Memre: ‘Wan Pipel-ster’ Diana Gangaram Panday
Wan Pipel-ster’ Diana Gangaram Panday
Paramaribo, 15-07-1948 – 16-02-2016
Velen kennen Tulawati Devi als Diana Gangaram Panday of als Rubia van Wan Pipel, een spraakmakende speelfilm, die rond de Onafhankelijkheid verscheen. Ik ontmoette haar in 2014 bij De Nationale Assemblee. Ze was niet lang daarvoor, na ongeveer veertig jaar, geremigreerd. Diana vertelde over haar recente ontmoeting met president Bouterse. Wan Pipel, die door sommigen als de Surinaamse versie van Romeo en Julia gezien wordt, heeft sporen achtergelaten in het leven van Diana, die het daarvóór ook al niet gemakkelijk had. Het gezin woonde aan de Hoogestraat en de elf kinderen bezochten een EBG-basisschool. Diana was zeer mondig, en werd daardoor als onhandelbaar beschouwd.
Toen ze dertien was, wilde vader Gangaram Panday haar uithuwelijken. Ze verzette zich hier tegen. Peggy Burke beschrijft hoe Diana in haar jeugd worstelde met een tirannieke vader, die haar voor straf vastbond aan de fiets en haar als een hond achter hem aan liet rennen. Er volgde een poging tot zelfdoding door azijn in te nemen, waardoor ze acht maanden in het ziekenhuis verbleef. Op haar zeventiende liep ze weg, kreeg een relatie met een Javaanse man en hij verwekte bij haar een zoon, Shammie. Deze relatie was kortstondig. Ze vertrok naar Europa, deed de kappersopleiding, werkte als buikdanseres in Duitsland en trouwde met een Duitser. Ze kregen een dochter, Amina. Nadat ook deze relatie gestrand was, keerde ze naar Suriname terug. Borger Breeveld kwam haar in hotel Torarica tegen en zo volgde de vraag of ze wilde acteren in Wan Pipel. In een periode van spanningen die er gerezen waren tussen Afro-Surinamers en Hindostanen vlak vóór de Onafhankelijkheid, zou deze productie een bijdrage kunnen leveren aan meer begrip voor elkaar, dachten de makers. Voor Diana als persoon heeft het averechts gewerkt. ‘Ik werd door mijn familie als hoer gezien en verstoten’. Roy Khemradj analyseert de film na haar overlijden. ‘Terugkijkend op het leven van Diana vind ik dat de makers van Wan Pipel een groot risico hebben genomen door de persoonlijke integriteit van Gangaram Panday onvoldoende en niet zorgvuldig af te wegen tegen de heersende waarden en normen in de Hindostaanse religieuze en culturele samenleving van de jaren zeventig in Suriname. Rudi Kross en Albert Helman (scenarioschrijvers) leven niet meer, maar ze hadden als kenners van Suriname beter moeten weten. Waarom hebben ze niet gekozen voor een Hindostaans meisje uit de liberale hindoeïstische stroming Arya Samaj? Of uit een Hindostaanse familie die in de katholieke of de EBG–traditie is opgevoed? Of een Hindostaans meisje dat uit Nederland werd overgevlogen om ‘Rubia’ te spelen?’ Na de film ging Diana weer richting Nederland, waar ze eerst optrad als zangeres. De eenzaamheid sloeg toe en Diana greep naar drank en drugs. Ze bekeerde zich en werd actief christen.