Memre: Johan (John) Nicolaas Helstone (1944-2023)
‘Onverwachts is hij vredig in zijn slaap overleden’. Zo stond het in de rouwkaart. Achter zijn naam volgde een zin die hem typeert: ‘Begaafd violist, man van muziek, verzamelaar van Surinaamse klassieke muziek, geliefde, goede vriend’. John studeerde op 24-jarige leeftijd af aan het Amsterdams Conservatorium.
Tekst Carl Breeveld
Op zijn achtste begon het vioolspelen, maar daarvoor speelde hij mandoline. ‘Ik heb in Paramaribo in het jeugdorkest gespeeld onder Harry Haakman als dirigent’, vertelt hij strak voor zich uitkijkend in een interview met Ton van der Horst. De presentator geeft aan dat John op elfjarige leeftijd concertmeester van het jeugdorkest was. Hij kreeg een stapel partituren van zijn vermaarde oom Johannes Nicolaas Helstone, die onder andere Het pand der goden componeerde.
Jo Juda ontdekte hem in Suriname en bood hem de gelegenheid te studeren aan het Amsterdams Conservatorium. Hij studeerde bij hem af en won een Prix d’ Excellence. Hij studeerde verder aan de Juilliard School of Music in New York bij Ivan Galamian die eveneens Kyung Wha Chung, Itzhak Perlman en Pinchas Zukerman als leerlingen had, en bij Dorothy DeLay. Er volgde voor Helstone een benoeming tot muziekdocent aan de universiteit van Cincinnati. In die periode was hij lid van de eerste violen van het Cincinnati Symphony Orchestra.
Dertig jaar was hij orkestlid en plaatsvervangend concertmeester van het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO). Op tournee deed hij onder andere Europese steden, Curaçao, Aruba, de VS en Suriname aan. Noëmi Bodden maakte vanaf 1993 deel uit van het RPhO. ‘Hij zat altijd vóór me en ik had veel bewondering voor zijn soepele manier van spelen. Hij was bescheiden, niet oordelend en altijd geïnteresseerd’. Haar ervaring was dat Helstone een enorme rust en overwicht uitstraalde. ‘Ik zou willen dat het hele orkest bestond uit mensen zoals hij’, zei ze. Het RPhO schrijft in een memoriam: ‘Met hem haalden we een violist van wereldklasse in huis en een wijze, belangstellende, toegewijde collega. In het orkest bouwde John een bijzondere vriendschap op met medeviolist Lucian Mihailescu, net als hij een fervent schaker. Ieder verloren moment tussen de repetities waren de twee in de kantine te vinden, verwikkeld in een vriendschappelijke krachtmeting’.
John werd door grootmeester David Oistrakh geprezen om zijn uitgesproken muzikaliteit, zijn groot technisch vermogen en zijn edele smaak. Ronald Snijders spreekt over een zeldzaam talent. Als musicoloog legde hij er zijn ziel en zaligheid in om de – vaak sinds lang vergeten – partituren van de klassieke Surinaamse componisten op te sporen, bijeen te brengen en weer gespeeld te krijgen. Mavis Noordwijk vond hem een artiest van de bovenste plank. Zijn vioolspel was zeer doorleefd, warm en ontroerend! Hij was een eenvoudig en bescheiden mens, alsook een dierbare vriend, die moeilijk te doorgronden was. Voor hem betekende muziek alles! De ervaring van Liesbeth Peroti is dat hij nauwelijks over zichzelf sprak maar vooral over zijn oom Johannes Helstone. “Een hele goede musicus was hij, we zijn heel trots op hem”, zegt ze resoluut.
Dit artikel is gepubliceerd in het aprilnummer van Parbode, nu in de winkel (in Suriname) en ook online verkrijgbaar (www.parbode.com/abonneren/)