Mi eigi Moengo: Stefano Damba
Elke week geven we een workshop voor kinderen in een van de dorpen rond Moengo: Ovia Ollo, Moengotapoe, of Ricanau Mofo. Hier worden we steevast naartoe gebracht door Stefano. Het is een wat kleinere,
rustige man, vaak gekleed in een gemakkelijke trainingsbroek, rijdend in een zilverkleurige Toyota, die tegen een stootje kan. Ondanks zijn introverte voorkomen kan je hem alles vragen. Dan borrelen verhalen,
geschiedenissen en zijn kennis van de natuur op alsof hij over een oneindige bron beschikt.
Terwijl we in zijn auto naar een van die dorpen rijden, staat zijn zangvogel in een kooitje tussen ons in. Zangvogels moeten wennen aan geluiden en onrust zodat ze leren in elke situatie te zingen, vandaar dat je hun kooitjes op ongebruikelijke
plekken tegenkomt. We rijden op de rode brede bauxietweg richting Ovia Ollo. Hier heeft Stefano zijn eerste levensjaren doorgebracht. Ovia Ollo is een van de meest pittoreske dorpjes in de omgeving, als je het mij vraagt. De huisjes
staan gemoedelijk om een middenveld en wanneer je het dorp helemaal uitloopt, kom je bij de Patamaccarivier. Het rustgevende uitzicht van het woud aan de overkant, laat weten dat de wereld groots is en wij mensen daar deel van mogen uitmaken.
Stefano omzeilt behendig de kuilen in de weg, veroorzaakt door de grote hoeveelheid regen van de afgelopen tijd, in combinatie met de reusachtige vrachtwagens vol hardhouten boomstammen die er overheen denderen. Hij geeft aan dat hij
even een tussenstop moet maken en samen lopen we naar een donkere plek iets verder in het bos. Omringd door manjabomen staat daar een drietal verlaten, gedeeltelijk leeggeroofde huizen.
gerafelde gordijnen wapperen door half dicht gespijkerde ramen. Hier en daar staat een deur te klapperen, het voelt onheilspellend aan. Het is de plek waar hij, samen met zijn inmiddels overleden oma, heeft gewoond. Het heet Kaiki- en Lenakamp, vernoemd naar beide grootouders. Hier heeft hij met zijn broers en neefjes gespeeld, gejaagd, geraapt en geplukt en voelde hij zich vrij.
Wanneer ik een paar weken later samen met Stefano, zijn broer en neef terugkeer naar deze plek, laten ze de huisjes zien en de restanten van de buitenkeuken waar ze op een vuur cassave tot meel en kwak maakten. Ze willen het in de toekomst gaan
opknappen om er weer zelf te gaan wonen, zodat ze oude gelukkige tijden zullen herleven. Vanaf onze eerste ontmoeting heb ik het gevoel dat de rust die Stefano uitstraalt voortkomt uit zijn diepe verbintenis met de natuur en nu we rondlopen op Kaiki- en Lenakamp, weet ik zeker dat hier de oorsprong ligt.