Mi eigi Moengo – Marcel Pinas
Kalm slaat hij zijn ogen op. Langzaam glijdt zijn blik over alle gezichten die voor hem op de houten tribune zitten. Eén voor één kijkt Marcel Pinas alle kinderogen aan. De stilte wordt niet ongemakkelijk, maar benadrukt dat het verhaal dat hij net heeft verteld over ‘respect en kansen’, voor elk kind van toepassing is. Het is vier uur. De kinderen van Moengo zijn klaar met school en verzamelen zich rondom het gebouw van Tembe Art Studio (TAS) in de hoop dat er iets op het programma staat die middag. Ze zijn fanatiek, energiek en met velen.
Het zijn deze kinderen die de beeldend kunstenaar en oprichter van TAS zag toen hij tijdens het Moengo-festival zich even terugtrok in zijn auto om een broodje te eten. Door de voorruit zag hij de vele kinderen die over het terrein liepen. Het zijn kinderen die de erfenis dragen van de traumatische geschiedenis in het oosten van Suriname; ze gaan niet altijd naar school, zijn vaak op zichzelf aangewezen en hebben ouders die hard moeten werken voor hun geld.
Deze kinderen zijn de toekomst, we moeten zorg voor hen dragen. Marcel doet dit op zijn manier en nodigt kunstenaars uit die workshops geven waar kinderen worden uitgedaagd hun creativiteit te gebruiken en hun talenten te ontdekken. Daarnaast werkt hij, samen met deze kunstenaars en een team mensen die Moengo een warm hart toedragen, aan een beeldenpark. Het trekt toeristen aan die voor werk zorgen, een positieve impuls aan de omgeving geven en zo zelfredzaamheid en eigenwaarde teruggeven.
Zelf is hij opgegroeid in de vrijheid van de bossen rondom Pelgrimkondre, vlakbij Moengo. Als kunstenaar wil hij de schoonheid, het verhaal en de rituelen die de rijke geschiedenis van de Marrons met zich meedraagt, zichtbaar maken en delen met de wereld.
Wanneer ik Marcel vraag naar de vierkante meter die voor hem van groot belang is, krijg ik een kort maar krachtig antwoord: Moiwana, de plek waar het Surinaamse leger in 1986 een bloedbad aanrichtte, omdat het op zoek was naar leden van het Junglecommando. Marcel heeft hier een beeldengroep van gemaakt ter nagedachtenis aan de 38 doden. Het monument bestaat uit een elf meter hoge zuil, centraal in het midden. Daar omheen staat voor elk slachtoffer een kleinere zuil.
Het regent hard wanneer ik aankom. In de weerspiegeling van het regenwater op één van de zuilen, raken mijn ogen de Afaka-letters die het woord ‘samenhorigheid’ symboliseren. Met een glimlach bedenk ik dat dit precies is wat Marcel met zijn werk probeert te bewerkstelligen: kunst als middel om te bevragen, te luisteren en uiteindelijk te verbinden.