZg verbonden met Suriname. ‘Wrokomakandra’, een initiatief in Nederland om medicijnen en andere zaken voor Suriname te organiseren, werd van harte door hem ondersteund.
Cees was getrouwd met Clazien Ravesteijn. Ze kregen Marcel, Karin, Ciska en Jan-Maarten. Zijn tweede huwelijk was met Diana Franklin, waarbij hij Marcha, haar dochter, erkende. Koken en musiceren waren hem op het lijf geschreven. Gitaar, mondharmonica, panfluit waren enkele instrumenten die hij goed bespelen kon. Prachtig zingen kon hij ook. “Ik loop niet gelijk in zeven sloten, maar wel doelgericht”, zei hij weleens. Zijn nalatenschap laat deze benadering zien: vele succesvol afgewerkte projecten!
Dit artikel is gepubliceerd in het julinummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar