Memre: Humphrey Edward Riedewald – Parbode Sneak Peek
Hij was enig kind. Zijn moeder was modiste en zijn vader verdiende zijn brood als bakker. Wellicht door vaders invloeden wist hij goed zijn weg in de keuken te vinden. Het bereiden van moksaleisi, pastei, broodtaart, maizenakoekjes, waren onderdeel van zijn culinaire activiteiten. Hij genoot daarvan en experimenteerde vaak om iets nieuws te laten proeven. Als jongen deed hij met zijn zus Carmen aan korfbal. Zijn familie getuigt van zijn liefde voor dieren en meer specifiek vogels. Riedewald had een grote platencollectie, want ‘muziek hoorde bij het leven’, redeneerde hij. Zelf was hij tamboer en kon dus heel goed roffelen. In een filmpje, opgenomen in 2015 – hij was toen 94! – kunnen zijn kunsten op dit vlak nog bewonderd worden. Een veelzijdig man, wiens carrière bij het leger begon. Als sergeant-majoor van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger werd hij in 1942 uitgeleend aan de politie. Daar heeft hij 34 jaar mogen dienen tot de rang van inspecteur van politie. Plichtsgetrouw, gedisciplineerd, stipt, zijn begrippen die hem op het lijf geschreven stonden. ’s Morgens vroeg was hij al op, ontbeet, luisterde dan steevast via Radio Apintie naar bazuinkoormuziek en vertrok om kwart over zes naar zijn werk. Laat komen was er niet bij. Naast zijn vaste kantoortijden was het hem niet vreemd om als leidinggevende steekproeven te nemen door onaangekondigd, rond middernacht, het politiebureau binnen te wandelen om zijn medewerkers van de nachtdienst te controleren. Door de gouverneur van Suriname werden hem de Bronzen (1953), de Zilveren (1961) en de Gouden Medaille (1967) toegekend. Na zijn pensionering werkte Riedewald als security manager bij Kersten, Gummels en de Batco. Hij vertrok daarna met zijn vrouw naar Nederland en woonde er enkele jaren.