Memre: Wanda Henriëtte Denz (1925-2021)
Wie in Suriname in de afgelopen zestig jaar over koto of angisa sprak, zal zeker wel haar naam genoemd hebben. Wanda Denz prijkt dan ook op de eerste uitgave van de NAKS-iconenkalender van 2018. “Ze wist de koto als Surinaams erfgoed op de Surinaamse agenda te plaatsen en te houden”, verzekert NAKS-voorzitter Siegmien Staphorst. “Daarop moeten we trots zijn.”
Tekst Carl Breeveld
Toen Wanda negen jaar was, gebruikte ze flessen die als poppen moesten dienen bij het aankleden in koto met krantenpapier. Door zich daarin te verdiepen en ervaring op te doen, groeide ze uit tot een autoriteit op dit gebied. Haar moeder overleed toen ze nog jong was. De opvoeding werd overgenomen door haar grootmoeder. Ze heeft gewerkt in het ’s Lands Hospitaal en bij Bedrijf Geneesmiddelen Voorziening Suriname. Naast haar vaste baan verkocht ze loten, waarbij ze haar klanten fietsend tot aan huis bediende. Annemarie Sanches spreekt over haar scherpe tong, maar zegt in één adem: “ook een vrouw met een hart van goud.” Ze speelde mee in toneelstukken en hoorspelen waaronder Famiri Misma via Radio Apintie. De voetbalsport had ook haar aandacht. Ze was Barcelonasupporter en gaf heel graag telefonisch aan haar netwerk een voor- en nabeschouwing bij elke wedstrijd. ‘Opera’, een zang-, ontspannings- en gebedsvereniging, kende ze vanaf haar ontstaan, meer dan vijftig jaar geleden. De vergaderingen vonden vele jaren bij haar aan huis plaats. In 2018 werd ze benoemd tot erevoorzitter. Gregory Rusland, voorzitter van de politieke partij NPS, noemde haar tijdens de uitvaart, een fervente NPS’er. Ze was lid van de onderafdeling ‘Nieuwe Horizon’, onder leiding van Ruth Wijdenbosch. “Ik moest in het begin eraan wennen, dat Wanda Denz vlak voor het einde van een vergadering van de partij een gedicht wilde voordragen of een korte toespraak wilde houden”, herinnert Rusland zich. Bij de afleggersverenigingen ‘God is liefde’ en ‘Bethania’, was ze vele jaren actief. Zieken in haar netwerk werden met pap of een brafu bediend. Binnen haar familie waren haar codes bekend. Een van haar nichtjes haalde aan dat ze alleen al met haar blikken kon terechtwijzen. Wanda heeft zowel nationaal als internationaal meegedaan aan verschillende exposities en koto-shows. Tot haar 82e kon ze, zonder bril, aan de naaimachine koto voor zichzelf en anderen vervaardigen. Het kleden van dames in deze klederdracht of het verhuren daarvan, was haar lust en leven. Voor haar verdiensten werd ze benoemd tot Ridder in de Ereorde van de Gele Ster. Als Apintie-stonfutu, werd ze jaarlijks op haar verjaardag geïnterviewd. Toen ze 95 was, vroeg Gail Eijk haar of ze verlangend uitkeek naar haar 100e verjaardag. ‘Efu Gado wani baya, mi sa tapu 100’, zei ze overtuigd. Zover kwam het niet. Wel was de erkenning voor haar inzet, op de dag van haar begrafenis groot. Bij het NPS-partijcentrum, NAKS Centrum en Radio Apintie stopte de lijkwagen voor uitgebreid eerbetoon voordat ze ten grave werd gedragen.
Dit artikel is gepubliceerd in het augustusnummer van Parbode, nu in de winkel en ook online verkrijgbaar (www.parbode.com/abonneren/)