Memre: Henri Albert Maria Guda (1933-2021)
Op maatschappelijk vlak was Henri Guda een zeer betrokken man. Hij had oog voor mensen in nood. Tijdens zijn leven heeft hij veel ondersteuning gegeven aan het Leger des Heils. Bij zijn uitvaart werd ook uitdrukkelijk om een bijdrage voor deze instelling gevraagd.
Tekst Carl Breeveld
Vilece Thomas, leider van het Leger des Heils in Suriname, zegt dat Guda voor zijn organisatie een gulle gever en grote vriend was. ‘Hij hielp, ongeacht je kleur of religie’. In de Rotary Club Paramaribo was hij een stonfutu, en de eerste Surinaamse District Governor. ‘Een markante man voor wie ik veel respect had. Voor mij was hij een Rotary goeroe, bij wie ik altijd terecht kon voor advies’. Zo beschrijft Djaienti Hindori, assistant governor voor de Rotary in de regio, hem. Aan het einde van de vorige eeuw, bekleedde hij de hoogste functie bij de Rotary in het Caribisch gebied. Hij was initiatiefnemer van de Rotary Vocational Excellence Award, een waardering die jaarlijks wordt toegekend aan personen die in Suriname een uitzonderlijke prestatie hebben neergezet. Emmy Hart, Marie Levens, Leo Morpurgo, Eddy Jharap en Stephen Vrede zijn enkele Sranansma die hiervoor in aanmerking zijn gekomen. In een bericht schrijft de Rotary Club: ‘Henri was iemand die fellowship en het adagium ‘service above self’ als een ware Rotarian wist uit te dragen’. Hij stond aan de wieg van de Nationale Kunstbeurs. Nadat deze enkele jaren niet meer georganiseerd kon worden, pakte hij eind jaren 80, samen met Jozef Brahim en Nardi Johanns de draad weer op. Bij de Vereniging Oase is hij onder meer als voorzitter actief betrokken geweest. Als diplomaat heeft Guda veel betekend voor Suriname. Van 1978 tot 1996 was hij werkzaam op het toenmalig ministerie van Algemene en Buitenlandse Zaken. Hij diende als ambassadeur in Speciale Dienst en in 1983 werd hij aangesteld als permanente vertegenwoordiger van Suriname bij de Verenigde Naties. Bij de International Bauxite Association, gevestigd op Jamaica, was hij de eerste secretaris-generaal. Lang na zijn pensionering bleef hij zijn krachten geven aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zo was hij bij de 45e verjaardag van onze republiek betrokken bij de samenstelling van een documentaire. Minister Albert Ramdin spreekt met lof over hem: ‘Ik herinner me ambassadeur Guda als een zeer intellectuele, wel belezen en welbespraakte collega en diplomaat. Een diplomaat pur sang en van hoog kaliber. Ik heb veel kennis opgedaan in de gesprekken met hem en hem als een voorbeeldfiguur beschouwd’. Henri Guda mocht, wat mij betreft, zelf een Vocational Excellence Award ontvangen vanwege zijn enorme inzet, sociale bewogenheid en trouw aan volk en land.
Dit artikel is gepubliceerd in het maartnummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar (www.parbode.com/abonneren/)