Mens versus ongedierte
Bijna iedereen in de tropen heeft er thuis wel eens mee te maken: kakkerlakken, ratten, muizen en mieren. Dat is geen leuk bezoek, maar er valt soms weinig aan te doen. Het probleem van ongedierte is niet uit te roeien, maar het kan wel bestreden worden.
Ongediertebestrijding is lucratieve handel in Paramaribo. Bijna dertig bedrijven zijn actief in de verdelgingsbranche. De naam van ongediertebestrijder Killit laat niets te raden over aan de opstelling ten opzichte van ongedierte. Toch is dat niet helemaal de werkelijkheid. Dat blijkt als directeur Jeffrey Leefmans ons welkom heet op zijn kantoor. “Om te beginnen buigen wij voor het ongedierte. Vervolgens heten wij hen welkom en laten wij merken, hoe blij wij zijn met hun aanwezigheid. Waren ze er niet, dan was dit bedrijf er niet. Ongedierte is niet het juiste woord, want wij bestrijden dieren en insecten. Ongedierte is een label dat de mens erop plakt. Het is dan ook de klant die bepaalt. Pas als de klant het ongedierte vindt, gaan we over tot het verjagen, vangen of het doden ervan.”
Ook de Milieu Inspectie van het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG) is namens de overheid dag in dag uit bezig om ongedierte tegen te gaan. Er wordt bestreden en geïnspecteerd, zowel op aanvraag als na klachten. Voor muskieten is er Malathion en op verzoek worden houtluizen en zandvlooien aangepakt. De inspectiedienst gaat ook op bezoek bij restaurants, winkels en voedselverwerkende bedrijven. Er wordt advies gegeven en als de situatie echt uit de hand loopt, dan moet de zaak dicht. “Bedrijven weten wat er moet gebeuren”, zegt milieu-inspecteur Hugo Abauna. “Maar toch houden sommige eigenaren hun zaak niet schoon. Dan is het wachten op problemen. Voor ons milieu-inspecteurs is het niet makkelijk om uit eten te gaan. We weten wat we daar normaal aantreffen.”
Gif
De één gebruikt de onderkant van zijn slipper, de ander maakt z’n spuitbus gif leeg om een kakkerlak te doden en weer een ander probeert het met de elektronische vliegenmepper. Er zijn heel wat methodes om ongedierte te lijf te gaan. Allemaal prima, vindt ongediertebestrijder Albert Mahes van Killit. “Het is je eigen keuze, maar je moet het geld ook hebben om deze middelen te kopen. Een spuitbus helpt om ongedierte te doden, maar na een paar uur is het uitgewerkt. Dan kun je blijven spuiten. Als je je huis laat behandelen door een professioneel bedrijf, dan wordt een giflaag aangebracht die drie maanden blijft zitten. Zodra de mier of de kakkerlak eroverheen kruipt, gaat hij dood.”
In het logo van Killit zit een speer, maar dit indianenmiddel wordt allang niet meer gebruikt. Ongediertebestrijding draait vooral om gif, gif en nog eens gif. Verwerkt in korrels voor ratten en muizen of in vloeibare vorm tegen kakkerlakken, mieren en houtluis. Toch worden steeds meer biologische middelen ontwikkeld. Deze producten worden allemaal in het buitenland ontwikkeld en Killit gebruikt ze pas na goedkeuring in de Verenigde Staten. Leefmans: “In totaal beschikken wij over om en nabij zestienhonderd bestrijdings- en verjagingsmiddelen.”
In het verleden zijn bestrijdingsmiddelen gebruikt die achteraf zeer schadelijk bleken voor de mens, zoals DDT. Albert Mahes werkt als ongediertebestrijder al dertien jaar met giftige stoffen. Toch is hij niet bang dat dit slecht voor hem is. “We werken alleen met goedgekeurde middelen. Ik moet erop vertrouwen dat het goed is. We dragen maskers en handschoenen, omdat we dagelijks met gif in aanraking komen, maar er is natuurlijk altijd een beetje angst dat je er ziek van kunt worden. Daar moet je niet te veel bij stilstaan. Dan kun je dit werk niet doen.”
De regels voor ongediertebestrijding worden steeds strenger vanwege de volksgezondheid. Ook moet er bij particulieren rekening worden gehouden met huisdieren en baby’s. Particulieren zijn niet de grootste afnemers van Killit. Dat zijn restaurants, casino’s en bedrijven in de voedselverwerkende industrie. Ook huizen in aanbouw krijgen bezoek. En zo begint de werkdag dan ook voor Mahes en zijn collega Myron Gardt van Killit op een bouwplaats in Paramaribo-Zuid. De fundering moet behandeld worden tegen houtluis. Heel wat emmers met verdund gif moeten de houtluis de komende vijf jaar buiten houden.
Volgende stop is een ‘MK-behandeling’; MK staat voor mieren en kakkerlakken. Terwijl de eigenares met een baby in de slaapkamer wacht, behandelt Gardt het huis van binnen en buiten, op de slaapkamer na dan. “Je hebt soms klanten die direct na ons bezoek het huis gaan dweilen. Dan haal je ook de aangebrachte giflaag weg. Dat is weggegooid geld. Je moet een paar uur wachten.” Dan volgt er een ‘RMMK-behandeling’ in Lelydorp. Hetzelfde patroon als bij de mieren en kakkerlakken, maar ditmaal worden ook ratten en muizen aangepakt. In en om het huis worden korrels geplaatst. En het werkt, aldus de dochter van de eigenaar. “Vroeger liepen de muizen hier ’s nachts over je bed. Dat is gelukkig voorbij. Ook van kakkerlakken hebben we geen last meer. Soms zie ik er nog wel een, maar die is dan al dood.”
Vincentius Ziekenhuis
Mahes heeft tijdens zijn werk heel wat gezien. Op sommige plekken gaat het flink mis. “Dat zijn meestal plaatsen waar we nog nooit zijn geweest en waar lange tijd niets aan gedaan is, zoals onder het Sint Vincentius Ziekenhuis. We bestrijden daar al langere tijd, maar niet in de kelder. Toen we daar voor het eerst kwamen, waren er heel veel kakkerlakken. Je kon er gewoon over lopen, en dat kon ook niet anders. Aan dat gekraak wil ik liever niet meer denken. Dat zijn geen leuke klusjes, maar als we het goed doen, zie je dat het probleem afneemt.”
Het is niet de meest vieze plaats waar Mahes ooit kwam als ongediertebestrijder. “Dat was de Centrale markt, ongeveer vijf jaar geleden. Het was donker en het stonk, maar toen onze ogen eenmaal gewend waren, konden we niet geloven wat we daar zagen. Dat waren geen ratten meer, zo groot en zo zwart, het leken wel konijnen!”
Ongedierte kan alleen leven als daartoe de mogelijkheid wordt geboden. En dat is een probleem in Paramaribo. Er ligt veel afval in de straten en daar zijn eigenlijk alleen de kakkerlakken, muizen en ratten blij mee. Volgens milieu-inspecteur Abauna heeft het te maken met de houding van bepaalde mensen. “Die willen niet wachten tot de vuilophaal komt en dumpen hun afval gewoon op een leeg perceel. Dan hebben zij er tenminste geen last meer van, maar de mensen die naast het perceel wonen zitten ermee.”
In Paramaribo hoef je niet ver te zoeken om zo’n plaats aan te treffen. Zo ook aan de Rosalinastraat, op pakweg tweehonderd meter van het kantoor van Killit. De buurvrouw van het tot dumpplaats omgedoopte perceel wil anoniem blijven. “Het is verschrikkelijk, want de ratten die het aantrekt komen ook bij ons binnen. Ook zit er in de boom op het perceel een groot mierennest, en die vreten ons dak aan. Ik heb geïnformeerd bij Killit om er wat aan te doen, maar dat kost achthonderd USdollar. Dat kan ik niet betalen! We blijven spuiten met gif om het in huis leefbaar te houden. Ik ben echt kwaad op de mensen die dit doen. Ik heb nog nooit gezien dat het gebeurde, want het is altijd raak als ik overdag aan het werk ben. Ik woon hier nu tien jaar en het probleem is zich net als het afval gaan ophopen. We proberen zelf ook wel op te ruimen, maar er is geen beginnen aan. De afvalberg blijft en de eigenaar van de grond doet er niets aan.
Illegale dump
Volgens het BOG is de vuilophaal in sommige wijken niet goed geregeld. Vooral nieuwe wijken hebben daar mee te maken, zoals in Paramaribo-Noord. Daar zijn dan ook de grootste problemen met vuilnis en de gevolgen daarvan. “Als je het vuilnis voor één srd mee geeft aan een zwerver, dan weet je dat je fout zit”, zegt Albauna. “Als wij een melding krijgen van een illegale dump dan proberen we te achterhalen wie dat doet. Maar het kost veel tijd en werk. Vaak is ons onderzoek tevergeefs, maar als het lukt de daders te achterhalen, krijgen ze een boete.
Het BOG hoopt dat er prioriteit wordt gegeven aan het bestrijden van het illegaal dumpen van afval, want momenteel is de rechtsorde niet in staat om dit aan te pakken.”